Na dit bezoek aan kapitein Bluewater werd Rowan weggeleid om zich op te frissen. Zelfs met de stille woorden van 'crimineel' die bijna op zijn huid geschreven leken te staan, kon hij zich niet aan de buitenwereld vertonen in zijn huidige uiterlijk.
De boeien werden daadwerkelijk af gedaan, door een zwijgende soldaat in een net rood uniform. De boeien hadden striemen op Rowans polsen achter gelaten. De huid was schraal en ruw geschuurd en het bloed dat uit de wonden gekomen was zat nog opgedroogd op zijn huid. Maar er stond een warm, stomend bad voor hem klaar.
De stille soldaat liet hem niet alleen. Hij wees enkel naar het bad. De boodschap was duidelijk: was je. Zijn hand bleef daarna rusten op het pistool dat aan zijn riem hing.
Rowan trok zijn shirt uit. Er stond een spiegel in de hoek, en hij ving een blik op van hemzelf. Zijn schouderlange donkere haren zaten vol met klitten. Zijn normaal gladgeschoren gezicht was bedekt met een week oud baardje. Zijn gezicht was vies, zijn lijf was blauw en beurs. Hij zag de wonden op zijn polsen, zijn enkels, zijn hals. De brandplekken op zijn huid. De viezigheid van de cel.
Het water brandde op zijn huid toen hij zich in het bad liet zakken. Ondanks dat hij zich plots bewust was van elk klein sneetje op zijn huid, leken de spieren daaronder toe te zijn aan de ontspanning die het warme water kon bieden. Na een week lang in een houding rechtop gedwongen te zijn door de boeien, schreeuwden ze om wat rust. En eerlijk, niemand had hem gezegd dat hij snel moest zijn met het bad, dus bleef hij zitten in het water dat stiekem toch al wat bruin kleurde van de smerigheid die van hem af kwam. Pas toen het water bijna afgekoeld was, begon hij zich verder te wassen. Het water kleurde donkerder en donkerder.
Al die tijd had de soldaat in stilte toe staan kijken, zijn hand nog altijd rustend op zijn wapen. Zijn ogen gericht op de bewegingen die Rowan maakte, alert op elke vorm van verraad. Rowan maakte zich geen illusies. Zelfs als hij deze soldaat uit kon schakelen, zou hij niet verder komen dan deze ruimte. Er waren mensen buiten. Hij had de deur op slot horen gaan. Hij zou enkel zijn positie pijnlijk duidelijk maken.
Misschien was het ook een test. De jongeman voor hem was een paar jaar jonger dan hijzelf was. En waar Rowan al van jongs af aan naam voor zichzelf gemaakt had tot hij had mogen regeren over mannen dubbel zijn leeftijd, was deze jongen pas net het leven van de zee binnengekomen. Hij was een broekie, zowel in de ogen van Bluewater als van Rowan zelf. Wilden ze hem beledigen door hem met hun nieuwe rekruut samen te zetten? Of wilden ze hem uitlokken een domme stap te maken? Hij had beloofd te helpen, maar een belofte waren enkel wat woorden. Woorden hadden uiteindelijk geen waarde.
Rowan schonk hem geen aandacht terwijl hij zich waste, en ook niet terwijl hij zich afdroogde en aankleedde. Hij zou de misstap niet begaan, hij zou ze laten zien dat hij elk beetje ruimte kon verdienen. Zelfs al betekende dat beetje ruimte dat hij moest glimlachen.
Zelfs al betekende dat beetje ruimte dat hij zijn eigen soort zou moeten verraden.

Reageer (2)

  • Laleah

    Groot gelijk heeft hij! Geen tijd is alle tijd ;)

    6 maanden geleden
  • AMuppetOfAWoman

    Dit hoofdstuk las weer ontzettend fijn weg! 💛
    Ik ben zo benieuwd naar het verloop van het verhaal.

    6 maanden geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen