Hoofdstuk 10

Elronds stem klonk plechtig: “De Ringdrager vertrekt voor zijn queeste naar de doemberg. Op jullie die met hem meereizen rust geen eed of plicht tegen jullie wil. Vaarwel. Hou vast aan je doel. Moge de zegeningen van Elfen, Mensen en alle Vrije Volkeren met jullie zijn.” Gandalfs diepe stem klonk: “Het Reisgenootschap wacht op de Ringdrager. “Iedereen keek naar Frodo die zich langzaam omdraaide. Ik keek nog het bezorgdst van allemaal, want al deze last wordt op de schouders van zo een kleine persoon gelegd. Traag liep Frodo verder. Voor een hobbit was dit tempo traag, maar voor Mensen, Elfen, en alle andere grote volkeren is dit tempo behoorlijk traag. “Gandalf, is Mordor links of rechtsaf?” vroeg Frodo. “Linksaf”, antwoordde Gandalf. Ik kon een klein lachje niet onderdrukken.

Gandalf: “We moeten deze koers, ten Westen van de Nevelberg, 40 dagen volgen. Met een beetje geluk, ligt de Kloof van Rohan nog voor ons open. Vanaf daar voert onze weg oostwaarts. Naar de Mordor.”

We rustte even. Merry en Pippin waren aan het oefenen het zwaard vechten met Boromir. Aragorn keek toe en gaf kleine constructies: “Beweeg je voeten.” Ondertussen was er nog een kleine discussie bij de anderen. Ik had mezelf zo gezet zodat ik beide kon volgen..
Gimli: “Als iemand mijn mening zou vragen wat vast niet gebeurt, zou ik zeggen dat we de lange weg naar Mordor nemen. We zouden door de Mijnen van Moria kunnen gaan. Mijn neef Balin zou ons hartelijk welkom heten. Gandalf antwoordde bruut: “Ik zou nooit door Moria gaan, tenzij ik geen andere keus had.”
Bij Merry, Pippin en Boromir was er weer wat gebeurd. Boromir had Merry bezeerd. Pippin was kwaad en riep: “Hou ‘m op de grond, Merry!” Ze duwden Boromir op de grond en waren aan het worstelen totdat Aragorn zich er mee gaat bemoeien. “Zo is het wel genoeg.” Ook Aragorn halen ze neer.
Legolas sprong heel vlot op een paar rotsen en keek in de verte, Sam deed dit ook en zag iets aankomen. “Wat is dat?” Iedereen kijkt aandachtig en Gimli antwoordde maar gewoontjes: “Gewoon een wolkenflard.” Boromir: “Het beweegt snel. Tegen de wind in.” Legolas gebruikte zijn Elfenogen en antwoordde: “Crebain uit Donkerland.” Toen brak er paniek uit. Aragorn: “Verberg je! Zoek dekking!” Snel dook ik in de bosjes. Opeens voelde ik een lichte klap over mijn hele lichaam. Ik keek op en zag Legolas, hij zal niet gezien hebben dat ik daar al lag. En toch bewoog hij niet. Lang bleven we elkaar aanstaren. Pas toen Gandalf begon te spreken, stond hij recht. Gandalf: “Spionnen van Sauroman. De doorgang naar het zuiden wordt bewaakt. We moeten de Carodhras Pas nemen.”