Level 34
Reyan’s wereld kromp ineen tot een enkele, angstige focus: Fay, die roerloos op de grond haar been omklemde en de Bludhoof die op haar af stormde. De angst in haar ogen stond nu eeuwig in zijn geheugen gegrift. Reyan sprintte naar haar toe en wierp een schild om haar ranke gestalte. Vlak voordat de Bludhoof zijn slagtanden tegen zijn krachtveld zou beuken, doemde er een massief gestalte tussen Fay en de Bludhoof op. Slagtanden botsten toen Kyrin zich in de gedaante van een neushoorn voor Fay wierp. Ivoor schraapt krakend langs elkaar heen en Kyrin wierp met een brul de Bludhoof omver.
De aarde dreunde onder Reyans voeten toen het massieve lichaam met een doffe klap naast hem neerkwam. Hij schoot opzij, sloot in één vloeiende beweging zijn krachtveld en bereikte Fay. Toen hij haar in zijn armen trok, wierp hij het schild weer op. Fay klampte zich aan hem vast, haar nagels priemden door de stof van zijn kleding, alsof ze krampachtig op zoek was naar iets bekends, iets veiligs. Warm bloed plakte van haar handen aan zijn kleding. Hij boog zich over haar heen, zijn blik bleef op het monster gericht. 'Ik ben er, Fay,' fluisterde hij. 'Ik ben er.'
De Bludhoof kreeg de kans niet om op te staan, want Ardin doorboorde met een allesvernietigende slag zijn ruwe dikke huid. Hout kraakte toen breedzwaard door zijn pantserrug ging. Het monster kreunde een laatste keer voordat het in elkaar zakte en stil bleef liggen.
De spanning leek in een enkele ademtocht te breken. Pas toen het lichaam uiteen spatte in een fonkelende wolk, liet hij zijn krachtveld zakken en keek hij weer naar Fay. Ze beefde in zijn beschermende omhelzing en staarde schokkend ademhalend vooruit. Haar gezicht was krijtwit. Reyan keek naar de wond in haar dijbeen en zijn maag draaide zich om. Het was afschuwelijk – een diepe, rafelige snee die van de buitenkant van haar dij naar het midden liep, alsof ze door zijn slagtand was opengereten - donkerrood en glanzend van het bloed dat in dikke druppels naar beneden sijpelde en een spoor op de grond achterliet.
Reyan rechtte zijn rug, trok haar voorzichtig met hem mee tot ze overeind zat. ‘Fay?’
Ze knipperde een paar keer met haar ogen alsof ze zichzelf ergens vandaan moest trekken en keek hem aan. Tranen blonken in haar half gesloten ogen. ‘Het spijt me,’ prevelde ze verzwakt. ‘Ik wilde niet-’ Ze sloeg haar ogen neer, kermde zachtjes terwijl een diepe frons over haar gezicht trok. ‘Ik heb je.. tekortgeschoten.’
‘He, he,’ zei hij sussend en graaide naar de flesjes aan zijn riem. ‘Je hoeft je nergens voor te verontschuldigen en je hebt me al helemaal niet tekortgeschoten. We wisten waar we aan begonnen toen we deze keuze maakten.’ Met zijn duim drukte hij de kurk van het flesje en hield deze bij haar mond. ‘Ik ga dit in je mond gieten.’
Ze knikte zwakjes voordat hij het flesje kantelde en beetje bij beetje de vloeistof in haar mond goot. Pas toen het flesje leeg was, verschoof hij zijn blik naar haar been, waar het bloed begon te stollen en het vlees naar elkaar toe trok, alsof onzichtbare handen de huid naar elkaar toe duwden. Hij hield zijn hand erboven, vulde de magie van het elixer aan met zijn magie. ‘Dit ga je nog een tijdje voelen,’ zei hij zachtjes.
Kyrin transformeerde terug naar haar menselijke gedaante en wierp hijgend een blik over haar schouder. ‘Alles oké?’
Fay knikte, maar haar blik stond afwezig. ‘Dankjewel, Ky. Oprecht.’
De blondine schonk haar een knipoog, maar haar blik werd al gauw bezorgder toen ze deze naar Fays been verplaatste. Ze wisselde een blik met Reyan. Hij fronste kort zijn wenkbrauwen en dat was genoeg - Kyrin knikte. Reyan tuurde om zich heen naar het slagveld. Ze hadden de hele omgeving ontruimd, hopelijk genoeg zodat Fay tijd had om te genezen. Het was een bekend gegeven dat magie en drankjes slechts een deel van het helingsproces voltooiden. Elke niet-fatale wond - hoe ernstig en afschuwelijk ze ook waren - kon worden hersteld, maar de diepere sporen ervan bleven voelbaar, alsof het lichaam tijd nodig had om te begrijpen dat de pijnbron verdwenen was.
Hij nam een momentje om de anderen te controleren, maar iedereen leek in orde. De schutter had haar bloederige pijlen van de bosgrond gesprokkeld, Ardins breedzwaard stond rechtop in de aarde gespietst, terwijl hij zijn vriendin omhelsde.
Fay drukte zich op haar ellebogen en kreunde zachtjes. ‘Mijn been..’
‘Geef het even de tijd.’ Hij ondersteunde haar, terwijl ze haar trillende lichaam overeind probeerde te krijgen. Ze zette voorzichtig wat gewicht op haar been en zoog gepijnigd lucht binnen. ‘Oke.. Ja, dat gaat nog wel even naar zijn.’ Ze zette voorzichtig een paar stapjes met een gezicht alsof ze in een zure appel had gebeten. Reyan hield zijn handen naar haar uitgestoken. Als het ook maar even leek alsof ze zou vallen, dan zou hij haar opvangen.
Ardin prikte zijn zwaard in de bosgrond toen hij en Sohra zich bij hen voegde en drukte zijn vuist tegen die van Kryin. Het heft van zijn zwaard glansde van het bloed.
‘Je moet ons niet zo laten schrikken hoor, Fay,’ zei Sohra terwijl ze de bebloede pijlen in haar pijlkoker opborg.
Fay keek haar verontschuldigend aan. ‘Sorry,’ zei ze, ‘ik lette niet op.’
Sohra gaf haar een kneepje in haar schouder en sloeg haar boog om haar lichaam. ‘Wat gebeurde er eigenlijk?’ Het was niets voor Fay om afgeleid te raken tijdens een gevecht - haar bewegingen waren altijd soepel, berekend. Fay schudde gefrustreerd haar hoofd. ‘Het was gewoon stom. Ik zag die ander niet aankomen door de mist.’
‘Kun je door?’
Ze knikte. Reyan wendde zich tot het bos. ‘Wees op je hoede.’ Hij balde zijn vuist, zijn metalen vingers schraapten langs elkaar. Ze konden een heel stuk bos inlopen zonder een Bludhoof tegen het lijf te lopen. Reyan vond het wel even prima. Dat gaf hen tenminste tijd om alles te laten bezinken en op adem te komen.
Hij keek over zijn schouder. Fay liep stilletjes achter hem, haar gelaat was nog bleek van de shock. Ze hinkte een beetje, maar klaagde niet. Reyan had het gevoel dat ze meer was geschrokken dan ze toegaf. Het stelde hem in ieder geval gerust dat Kyrin niet van haar zijde week.
Hij liet zijn blik weer over het terrein gaan. Het was een voor burgers duidelijk onbegaanbaar gebied. Er was geen pad, het was heuvelachtig en het gras stond op sommige plekken hoog genoeg dat ze zich erin konden verbergen als ze bukten. Dat kwam op zich niet slecht uit als ze straks de titaan moesten bevechten. De dikke nevel die laag boven de grond hing zou hen wat extra dekking bieden, maar het maakte het zicht voor zichzelf ook moeilijker. Hij had geen idee waar hij de titaan kon treffen en ze konden het zich niet veroorloven om door hem verrast te worden.
