12°

Mijn koffer was ingepakt, er zat vooral kleding in, maar ook schoolboeken en foto’s. In mijn rugtas zat mijn mobiel, portemonnee en andere belangrijke spullen. Het was elf uur en Summer en Beer sliepen al. Ik liep zacht de trap af en zette mijn koffer en rugtas neer. Ik liep terug en ging de slaapkamer van Summer in. Een traan rolde over mijn wang, ik zou haar zo erg missen. Ik drukte een kus op haar voorhoofd. Ze kromp in elkaar. ‘Mama’ zei ze. Gelukkig wist ik dat ze in haar slaap praatte dus schrok ik niet. Zachtjes sloot ik de deur en liep ik naar de keuken. Ik legde een briefje neer op het aanrecht voor Beer. Daarin stond dat hij krijgt wat hij wil, mij weg dus, dat hij goed voor Summer moet zorgen en tegen mevrouw Doll zeggen dat ik van haar houd. Ik zuchtte en keek het huis rond, ik wist niet waar ik naartoe ging, maar dat zie ik wel. Ik liep de deur uit en deed hem op slot. De sleutel schoof ik onder de deur door, die had ik niet meer nodig. Ik legde mijn koffer op de achterbank en mijn rugtas op de stoel naast me en reed weg. Tranen rolde over mijn wangen terwijl ik eigenlijk nergens naar toe reed. Ik kalmeerde mezelf en dacht na. Ik ga naar Emilia toe, misschien heeft ze nog plek. Ik had geen geld voor een hotel dus al helemaal geen geld voor een appartement. Ik parkeerde mijn auto en rende de trappen op naar Emilia’s appartement. Ik klopte aan, de tranen stroomden nog steeds over mijn wangen. ‘Hael? Wat is er?’ vroeg Emilia geschrokken. ‘Kan ik misschien bij jou slapen?’ vroeg ik snikkend. Ze twijfelde. ‘Ik zou het graag willen maar de logeerkamer is bezet door Elisabeth en de bank door Mandy’ zei ze. Ik knikte. ‘Het is niet erg, sorry dat ik je heb wakker gemaakt, Em’ zei ik en ik draaide me om. ‘Wacht! Wat is er Hael?’ vroeg Emilia bezorgd. ‘Vertel ik morgen wel’ riep ik terug. Ik stapte in mijn auto en reed naar het parkeerterrein van mijn school. Waar moest ik nu heen? Ik had niemand meer. Ik zuchtte en deed de deuren op slot. Ik legde mijn koffer voorin en ging liggen op de achterbank. Dan maar in de auto slapen. De tranen stroomden nog steeds over mijn wangen. Ik sloot mijn ogen en viel erg langzaam in slaap.