Een aparte strandwandeling
`
Ik ben onderweg naar het strand, omdat ik daar met een meisje dat ik via tinder heb ontmoet heb afgesproken. In haar bio stond dat ze van strandwandelingen houdt. Mijn plan is om eerst even een stuk te lopen om elkaar beter te leren kennen, en daarna met haar uit eten te gaan. Als ik bij het strand aan kom zie ik haar al denk ik staan. Een meisje met lang stijl blond haar van ongeveer 1,60 meter. Ik loop op haar af, en vraag aarzelend: “ben jij Simone?”
Ze neemt mij van top tot teen in haar op en antwoord: “Ja, en jij moet dan Swen zijn.” Ik knik, “dat klopt.” Als een grapje buig ik diep voor haar en zeg: “Staat u mij toe om uw hand te pakken.”
Ik blijf met een uitgestoken hand gebogen staan. Ze pakt mij uit gestoken hand, en lachend zegt ze met een glinstering van humor in haar ogen: “uiteraard, schone heer.”
Dan kom ik overeind en loop met haar hand in hand het strand op. Van tevoren had ik al een soort route uitgedacht. Ik leid haar de richting op die ik al had bedacht. Het is best een grote afstand, maar het is mooi weer. We lopen richting een rotspartij, volgens de VVV kan je ’s avonds heel mooi daar de zonsondergang zien.
Als we er bijna zijn breekt de hemel opeens open, en breekt het noodweer los.
Bliksem en donder heel snel op een gevolgd. Bij de eerste donderslag begint Simone te gillen en klampt ze zich aan mij vast.
We lopen het laatste stukje naar de rotsen. In een bliksemflits zie ik een kleine spelonk in de rotswand. Aangezien het overdekt is en we dus droog kunne staan loop ik met de bevende Simone daar heen. Met lichte dwang duw ik haar in de spleet, en loop er snel zelf achteraan.
De spleet is groter dan ik dacht, toch zeker vier meter diep en twee meter breed. Simone kruipt in het achterste hoekje van de grot, want zo kan je het wel noemen, weg. Om haar te troosten sla ik een arm om haar heen. Ze vraagt of ik haar helemaal in haar arm kan sluiten. “ik ben zo bang.”
Dat verzoek willig ik in en trek haar op mijn schoot. Nu naast mijn gewicht ook het gewicht van Simone tegen het stukje muur leunt waar ik tegen aan zat, zakt de muur steeds verder door tot ik achter over tuimel in een gang.
Mijn nieuwsgierigheid wordt hierdoor geprikkeld, ik pak mijn telefoon en doe de zaklamp van mijn telefoon aan.
“Ik wil graag deze gang goed bekijken, loop je met mij mee?” Simone knikt, maar blijft heel dicht tegen mij aan staan. Ik doe een aantal stappen naar voren, en mijn lamp valt al bijna direct op een schildering op de muur. Nu is mijn nieuwsgierigheid helemaal geprikkeld. Kom we lopen verder, en ik trek Simone verder mee.
Na ongeveer tien meter buigt de gang naar links. Als we die hoek om slaan zien we nog meer schilderingen met ingelegde edelstenen. Simone is spontaan haar angst vergeten. Ze loopt naar een muur en vraagt: “hoe komt dit hier?”
“Ik zou het niet weten, maar daar wil ik wel achter komen.” Als ik de taferelen op de muur goed bekijk zie ik dat het een soort jachttaferelen zijn. Ik zie mannen met speren en pijl en boog. Ze lijken op een soort grote neushoorn te jagen.
Als ik doorloop en de grond afspeur op interessante dingen zie ik een pijl en boog liggen die heel erg lijkt op degene die ik op de afbeelding zag,
Ik buk om de voorwerpen beter te bekijken en leg heel even mijn telefoon met de lamp naar beneden op de grond, maar alsnog komt er ergens licht vandaan. Als ik de lamp helemaal uitdoe lijkt het wel alsof de schilderingen licht uitstralen.
Ik maak foto’s van de grot en roep “Simone” het duurt even voordat ik haar van ver weg “ja” hoor zeggen.
“laten we hier nu weggaan. Ik wil dit aan andere laten zien.”
Simone komt van achteruit de grot gelopen. “is daar nog iets interessants” vraag ik.
“Nee niet echt, nog meer schilderingen.” “Dan stel ik voor om weer naar de uitgang te gaan.”
Als we aankomen in de grot waar we begonnen zijn, is het weer heel mooi weer. “Hoelang zijn we binnen geweest. ”vraagt Simone.
“ongeveer een kwartier.” Antwoord ik. “wel raar dat er nu niets meer te zien is van het nootweer van net.” zegt ze. Ik kijk even goed om mij heen, en zie dat er inderdaad haast geen plassen lijken te staan. Ik haal mijn schouders op en loop weer richting het punt waar we elkaar voor het eerst troffen. Simone loopt naast me en vraagt: “wat gaan we hier nu mee doen?”
Ik stel voor om naar een VVV te gaan. “Misschien weten zij wie we hierover om hulp kunne vragen.”
Simone maakt en routebeschrijving op haar telefoon naar de VVV. Na tien minuten lopen komen we aan bij het kantoor dat op het punt staat om te sluiten.
Aan een vrouw die achter de balie staat beschrijven wij in het kort wat we hebben gezien. Op basis van onze beschrijvingen bellen ze een conservator van het museum in de stad. Binnen vijf minuten komt er een oude man in een auto aan. De man doet zijn raam open en vraagt of we in willen stappen om hem naar de grotten te brengen.
De man rijdt naar een plaats waar hij handig het strand op kan rijden. Ik geef aan hoe hij moet rijden, en kijk op mijn telefoon naar de foto’s die ik heb gemaakt. Op de foto’s is niets te zien.
We stoppen voor de grotten. De man stapt uit, en vraagt of ik voor hem uit kan lopen om de weg te wijzen. Ik loop zelfverzekerd richting de spelonk waar Simone en ik naar binnen zijn gegaan, maar als ik daar naar binnen stap is het maar een smalle spleet van ongeveer twee meter diep en een halve meter breed.
Ik loop de spelonk binnen en klop op de muren om de ingang te vinden. Ik draai mij om en kom terug bij de uitgang richting het strand. Op het moment dat ik naar buiten stap, en met mijn ogen knipper zie ik de man, de auto en Simone nergens meer.
Reageer (2)
Je stopt wel met een spannende cliffhanger, haha
3 jaar geledenMaar het klinkt wel als een originele tinder date.
Zo eentje zullen maar weinig mensen meemaken denk ik
Ik had nog niet per se het idee om hier aan verder te schrijven, maar misschien kan ik er nog wel een keer aan verder. Zelf vind ik het namelijk wel een grappige verhaallijn.
3 jaar geledeneerste kudo geef ik.
3 jaar geledenWat vind je ervan?
3 jaar geledenleuk en heel origineel
3 jaar geleden