OO8

Severus Sneep

‘Je mag ook wel bij ons komen zitten.’ Zegt Susan als ik naar de tafel van Zwadderich wil lopen.
Lily, die al op weg was naar de tafel van Griffoendor, staat stil en knikt. ‘Kom.’
‘Ik denk niet dat dat een goed idee is.’ Zegt Ik als ik Potter en Zwarts zie zitten. ‘Gaan jullie maar, ik zie je zo wel weer.’ Ik draai me om en loop naar de tafel van Zwadderich, waar ik een beetje afgezonderd van de rest ga zitten. Zij mogen me ook al niet, omdat ik met Lily en Susan omga. En daar zijn twee dingen mis mee. Ten eerste zitten ze in Griffoendor en ten tweede is Lily ook nog eens een modderbloedje. Maar zij pesten me tenminste niet, die Griffoendors wel. Misschien moet ik ook meer mijn best doen om erbij te horen. Ik prik wat in mijn eten en laat het dan maar voor wat het is. Susan staat op me te wachten bij de deur, ze kijkt me een beetje bezorgd aan.
‘Komt Lily niet?’ Vraag ik als we in de richting van de trappen lopen.
‘Nee, die wil toch nóg een keer haar verslag doorlezen.’ Zucht Susan.
We lopen een beetje doelloos door het kasteel, als Susan de vraag stelt die ik allang aan voelde komen.
‘Gaat alles wel goed met je?’ Ze kijkt me bezorgd aan en gaat in een vensterbank zitten.
Ik zucht en ga naast haar zitten. ‘Ja, prima.’ Probeer ik haar wijs te maken, maar ik weet dat dat niet is gelukt als ze me doordringend aankijkt. ‘Ik weet het niet en ik wil er ook niet over praten. Kom.’
Ik sta weer op en loop nu doelbewust in de richting van de uilenvleugel. Zwijgend loopt Susan achter me aan. Als we aankomen, pak ik een stuk perkament, een veer en een potje inkt uit mijn tas en begin aan een brief voor mijn ouders. Susan loopt een beetje rond en kiest een geschikte uil uit. Als ik de uil loslaat, vliegt hij snel weg. We kijken hem even na en besluiten dan allebei naar onze eigen leerlingenkamer te gaan.