16.
4-1-2015
Fili's ogen flitsten over haar gezicht, en de rest van haar lichaam. Vol hoop, toen hij zag dat haar ogen ook al minder glazig keken, maar ook dat moest een verbeelding zijn, want ze ademde niet. Zonder adem zou ze niet erg ver komen. Dat was een feit. Bovendien zag hij nu ook dat haar ogen ook nog best bleek waren, en hij in zijn enthousiasme enkel zag wat hij wilde.
Hij zuchtte diep. Hij voelde zich net zo'n gek. Ook hij moest onder ogen komen dat ze weg was. Ze zou niet terugkomen. Toch wilde er iets in hem niet toegeven. Iets in hem bleef doordrammen, maar hij negeerde het.
Zo was hij nog een kwartier het meisje aan te staren, tot er zacht op de deur werd geklopt. Verschrikt keek Fili om naar zijn broer, die twijfelend bij de deurpost stond.
Hij wist niet helemaal te weten of hij wel naar binnen wilde, maar stapte uiteindelijk de kamer in, en legde een hand op zijn broers schouder. 'Gaat het een beetje?' vroeg hij.
Fili knikte. Hij stond langzaam op. 'We gaan zeker hé?'
Kili knikte, en deed een stapje achteruit. Het was moeilijk voor hem om zo dicht bij Ethir te staan. Ergens gaf het ook hem valse hoop, en hij kon er niet goed mee omgaan, omdat hij wist dat het hopeloos was. 'Thorin heeft haast. We moeten nu gaan,' zei hij dus ook, en liep al richting de deur. Het was zijn manier om aan de situatie te ontvluchten.
Fili riep hem echter terug bij zijn naam. 'Er zijn wat vreemde dingen die me zijn opgemerkt,' mompelde de dwerg. Als eerste punt wees hij naar de tekening aan de muur.
Kili fronste zijn wenkbrauwen toen hij de tekening ook zag. 'Ethir en Smaug?' vroeg hij verbaasd. Ze was toen wel een stuk jonger, maar hij kon duidelijk zien dat het haar was. En Smaug zou hij nooit meer vergeten, hoe hij alles vernietigde. Het viel hem op dat Ethir een zwaard in haar hand had. Alsof ze hem wel aankon.
'Volgens mij heeft ze het zelf gemaakt,' reageerde Fili. 'En toen ik binnen kwam trilde haar andere hand, en nu is het haar been.'
'Wat?' vroeg de donkerharige dwerg verbaasd. Hij zette weer een stap naar haar toe, en zag inderdaad haar been trillen. 'Dat is wel erg vreemd.' Hij drukte langzaam zijn hand tegen het trillende been, en haalde zijn hand beangstigd weg. 'Ze is warmer!'
Dus ik verbeelde het me niet, dacht Fili. 'Dat viel me ook al op. Volgens Gandalf en Elrond is het onmogelijk, maar..' De rest van zijn zin maakte hij niet eens af. Kili begreep hem wel, was te zien aan zijn ogen, die groot werden als schoteltjes.
'Nee,' zei hij verbijsterd. 'Zou het?' Hij leek even in tweestrijd, maar schudde toen zijn hoofd. 'Nee, dat is onmogelijk. Ze ademt al uren niet meer. Bovendien is ze nog net zo bleek. Of..'
Fili schudde zijn hoofd. 'Nee, je hebt gelijk. Het is onmogelijk. We zouden moeten gaan. We kunnen niet achter raken voor een persoon.' Hij slikte even moeilijk. 'Voor een vrouw. We kunnen niks meer voor haar doen.'
Kili knikte langzaam. Hij liep naar Ethir en keek nog even in haar glazige ogen, voordat hij ze sloot. 'Ja, we gaan.'
Beide keken ze nog kort naar het levenloze lichaam van Ethir, voordat ze hun weg naar Thorin volgde, om Rivendell te verlaten.
Ongeduldig wachtte de groep bij het balkonnetje. Net als Ori werkte Bombur de laatste stukjes vlees naar binnen. Ook Bofur deed zich tegoed aan de restjes. Als ze Rivendell zouden verlaten konden ze enkel nog gissen naar zo'n uitgebreid avondeten, dus werkten ze alles naar binnen wat erin kon.
Thorin ergerde zich aan de drie. Eigenlijk ergerde hij zich op dit moment overal aan. 'Waar blijven ze nou?' vroeg hij ongeduldig aan niemand in het bijzonder.
'Geef ze nou even de tijd Thorin,' zuchtte Bilbo een beetje geïrriteerd, aangezien dit al de zoveelste keer was dat de dwerg dit zei.
Thorin schudde zijn hoofd. Hij had haast, en had de drang om zonder zijn neefjes te vertrekken. Hij moest snel weg, en had geen tijd voor het gesnotter van zijn mannen. Gelukkig gingen zijn neefjes net de hoek om, en stonden algauw bij de rest. 'We gaan. Iedereen die ons nog moet ophouden voor wat dan ook reist met de tovenaar mee. We moeten nu gaan. Wees stil en snel.' Thorin nam de leiding, en rende zo snel mogelijk door de gangetjes.
Er waren een paar elfen die ze tegen kwamen, maar die keken hen gelukkig enkel een beetje verbaasd aan.
Binnen enkele minuten stonden ze al buiten, zonder enige problemen. 'Snel de bergen in. Loop snel, en we stoppen pas morgen in de avond. We hebben niet meer lang tot Durins dag.' Thorin maakte stevige passen, en gebaarde dat ze hem moesten volgen. Alles was nu gebaseerd op snelheid.
'Durins dag?' vroeg Gloin verbaasd. 'We moeten er al op Durins dag zijn?' Zonder om te draaien knikte Thorin. 'Lekker dan!' riep de dwerg uit. 'Dan mogen we wel opschieten.'
Ver achterin de groep klonk gebrom. 'We hadden ons niet zo hoeven haasten als die rot pony's er niet vandoor waren gegaan!' Een paar dwergen knikten naar Dwalin, maar het was nou eenmaal niet anders. Ze moesten er maar het beste van maken, en hopen dat ze de berg op tijd konden bereiken.
Reageer (2)
Kili en Fili hebben Smaug nooit gezien hoor :p
9 jaar geledenIk snap Thorin wel hoor.
9 jaar geledenMaar het is natuurlijk wel sneu voor fili en kili