Aanhalingstekens
Wanneer gebruik je aanhalingstekens?
Tekst die in je verhaal wordt gezegd door een personage, moet altijd tussen aanhalingstekens staan. Je mag zowel dubbele [ "..." ] als enkele [ '...' ] aanhalingstekens gebruiken, zolang je ze maar niet door elkaar gebruikt.
Let op! Gedachten mogen niet tussen aanhalingstekens. Je kunt deze het best cursief (schuingedrukt) zetten om toch aan te geven dat het een bijzonder stukje tekst is.
Basisregel voor punten, vraagtekens en uitroeptekens
Interpunctie moet binnen de aanhalingstekens staan. De punt, het vraagteken of het uitroepteken waarmee je de laatste zin van gesproken tekst eindigt, moet dus voor het sluitende aanhalingsteken.
A) "Ja, ik moet jullie iets vertellen. Het is een groot geheim."
"Laten we een feestje vieren!"
C) "Wanneer komt Piet weer thuis?"
Zegt/zei hij na het sluitende aanhalingsteken
Als je zegt/zei hij, roept/riep ik of een ander woord dat aangeeft dat een bepaald persoon iets zegt achter het sluitende aanhalingsteken zet, schrijf je dit altijd met een kleine letter, nooit met een hoofdletter. Bovendien moet de laatste punt voor het sluitende aanhalingsteken in een komma veranderen. Deze komma hoort nog steeds binnen de aanhalingstekens te staan.
D) "Ja, ik moet jullie iets vertellen. Het is een groot geheim," zei ik.
Een uitroepteken en vraagteken blijven gewoon staan. Ze veranderen niet in een komma en er hoeft ook nergens een komma toegevoegd te worden.
E) "Laten we een feestje vieren!" riep Toos.
F) "Wanneer komt Piet weer thuis?" vroeg Bertha.
Zegt/zei hij in het midden van een stuk gesproken tekst
Als zei hij in het midden van een stuk gesproken tekst staat, zijn er twee mogelijkheden. De eerste is dat de gesproken tekst uit meerdere zinnen bestaat en zei hij tussen twee zinnen in staat. De laatste punt voor het sluitende aanhalingsteken moet dan weer in een komma veranderen en het stukje met "zei hij" eindigt op een punt. Daarna begint weer een stuk tussen aanhalingstekens en de zin die daar begint, start met een hoofdletter.
G) "Ja, ik moet jullie iets vertellen," zei ik. "Het is een groot geheim."
De andere mogelijkheid is dat zei hij in het midden van één doorlopende zin staat. In dat geval moet de punt voor het sluitende aanhalingsteken opnieuw in een komma veranderen, maar het stukje met "zei hij" moet op een komma eindigen in plaats van een punt en het tweede deel van de zin tussen aanhalingstekens begint met een kleine letter in plaats van een hoofdletter.
H) "Ja," zei ik, "ik moet jullie iets vertellen. Het is een groot geheim."
Nieuwe zin na het sluitende aanhalingsteken
Als er een nieuwe zin begint na het sluitende aanhalingsteken en er niet zei hij of iets dergelijks achter staat, moet deze zin gewoon met een hoofdletter beginnen, net als iedere andere zin. Ook moet er een punt staan voor het sluitende aanhalingsteken en deze hoeft niet in een komma veranderd te worden.
I) "Ja, ik moet jullie iets vertellen. Het is een groot geheim." Ik veegde zenuwachtig een pluk haar uit mijn gezicht.
Reageer (2)
Voor mij is dat nieuw en vreemd, want het is dubbelop. Een uitroepteken, zegt al dat er iets geroep/geschreeuwd wordt. Uiteraard dat je er wel naar kan refereren in de volgende zin als:
"Laten we een feestje vieren!"
"Toos, roep niet zo, ik zit op nog geen meter afstand..." (dit verzin ik even ter plekke.)
7 jaar geleden
Ik heb ook een boek gelezen, Gregor de Bovenlander, en daar doen ze het anders.
8 jaar geledenOp deze manier.