Aan het begin van een zin
Het eerste woord van een zin moet je altijd met een hoofdletter beginnen. Dit geldt ook voor zinnen tussen aanhalingstekens (zie voor meer info daarover aanhalingstekens).
      A) Hij gaat met de bus naar school.
      B) "Hoe gaat het met je?"
Er zijn twee uitzonderingen op de regel dat een zin met een hoofdletter moet beginnen. Wanneer een zin met een cijfer begint, schrijf je het volgende woord met een kleine letter en hoeft er dus nergens een hoofdletters te staan. Wanneer een zin begint met 's, 't of 'n, moet je het woord dat daarna komt met een hoofdletter schrijven.
      C) 5869 euro is niet weinig.
      D) 's Avonds drink ik altijd een kopje thee.
      E) 't Was niet leuk, geloof me maar.

Namen
Namen hoor je met een hoofdletter te schrijven. Dit geldt voor namen van mensen en dieren, maar ook voor bijvoorbeeld aardrijkskundige namen en namen van organisaties, bedrijven of dingen.
      F) Dat is Hanna.
      G) De Action heeft een nieuwe winkel geopend in het dorp.
      H) Iedereen weet waar New York ligt, maar kun je Syrië aanwijzen op de kaart?
      I) Ik geef graag geld aan goede doelen zoals Warchild en Unicef.

Feestdagen
Veel (vaak van oorsprong religieuze) feestdagen hoor je ook met een hoofdletter te schrijven. Afleidingen en informele aanduidingen hiervan echter niet. Zo schrijf je Werelddierendag bijvoorbeeld met een hoofdletter, omdat het de officiële, formele aanduiding is, maar dierendag niet, omdat het een informele naam voor die feestdag is. Hier vind je een lijst met welke feestdagen wel en welke niet met een hoofdletter geschreven moeten worden.
      J) Het is al bijna Kerstmis, dus we moeten opschieten met het versturen van kerstkaartjes.
      K) Tijdens Pasen zocht ik vroeger altijd paaseieren.
      L) Het is bijna Nieuwjaar! Op nieuwjaarsdag ga ik bij mijn opa nieuwjaarsrolletjes eten.

Wat je niet met een hoofdletter moet schrijven
Op de informele benamingen van feestdagen na, zijn er nog een paar dingen die vaak met hoofdletters worden geschreven maar waarbij dit niet zo hoort. Dit zijn bijvoorbeeld tijdperken, windrichtingen en seizoenen, maanden en dagen.
      M) Het was erg koud in de ijstijd.
      N) Tijdens de renaissance gebeurden veel interessante dingen.
      O) Volgens de weerman zou de wind uit het oosten komen.
      P) Het is eindelijk lente!
      Q) Ik herinner me het nog goed. Het was een zaterdag in juni of juli.

Let op! Je kunt hoofdletters beter niet gebruiken om nadruk te leggen of aan te geven dat iemand schreeuwt. Het staat veel netter als je gewoon beschrijft dat iemand hard praat. Als je graag extra aandacht wilt vestigen op een woord of een stukje tekst, kun je daarvoor de opmaak van de tekst gebruiken. Je kunt het bijvoorbeeld cursief (schuingedrukt) schrijven.

Reageer (1)

  • Grindelwald

    Overigens is 'kerstvakantie' met een kleine letter, maar 'Kerstmis' niet. Als er dus iets achter de naam wordt geplakt, wordt het (officieel) met een kleine letter geschreven.

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen