Hoofdstuk 2

Als May en Thomas bij een dorp aan komen begint het al te schemeren. 'Zullen we hier in een hotel overnachten?' vraagt Thomas. 'Is goed,' antwoord May. Dan komt er een random man aan rennen. 'Zoeken jullie een plek om te verblijven?' vraagt die man hijgend. 'Ja,' antwoord May wantrouwend. 'Hier,' hij geeft haar een sleutel en rent weg. 'Wat,' mompelt Thomas, 'was dat,'. Zwijgend maakt May een geluid bol -dat is haar super power- en stuurt ze die achter die man aan. Zoals ze verwacht had voelt hij niks als die bol zijn lichaam in gaat. Dan draait ze zich om naar Thomas. 'Waar is die sleutel van?' vraagt May. 'Weet ik niet, ik heb hem ook net,' zegt Thomas een beetje verontwaardigd.

'Hé!' klinkt er een meisjes stem. Thomas en May draaien zich bijna tegelijker tijd om. Er komt een meisje met een pinguïn aan lopen en een jongen met een salamander op zijn tas. 'Kennen jullie die man?' vraagt het meisje. 'Nee, jullie?' vraagt ze terug. 'Nope,' zegt die jongen. 'Ik ben trouwens Lynne en dit is Leah ,' zegt Lynne wijzend op de pinguïn. 'Aiden en Fiona ,' mompelt Aiden.