Reyan richtte zijn blik op de boomtoppen hoog boven hem. Zijn vrienden hielden hun pas in. ‘Er komt een moment dat we het centrum bereiken,’ zei hij, ‘maar aangezien we niet zeker weten waar we de titaan kunnen verwachten.’ Hij keek Fay aan. ‘Wil ik vragen of jij boven de boomtoppen kunt kijken. Jij bent de enige die lang genoeg in de lucht kan blijven zweven om goed rond te kijken.’ Hij zakte op een knie en hield zijn vuist boven zijn hoofd. ‘Gaat dat lukken?’
Fay keek hem beredenerend aan, maar al snel knikte ze vastberaden. De anderen namen afstand terwijl Fay de ruimte maakte om een aanloop te nemen. Ze zette zich af en kwam met een ongelooflijke snelheid op hem af. Op het moment dat ze zich van de grond afzette, activeerde Reyan zijn krachtveld. Hij voelde het gewicht van haar laars tegen zijn veld, vederlicht, maar meer was ook niet nodig. Reyan klemde zijn kaken op elkaar en zette zich krachtig af tegen de grond. Zijn benen brandden van inspanning toen hij overeind kwam en Fay met kracht de lucht in lanceerde. Ze schoot als een pijl tussen de bladeren en verdween uit het zicht. Alleen het geluid van opschrikkende vogels verraadde haar aanwezigheid.
Enkele seconden bleef Reyan omhoog staren naar het bladerdak. Hij wist niet zeker hoe lang ze precies in de lucht kon blijven zweven en het was nog de vraag of ze de titaan daadwerkelijk zou zien. Plots klonk boven hem het breken van takken en een moment later dook Fay weer tussen de bomen door. Reyan vormde een krachtveld vlak boven de grond om haar op te vangen. Ze landde op haar goede been en liet zich vervolgens met een koprol op de grond neerkomen. Ze blies een zucht lucht uit. ‘Ik denk niet dat ik ooit zo hoog ben geweest.’ Ze plukte wat blaadjes uit haar haren en klopte haar kleren af.
‘Wat heb je gezien?’
Fay knikte in noordoostelijke richting. ‘Er is een open plek dicht bij een hoge boom. We lopen er recht op af als we die kant afbuigen.’
‘Een hoge boom, zeg je?’ Ardin wreef over zijn baardje en leunde voorover op het heft van zijn breedzwaard. ‘Ik vraag me af of het zo makkelijk kan, maar een hoge boom te midden van een open plek..’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Zou mij een ideale plek lijken voor een bron.’
Dat vroeg Reyan zich ook af. Kon het zo makkelijk zijn? Goed, als het zo was dat een titaan een bron beschermde, dan zou de bron zeker niet ver bij hem vandaan liggen, maar het hele idee van een bron was dat deze verborgen ligt en dat alleen Mana-oogsters deze kunnen lokaliseren. Anders zou het heel makkelijk zijn om aan een oneindige voorraad mana te komen. Reyan negeerde de glinstering in Kyrins ogen. Hij wist bijna zeker dat zij tot dezelfde conclusie was gekomen.
‘We zien het wel als we er zijn,’ besloot Sohra. Haar stem verraadde haar ongeduld, terwijl ze over haar schouder keek. ‘Laten we maar gewoon die kant op lopen voordat de Bludhoofs terugkomen.’
Fay knikte. ‘We hebben nog een stuk te lopen.’ Ze wreef even over haar bovenbeen, maar glimlachte naar Reyan toen hij haar een bezorgde blik wierp. Zonder verder nog wat te zeggen, liep ze achter Sohra en Ardin aan.
Reageer (2)
I'm still shipping them
2 maanden geleden
its allowed! I'm still thinking about it HAHA
2 maanden geledenYas girl ik ben eindelijk weer bijgelezen! Phew Fay having 9 lives, cat lady!
4 maanden geledenYeah!! Welcome back, I missed you <3
4 maanden geleden