Hoofdstuk 3
''Kom'' zeg ik tegen hem en ik trek hem aan zijn pols mee. Als Jass zijn tranen droog komen Niek en Rens terug. Blijkbaar zegt mijn verbazende blik al genoeg, want Niek maakt een kleine beweging naar Rens. Hij kijkt op zijn beurt geïrriteerd. Rens gaat zitten precies naast Jass. Nu vraag ik me echt af wat er aan de hand is, Jass is echt oncomfortabel. Wat moet ik doen. Mijn vrienden negeren hem compleet. Ik kijk hem aan. Als onze ogen ontmoeten kijkt hij snel weg. Gelukkig gaat dan de bel.
Na school zoek ik Jass. Ik weet het niet. Er is iets aan hem wat ik maar niet kan loslaten. Zodra ik hem zie groet ik mijn vrienden -behalve Jamie-. En ik ren naar Jass. ''Samen lopen?'' vraag ik. Hij lacht en hij lacht een beetje? Hij moet echt vaker lachen bedenk ik me.
Er zijn nog geen reacties.