Tom Lover From The Future *13*

Je keek naar de wekker die op Tom zn nachtkastje stond. 6 u. Je kon niet meer verder slapen. Het lukte gewoon niet. Je nam het plan nog één keer door in je hoofd. Ten eerste, moest je zorgen dat ze je naar het hotel zagen lopen, daarna moest je zorgen dat je een baantje kreeg, waardoor je een hotel kon betalen, en dan moest je je 5 dagen koest houden, totdat ze weg gingen. Daarna 3 weken zonder Tom… en dáárna moest je nog eens een verschíkkelyk goeie smoes verzinnen waarom je weer terug was. Je zuchte. Elke keer leek het plan nog moeilyker en onmogelyker. Je liep naar de badkamer om te plassen. Toen je terug kwam zag je Tom kyken. Slaap je niet? Vroeg je. Hy schudde zyn hoofd. Je deed de deur dicht. Het was weer donker in de kamer. Op tast liep je naar Toms bed en ging je naast hem liggen. Hy sloeg zn armen om je heen, het was heerlyk warm. Ik wil je niet kwyt, fluisterde hy. Je ging nog dichter tegen hem aan liggen. Het liefst wilde je hem kussen. Kussen en zeggen dat alles goed was, dat je helemaal niet weg ging, dat je bleef. Ineens bedacht je hoe het voor Tom zou moeten zyn. Jy wist dat je terug zou komen, hy dacht dat je echt weg ging, voor altyd. Tom… fluisterde je, beloof me, dat je altyd aan me zal denken. Dat je altyd van me zal blyven houden, dan beloof ik, dat ik terug zal komen. Hy boog zich naar je toe. Ik beloof, dan ik altyd aan je zal denken, dat ik altyd van je zal houden, en altyd op je zal blyven wachten, tot ik sterf en nog langer. Tranen stroomden over je wangen. Hoe kón je nou 4 weken zonder die liefheid, zonder die warmte, zonder dat lieve gezicht, zonder zyn geweldige karakter, en die lieve ogen? Het antwoord op die vraag was simpel: niet…