V

Alice Potter

‘Dus.’ Lily kijkt me geamuseerd aan. ‘Het zusje van James, he?’
Ik knik en kijk ongemakkelijk naar de plaatsen die nog vrij zijn. Naast Severus of naast Lily? Ik twijfel even en besluit dan naast Lily te gaan zitten. ‘Ik ben blij dat ik even van hem af ben.’
‘Dat kan ik me voorstellen,’ mompelt Severus, die uit het raam kijkt. Dan staat hij op en pakt iets uit zijn koffer. ‘Ik ga me omkleden. We zijn er al bijna.’
Lily knikt en pakt als hij weg is ook haar kleren uit haar koffer, waarna ze de gordijntjes bij het raampje in de deur dicht doet en de deur op slot. Ze kleedt zich snel om en gaat dan weer naast me zitten.
‘Dus. Zit je ook in Griffoendor?’ Ze kijkt me vragend aan. Ik knik als antwoord. ‘Maar ik zie je nooit bij James enzo.’
Ik word rood. ‘Nee. Ik zit ook nooit bij James en zijn vrienden, maar hij vindt dat ik meer vrienden moet ofzo, dus nu wil hij me ineens overal bij betrekken.’ Ik kijk naar mijn handen. Waarom vertel ik dit allemaal? Normaal vertel ik nooit zo snel dingen aan mensen die ik niet ken…
Als ik weer opkijk, zie ik dat Lily me vriendelijk aankijkt. ‘Is dat waar? Heb je meer vrienden nodig?’
Ik haal mijn schouders op en kijk weer naar mijn handen. ‘Ik vind het niet erg om alleen te zijn.’
‘Nou je mag ook wel bij ons komen zitten als je James zat bent.’ Ze lacht even. ‘Wat waarschijnlijk heel binnenkort is.’
Ik lach. ‘Waarschijnlijk morgen al.’
‘Wat is er zo grappig?’ Hoor ik dan ineens een bekende stem achter me. Als ik omkijk zie ik dat James me verbaasd aankijkt.
‘Niks,’ zeg ik schijnheilig en ik hoor Lily achter me lachen. ‘Wat kom je doen?’ vraag ik dan.
‘Je was zo lang weg. Ik begon je te missen,’ zegt hij plagerig, maar dan kijkt hij opzij en betrekt zijn gezicht. Even later komt Severus naar binnen.
‘Kom je?’ vraagt hij, maar pakt mijn hand en trekt me de coupé uit. Ik kijk nog even verontschuldigend naar Severus.

‘Jeetje. Je hoeft niet zo hard te trekken,’ zeg ik als James me met een noodvaart door de trein sleept.
Hij stopt en draait zich naar me om. ‘Luister. Ik wil niet dat je met hem omgaat.’
‘Severus? Maar-’
‘Het is een Zwadderaar.’
‘Ja, dus? Ik beslis zelf wel met wie ik omga.’ Ik trek mijn hand los en ga de coupé waar James’ vrienden nog zitten binnen.
Ik ga weer op mijn plaats bij het raam zitten, sla mijn armen over elkaar en staar uit het raampje. Als James binnenkomt slaat hij het deurtje dicht en gaat tegenover me zitten.
Geweldig begin van het jaar.