69°

We waren al een week verder en Santiago had zijn probleem nog steeds niet verteld. Ik liep weer naar de keuken en smeerde een paar boterhammen. Ik had de laatste tijd erg veel honger en dorst. Ik liep met mijn broodjes naar beneden. Felix stond me aan te kijken toen ik de broodjes op at. ‘Dat jij dat lekker vind’ mompelde hij. Plotseling lachte hij. ‘Ik zou maar oppassen met al dat eten,’ hij wees naar mijn buik,’Je word een beetje dik’ maakte hij zijn zin af. Verward keek ik naar mijn buik, ik werd inderdaad dik. Ik liep naar de prullenbak en gooide mijn broodjes weg, ook al had ik nog honger. Ik zuchtte en rende naar mijn kamer. Verbaasd keek ik naar Santiago die op mijn bed zat. Ik drukte een kus op zijn mond. ‘Wat is er? Moet je niet werken?’ vroeg ik. Hij keek me aan, hij keek verdrietig. Hij keek meteen weer naar beneden. ‘Weet je nog dat ik vorige week vertelde over die opdracht?’ vroeg hij. Ik knikte. ‘Ik moet hem binnen nu en drie dagen uitvoeren’ vertelde hij. Ik knikte. ‘Ga dan snel’ zei ik. Hij keek me weer aan en schudde zijn hoofd. Hij klopte naast hem en ik ging zitten. Hij zuchtte. ‘Toen ik van Aro moest komen had hij mijn gedachten gelezen, en had daaruit mijn opdracht gehaald, mijn straf, iets wat ik absoluut niet wil’ vertelde hij. Ik knikte. ‘Wat dan?’ vroeg ik. Hij keek weer omlaag. ‘Jou ditzelfde leven laten leiden als mij’ fluisterde hij. Mijn ogen werden groot. ‘Je moet mij veranderen van Aro?’ vroeg ik met een trilstem. Hij knikte. Ik keek hem bang aan. ‘Maar dat wil ik niet’ zei ik paniekerig. Hij keek me weer aan. ‘Ik ook niet, daarom moet je weg’ fluisterde hij. Ik schudde mijn hoofd. ‘Ik wil niet weg bij jou vandaan’ zei ik. Hij legde een hand rond mijn gezicht. ‘Je moet weg, als je me belt over een paar weken dan kom ik naar je toe, dan vlucht ik’ zei hij. Een traan rolde over mijn wang. Hij veegde hem weg. ‘Ik heb je tas al ingepakt, hij staat buiten, net buiten de deur. Doe alsof je naar de stad gaat, maar vlucht dan’ fluisterde hij. De tranen rolde over mijn wangen. Hij omhelsde me. ‘Ik doe dit voor jou Hael, ik hou van je’ fluisterde hij in mijn oor. Ik knikte trillerig. ‘Ik hou ook van jou’ zei ik terug. Hij drukte een kus op mijn mond. ‘Ga, en bel me over twee weken’ zei hij. Ik knikte en liep mijn kamer uit.