~007~

Dan verstomt het geroezemoes en kijkt iedereen naar de tafel waar alle leraren aan zitten. Een oude man met een lange baard en een brilletje staat op. ‘Dat is het schoolhoofd, Albus Perkamentus.’ fluistert Fred. Ik knik en luister naar wat hij heeft te zeggen. Hij vertelt dat de dementors van Azkaban het schoolterrein, in opdracht van het Ministerie van Toverkunst, bewaken. En dat je ze beter met rust kan laten. ‘Verder wil ik ook nog twee nieuwe leraren verwelkomen. Ten eerste professor Lupos, die de post van leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten aanneemt.’ Er klinkt een zwak applausje. Ik kijk naar Lupos en herken hem van de foto’s die mijn moeder me had laten zien. Hij is nu wel wat ouder maar ik weet zeker dat het dezelfde is. ‘Ten tweede heeft Rubeus Hagrid erin toegestemd om leraar Verzorging van Fabeldieren te worden.’ Er klinkt dit keer een donderend applaus en Hagrid wordt helemaal rood. Ik glimlach en voeg me aan bij het applaus. ‘Nou , dat waren alle mededelingen, laat het feestmaal beginnen!’ zegt Perkamentus. Ik kijk voor me naar de tafel en zie dat de borden en bekers ineens gevuld zijn met eten en drinken. Fred en George grijnzen en vallen meteen aan. Tussen het eten door vertellen ze me alles over de leraren en de andere leerlingen. “Wemel” die door Anderling weggestuurd was blijkt hun broertje, Ron, te zijn. Verder hebben ze ook nog een klein zusje, Ginny, en een broer, Percy, die dit jaar Hoofdmonitor is. Percy begint meteen een heel verhaal tegen me op te hangen over zijn toekomstplannen, maar Fred en George praten gewoon door hem heen, dus na een tijdje stopt hij maar en gaat op zoek naar een ander slachtofer. Ook maak ik kennis met Haast Onthoofde Henk, de afdelingsgeest van Griffoendor. Het feestmaal is heerlijk en als Perkamentus roept dat het tijd is om naar bed te gaan voel ik ineens hoe moe ik eigenlijk ben. Ik loop met de stroom Griffoendors mee naar boven. Als we in de leerlingenkamer zijn, die zich achter het schilderij van de Dikke Dame bevindt, neem ik afscheid van Fred en George en loop ik naar de slaapzaal. Deze deel ik met nog drie andere meiden van mijn leeftijd, Anne Gray, Jennifer McCoy en Angela Day. Ik vertel ze waarom ik nu pas op Zweinstein kom en vervolgens kletsen we nog tot na middernacht door over van alles en nog wat.