Onder de maretak • Jenyx
Voor Froukje
Setting: Experium bestaat niet
Onyx had altijd een grafhekel aan kerst gehad. Zeker omdat hij als kind van pleeggezin naar pleeggezin verhuisde en hij zich er in de decemberperiode heel bewust van was dat hij niet echt bij de rest van het gezin hoorde.
Natuurlijk was hij toen hij ging studeren net bij een gozer in een studio terechtgekomen die overal lichtsnoeren, zuurstokken en idiote raamversieringen achterliet. Als het daarbij was gebleven was het misschien nog te verteren geweest – maar nee, hij draaide ook al vanaf eind september kerstmuziek en er stond een kerstboom die de halve woonkamer in beslag nam.
En toch was hij voor dat op kerst verknochte jong gevallen. En hard ook.
Nu was het 21 december en had het huis net zoveel charme als een kaalgevreten schedel. Geen lampje, geen kerstballetje, geen stukje groen dat ook maar in de verste verte op een naaldboom leek.
Jester was al sinds het begin van het schooljaar in de Verenigde Staten voor zijn studie en zijn afwezigheid had nog nooit zo nadrukkelijk gevoeld als nu. De dag voor kerst kwam hij terug en Onyx had nooit verwacht dat hij die jongen met z’n schaterlach en springerige rooie krullen zo erg zou missen. In de weken voor Jesters vertrek had hij zichzelf voorgehouden dat hij het wel lekker zou vinden om alleen te wonen, maar zijn roommate was amper de deur uit of hij wenste dat er een storm opstak die de rest van het jaar zou duren, zodat-ie niet alleen aan tafel zat of naar Netflix-series keek die niet leuk waren om in je eentje te bekritiseren.
En hij had nog wel andere vrienden. Maar ze waren niet zoals Jes.
Onyx’ humeur was door Jesters vertrek meteen omgeslagen en het had amper een week geduurd voor Adam had uitgevogeld dat hij gevoelens voor zijn huisgenoot had, die daarna opeens wel heel lastig te ontkennen waren.
En nu kwam hij bijna terug.
En het huis was nog kaal en hij wist dat Jester het geweldig zou vinden als hij in een kerstsprookje stapte zodra hij de deur opendeed.
Onyx slaakte een zucht. Ging hij dit echt doen?
Adams woorden spookten door zijn hoofd. ‘Het is kérst als hij terugkomt. Je moet hem verrassen, ik weet zeker dat hij dat leuk vindt.’
Ja – Onyx wist dat ook wel. Maar toch… Hij had nooit zoiets voor iemand gedaan. Het was nogal een gebaar naar iemand op wie hij het gros van de tijd mopperde.
Even dacht hij aan de manier waarop Jesters ogen zouden oplichten, aan de uitdrukking van pure verwondering op zijn gezicht. Toen pakte hij zijn jas van de haak en stapte in zijn kisten.
Eerst maar een kerstboom scoren.
Zo vlak voor kerst waren niet bepaald de mooiste bomen over. (Ja, hij had nu ook al een mening over hoe kerstbomen eruitzagen, het moest niet gekker worden.) Uiteindelijk sleepte hij er toch eentje achter in zijn auto. Pas toen hij weer thuiskwam, realiseerde hij zich dat hij helemaal geen kerstboompot had – of hoe je zoiets ook noemde.
Hij had nu al spijt van zijn voornemen. Hij kon het ding natuurlijk gewoon ergens in iemands tuin dumpen, maar als Jes daar op de een of andere manier achter zou komen dan kwam hij ook over als iemand met een wilskracht van een slappe vaatdoek. Niet bepaald het soort indruk dat je op hem wil maken.
En dus liet hij de boom in het midden van de kamer liggen en ging hij op zoek naar een ding waar die boom in kon staan. Eenmaal in de winkel realiseerde hij zich dat Jester vorig jaar ook een kerstboom had opgezet, dus dat er ergens in hun opslag toch zo’n ding moest liggen. Inmiddels had hij al een nieuwe in zijn handen, dus hij rekende die maar af en ging daarna toch op zoek naar de kerstspullen die ze al hadden. Zijn tijd aan deze meuk verdoen was één ding, maar hij had nou ook weer geen zin om al z’n zuurverdiende centen eraan uit te geven.
De dag voor kerst was het hem dan toch gelukt. Er stond een goed gevulde kerstboom, er waren zoveel lichtjes dat het pijn deed aan zijn ogen, er stond een cheesy kerstlijst aan, op een tafeltje lagen kerstkransjes – idee van Adam – en naast de tv lag een stapeltje vreselijk slechte kerstfilms.
‘Ik heb nog een cadeautje voor je,’ zei Adam met een scheve grijns, die hij schoorvoetend toch over de vloer had gevraagd om te horen of hij niks belangrijks vergat. Plus – als Adam het al overdreven vond dan kon hij gauw nog de helft van al die bende in de vuilnisbak mikken. Helaas vond die alles geweldig.
Argwanend keek hij naar het pakketje dat zijn vriend hem aanreikte. Het was zacht, merkte hij toen hij het aanpakte. ‘Als het kerstmannensloffen zijn, hang ik je in die kutboom,’ waarschuwde hij.
Adam grinnikte. ‘Als een kerstengeltje?’
