OO5

Susan Ann Brooks

Ik maak oogcontact met Severus om non-verbaal af te spreken dat we straks naar buiten gaan. Hij knikt even en concentreert zich dan weer op zijn ontbijt.
‘Ik snap echt niet waarom je met dat joch omgaat.’ Zegt Sirius die me ziet kijken.
Ik zucht, deze discussie hebben we nou al duizenden keren gevoerd in de afgelopen jaren, dit is het enige dat ik niet zal missen aan Zweinstein volgend jaar.
‘Hij is beter gezelschap dan jij, zeurpiet.’ Zeg ik en kijk Sirius een beetje geïrriteerd aan.
Als hij in de lach schiet, kan ik mijn lach ook niet meer inhouden. James en Sirius mogen dan meestal behoorlijk irritant zijn, ze zijn wel grappig en aardig. Tenminste, tegen mij dan, tegen Severus zijn ze altijd behoorlijk gemeen. Remus doet nooit mee aan de pesterijen, zo is hij nou eenmaal niet. En Peter staat er altijd maar een beetje stom bij te lachen, ik mag hem echt niet. Hij loopt altijd maar achter James en Sirius aan, die het niet erg vinden omdat ze hem als persoonlijke slaaf kunnen gebruiken.
‘Goedemorgen, schoonheid.’ Zegt James, die schuin tegenover me, naast Sirius gaat zitten.
‘Goedemorgen, idioot.’ Antwoord ik vrolijk en pak nog een broodje uit het mandje.
Ik glimlach even naar James, die me verontwaardigd aankijkt. ‘Is er iets?’
‘Hoe DURF jij mij een idioot te noemen?’
‘Te bescheiden voor complimenten?’ Vraag ik en sta vervolgens op om naar de deur te lopen, waar Severus al op me staat te wachten.
Achter me hoor ik Sirius lachen en James geïrriteerd mompelen dat hij op moet houden. Als Severerus me vragend aankijkt, rol ik even met mijn ogen. Samen lopen we de Grote Zaal uit.
‘Waar is Lily eigenlijk?’
Ik glimlach, ik weet dat hij verliefd op haar is. ‘Die kon d’r bed niet uitkomen. Maar ze zal zo wel komen, denk ik.’
We gasn onder de boom zitten waar we altijd zitten en ik sluit genietend mijn ogen als ik de zon mijn gezicht voel verwarmen. ‘Gelukkig is de winter weer voorbij.’
Severus mompelt iets en pakt een boek uit zijn tas om vervolgens in de schaduw te gaan zitten lezen. Ik zucht, het liefste zou hij gewoon binnen gaan zitten, maar Lily en ik sleuren hem altijd mee naar buiten.
Niet veel later komt Lily aanhuppelen en gaat tussen ons in zitten. ‘Veer, kom nou in de zon zitten.’ Zegt ze geïrriteerd tegen Severus, die nog steeds niet blij is met zijn bijnaam.
Hij mompelt iets en leest vervolgens weer verder in zijn boek. Lily zucht en laat hem maar zitten.
‘Sev, kan je me zo trouwens nog even helpen met mijn verslag voor toverdranken?’ Ik kijk hem met mijn liefste glimlach aan.
Hij zucht en legt zijn boek weg. ‘Ga je spullen dan halen.’
Lily schiet overeind. ‘Verslag voor toverdranken? Ik weet niet meer of ik dat heb gemaakt!’ Paniekerig kijkt ze me aan.
‘Oh. Mijn. God.’ Zeg ik en kijk haar geschokt aan. ‘We hoeven het morgen pas in te leveren hoor, nog genoeg tijd.’ Ik rol met mijn ogen en sta op. ‘Kom mee naar de leerlingenkamer, dan kan je kijken of je het al afhebt.’ Zeg ik en steek mijn hand uit, om haar helpen op te staan.
Ik zwaai even naar Severus en word dan meegetrokken door Lily.