O18

Severus Snape

Ik zit in de vensterbank op de tweede verdieping, ik wacht op Susan. Als ik een tijdje heb gewacht, besluit ik even de gang door te lopen, misschien zit ze wel ergens anders. Maar als ik de hoek omloop, zie ik Susan staan, samen met Zwarts. Hij heeft zijn armen om haar middel en trekt haar dichter naar zich toe. Even kijk ik verbijsterd toe, maar dan draai ik me om en wil de gang uitlopen. Als ik een paar meter verder ben, hoor ik Susan iets roepen. Wacht. Misschien wilde ze dat helemaal niet. Woedend loop ik terug, maar als ik haar weer zie, zie ik dat Zwarts even zijn hoofd schudt en vervolgens de gang uitloopt. Susan draait zich om en schud grijnzend haar hoofd. Als ze opkijkt en me ziet staan, draai ik me woedend om en loop de gang uit.
‘Severus, wacht!’
Ik blijf stilstaan, maar draai me niet om. Ik probeer een paar keer rustig adem te halen, maar mijn vuisten blijven gebald.
‘Wat is er nou?’ Ze kijkt me bezorgd aan.
‘Je hebt het wel gezellig met Zwarts, he?’ Mompel ik.
Ze kijkt me verbaasd aan. ‘Wat? Nee, ik struikelde en toen-’
‘Oh ja, dat heb ik ook altijd.’
Woedend kijk ik haar aan, maar als ik haar onschuldige blik zie, weet ik dat het de waarheid is.
‘Suus, het spijt me. Ik dacht dat-’
Ik pak haar arm als ze van me weg wil lopen en kijk haar aan.
‘Maar waarom lachte je dan?’
Als ze rood wordt, voel ik me weer woedend worden en onbewust pak ik haar arm nog harder vast.
‘Auw. Sev, je doet me pijn!’
De woorden dringen niet tot me door, mijn gedachten zitten bij Zwarts en Potter. Zij verpesten mijn hele leven. Misschien moet ik ook niet met die Griffoendors omgaan, zoals Arduin zegt.
‘Sev, laat me los!’
Ik kom weer terug naar de realiteit en kijk haar verward aan, dan zie ik dat ik haar arm nog steeds vast heb.
‘Sor-’
Ineens voel ik hoe iemand mijn arm pakt en me tegen de muur duwt.
‘Ze zei dat je haar los moest laten, Secretus.’ Zegt Zwarts, die dreigend voor me gaat staan.
‘Laat hem met rust, Sirius.’ Zegt Susan ineens. ‘Hij was gewoon in de war.’
‘Blijf met je poten van me af.’ Snauw ik naar Zwarts, ik trek mijn arm los en loop dan snel de gang uit.