09/01/2015 - Kinderlijke nostalgie en Taalverschillen
Vanaf het moment dat ik al die vele boogjes, streepjes en cirkeltjes die letters moesten voorstellen, kon ontcijferen, was lezen een van mijn favoriete bezigheden. Gretig las ik alle boeken die de school me aanbood, mijn vinger als aanwijspunt voor de woorden die ik trachtte uit te spreken. Het ene woord ging al vlotter als het andere, soms moest ik nog de letters apart uitspreken vooraleer ik tot het volledige woord kwam, maar dat maakt mij toen niet veel uit. Ik liet me overspoelen door de avonturen die in de boeken waren neergepend, aangevuld met kleurrijke tekeningen die me zo die andere werelden leek in te zuigen, alsof ik samen met het hoofdpersonage het verhaal beleefde. Die verhalen van toen waren allemaal in een zeer eenvoudige taal neergeschreven en als je het nu opnieuw zou lezen, zou het waarschijnlijk belachelijk klinken. Maar toen was het magisch.
Naarmate ik ouder werd, begon ik ook boeken te lezen die door de bib werden ontleend aangezien de schoolvoorraad voor mijn leeslust niet groot genoeg was. En een ding aan die boeken is me altijd bijgebleven: het woord ‘tosti’. Voor mij, als Vlaming, was dit een onbekend woord. Ik kon wel raden dat het een soort snack was, maar de betekenis ontglipte me. In die tijd deed ik ook geen moeite om op te zoeken wat de betekenis van dat vreemde woord juist was of het aan mijn ouders te vragen. Het verhaal interesseerde me altijd veel meer dan dat ene woordje. En pas jaren later kwam ik erachter dat een tosti niets minder was dan een croque monsieur, zoals wij Vlamingen het zo mooi zeggen.
Ik heb de kleine verschillen tussen de Vlaamse en Nederlandse taal altijd wel interessant gevonden. En als ik verhalen op Quizlet lees zijn er vaak zo van die typische woordjes die een verhaal insluipen, waardoor je meteen weet of de schrijver van het betreffende verhaal een Nederlander of een Vlaming is. Voor de Nederlandse verhalen zijn dat, natuurlijk, tosti, maar ook verkering, gister (ipv gisteren), ie, mobiel(tje), patat, nou, pinnen, … en ga zo maar door. Voor de Vlaamse verhalen zijn het: frigo (al gebruik ik zelf koelkast), fruitsap, goesting,…
Het zijn maar kleine verschillen maar ze laten zien dat elke taal uiteindelijk uniek is en dat zelfs talen die eigenlijk praktisch hetzelfde zijn, toch kunnen verschillen.
En om nog even terug te gaan naar die kinderlijke nostalgie en de tijd dat je boeken nog tekeningen bevatten: ik mis ze wel. Toen was het leven nog zorgeloos, zat mijn hoofd nog niet vol met tegenstrijdige gedachten, moest ik nog niet zelf al mijn keuzes maken, dacht ik nog niet over zoveel dingen zo diep na, toen was het leven zoveel eenvoudiger. Maar uiteindelijk gaat je leven gewoon door. En je moet er maar het beste van maken.
Er zijn nog geen reacties.