Onyx rolde met zijn ogen, al schemerde er een grijns om zijn lippen. Hij scheurde het papier eraf en trok zijn neus op bij het zien van de felgekleurde wol. Het was een rooie trui met een elandenkop, inclusief gestreepte sjaal en lampjes in zijn gewei. ‘Dit is het lelijkste wat ik ooit heb gezien.’
‘Ja ja, trek hem nou maar gewoon aan. Het maakt het plaatje helemaal af.’ Adam legde nog een pakketje op de salontafel. ‘Deze is voor hem.’
Zich toch al een idioot voelend, trok Onyx de trui over zijn hoofd. Het zat hem te krap en jeukte meteen al ondragelijk.
‘Wat een horrording.’
‘Heb je toch nog iets naar je smaak,’ zei Adam met een knipoog. Hij haalde nog iets uit zijn tas. ‘Nou, alleen deze nog en dan bemoei ik me er niet meer mee.’
Het was een groen bosje takken dat met een rood lint bij elkaar werd gehouden. Adam keek even bedenkelijk de kamer rond, liep toen naar de voordeur en hing het achter de deurpost. ‘Ziezo.’
‘Ziezo?’ herhaalde Onyx met opgetrokken wenkbrauwen.
‘Je weet wel wat dit is toch?’
‘… nee?’
‘Een maretak?’
Uitdrukkingloos keek hij de jongen aan.
‘Een mistletoe?’
‘Zegt me niks.’
‘Dan wordt het echt hoog tijd dat je kerstfilms gaat kijken.’
‘Jester heeft het nooit eerder opgehangen.’
Adam grinnikte. ‘Dan maar hopen dat hij de hint wel begrijpt.’
‘Welke hint?’
Adam trok de deur open. ‘Fijne kerst alvast.’
‘Welke hint?’ herhaalde Onyx.
Adam deed flauwtjes glimlachend de deur dicht.
Nu was het wachten tot Jester kwam. Rond vier uur zou hij er zijn, had hij geappt, nadat Onyx had gezegd dat ie geen tijd had om hem van het vliegveld te halen. Dat was deels waar, aangezien Adam hier net was geweest. En Onyx was veel te bang geweest dat hij de verrassing op de een of andere manier zou verlullen, dus hij had gezegd dat Jester maar met het ov moest gaan.
Tegen de tijd dat hij de deurbel hoorde, voelden zijn handen klam. Stiekem hoopte hij dat er een portaal verscheen waarmee hij naar de andere kant van de wereld kon vluchten, maar uiteindelijk zat er niets anders op dan de deur open te doen, voordat Jester al zijn bagage binnenstebuiten trok, op zoek naar de sleutel.
Onyx zwaaide de deur open – en daar stond Jester dan, met een weekendtas en een rolkoffer en een lach op zijn gezicht die hem van oor tot oor verwarmde.
‘Hé scary vibes. Lang niet gezien.’ Jester hield een arm omhoog in een soort van omhels-uitnodiging – of zo interpreteerde hij het maar. Normaal deden ze daar alleen aan op verjaardagen, of als ze iets te veel gedronken hadden.
‘Hé kleine,’ mompelde Onyx, toch maar toegevend aan de omhelzing. Zodra Jester dicht bij hem stond, voelde hij er eigenlijk weinig voor om los te laten. De jongen trok zich echter al vrij vlot weer terug en keek toen overduidelijk naar de zweterige kersttrui.
‘Wat… wáúw.’
‘Ja,’ bromde Onyx.
‘Fantastisch dit.’ Jester sloeg zijn armen over elkaar en bekeek hem van top tot teen. ‘Draai eens een rondje? Zit er ook nog een wiebelende staart op de achterkant?’
Onyx zond hem een dodelijke blik.
‘Oké oké, ik hou al op.’ Jester grijnsde veel te breed naar zijn zin, daarna gluurde hij langs hem heen. ‘Man, wat heb je met de echte Onyx gedaan? Je hebt flink uitgepakt.’
Onyx trok een schouder op, opeens spijt hebbend van die actie. ‘Merry Christmas?’ deed hij een poging om zijn ongemak te verbergen.
‘Zeg dat.’ Jester gniffelde. ‘En sta je nu expres onder een mistletoe?’
Onyx vervloekte Adam. ‘Ik heb geen idee wat dat is.’
Dat was blijkbaar grappig, want Jester schoot in de lach en zette een stapje dichter naar hem toe. ‘Zal ik het je laten zien?’
‘Eh.’ Zijn brein leek opeens wel gefrituurd, er lag een blik in Jesters ogen die zijn maag deed kronkelen. ‘Als het moet?’
Jesters grijns sprak boekdelen. Hij trok zijn rolkoffer dichterbij, liet die vallen en zette er toen een voet bovenop.
Voor Onyx kon vragen wat hij in vredesnaam aan het doen was, was zijn gezicht opeens wel heel dichtbij. ‘Dit doen ze.’
Een plagerige grijns tekende Jesters lippen, voor die opeens uit zijn blikveld verdwenen en die van hem kusten. Een paar tellen was Onyx compleet overdonderd – daarna ving hij Jesters ietwat vragende blik, alsof hij zocht naar goedkeuring.
En die kreeg hij.
Onyx’ schroom smolt als sneeuw voor de zon en hij drukte opnieuw zijn lippen tegen die van zijn huisgenoot aan, blijer dan hij ooit zou toegeven met zijn thuiskomst.
Reageer (7)
HAHAHHAHAHA 1 jaar geleden
Hihihihihii i cackled 1 jaar geleden