#62. - HOOFDSTUK 7

“Tom, kom je?” Bill’s stem schetterde doorheen de gang. “Waar gaan we dan wel naartoe?” vroeg ik terwijl ik de laatste spullen in mijn handtas propte. “Tom en ik laten je de stad zien. Ik weet niet precies hoe lang je hier wil blijven, maar het lijkt me handig om alvast niet te verdwalen.” Ik knikte begrijpelijk. Zelfs met een wegenkaart zou ik nog krankzinnig worden en erin slagen om verloren te lopen. “Hoezo de stad laten zien?” Tom kwam hijgend de trap afgelopen. Zijn haar was nog nat en hij had de tijd nog niet gehad om een bandana aan te doen. Bill staarde zijn broer aan, net zolang totdat Tom zelf begon te praten. “Juist ja, ik was alweer vergeten dat je me dat verteld had. Laten we gaan.” Hij maakte een of ander handgebaar. “Wat laten we haar trouwens zien?” Mijn blik schoot naar Bill, die Tom’s vraag blijkbaar net zo interessant vond als ik. Ik had het kunnen weten dat hij nog niet eens erover nagedacht had wat hij me zou laten zien. “Ik weet het niet. We zien wel waar we langs voorbijkomen.” “Bill, wil je dan de winkelstraat alsjeblieft overslaan?” Tom zei het doodserieus, maar ik zag Bill met zijn wenkbrauw wiebelen.