O12

Susan Ann Brooks

Pas bij Toverdranken zie ik Lily weer. ‘Waar was je?’
‘Ik eh… Ik moest nog wat doen.’ Zegt ze en wordt een beetje rood.
Ik trek één wenkbrauw op, maar laat het gaan als ik Severus het lokaal binnen zie lopen. Een beetje teleurgesteld kijk ik hem na als hij naar een tafeltje loopt waar dezelfde jongens als bij de lunch aanzitten.
‘Wie zijn dat?’ Vraagt Lily, die mijn blik volgt.
‘Volgens mij zijn dat Arduin en Schoorvoet, ook Zwadderaars.’
‘Ik vertrouw ze niet.’
‘Ik ook niet.’
De rest van de les houden we Severus een beetje in de gaten, maar hij lijkt het prima naar zijn zin te hebben. Na deze les zijn Severus en ik uit, dan vraag ik het hem wel. Als ik mijn toverdrank inlever, word ik beziggehouden door professor Slakhoorn.
‘Jij komt vanavond toch ook?’
‘Natuurlijk meneer.’ Zeg ik beleefd en probeer te zien waar Severus is.
‘Zoek je mij?’ Hoor ik Sirius dan achter me.
‘Nee, ik zoek Severus. Weet jij waar hij is?’ Vraag ik zonder hem aan te kijken.
‘Nee. Maar ik ben er wel en ik weet wel iets leuks om te doen.’ Hij grijnst.
Ik trek mijn wenkbrauwen op, kijk hem even aan en loop dan zonder nog iets tegen hem te zeggen het lokaal uit. Waar Severus op me staat te wachten, Lily ben ik alweer kwijt.
‘Hey.’
‘Hee, wie waren dat?’
‘Schoorvoet en Arduin. Ze zitten ook in Zwadderich. Hoezo?’
Een beetje bezorgd kijk ik hem aan. ‘Ik vertrouw ze niet. Volgens mij willen ze gewoon zo snel mogelijk dooddoeners worden.’
Hij kijkt me boos aan. ‘Zij kunnen tenminste normaal tegen me doen. Je kan wel zeggen dat zij zo slecht zijn, maar die Griffoendor vriendjes van je doen niks anders dan vervelend zijn.’ Hij draait zich om en loopt in de richting van de leerlingenkamer van Zwadderich.
‘Sev, wacht nou.’ Probeer ik nog, maar hij is al weg.