Sorry sorry sorry voor de (heeele) late reactie! Ik zal nu echt proberen om wat sneller te schrijven.

Meria

Ik keek geschrokken naar de jongen die plots voor me stond. Het was lastig te bedenken dat hij nog zo jong was – even oud als ik als je naar het leerjaar kijkt. Hij leek zoveel ouder. Zoveel machtiger. “'Wat doe jij hier?” Dat wou ik zeggen maar hij was me voor. Hij, Livius...
Dat deed me denken aan momenten eerder die dag.

“Waarom zouden we de enigen zijn die immuun zijn voor Livius?”
“Ik weet het niet. Zouden we daarom in dezelfde klas zitten?”
“Dat klinkt best logisch... Wie kan zich nou concentreren als je constant betoverd wordt?”
“Eigenlijk best triest...”
“Heb je nou medelijden met hem?!”
“Maar een beetje... Ik weet heus wel dat het een klootzak is. Maar als die theorie klopt, waarom is Star er dan bijgekomen?”
“Zij is een mens! Natuurlijk wordt zij betoverd!”
“Dat weet ik, maar waarom zit zij dan juist in onze klas?”
“Weet ik veel... We hebben een kleine klas?”
“Misschien... maar zijn wij niet immuun geworden omdat we hem zoveel horen? Ik kan me wel herinneren dat ik zijn stem best sexy vond...”
“Totdat je hoorde wat hij zei?”
Ik lachte. “Precies!”
“Maar hebben we echt moeite moeten doen om hem te weerstaan?”
“Ik weet niet meer... In een zekere zin weerstaan we hem nog steeds niet.”
“Dat is waar...”
Even leken we beiden verzonken in onze eigen gedachten. Of, ik was in gedachten verzonken. Wat mijn gesprekspartner deed, wist ik niet, maar hij keek wel dromerig voor zich uit.
“Dus...” zei hij even later. “Heb je nog wat leuks gedaan tijdens de vakantie?”
Ik fronste en bleef stil.
“Wat? Dat vragen mensen toch?”
“Dus je wilt op mij oefenen voor Star?”
“Nee, ik wil op jou oefenen voor jou.”
“Oké... Nou... ik heb niet echt belangrijke dingen gedaan.”
“Wat dan wel? Weer op school gebleven?”
“Ja. De eerste dag was wel leuk, maar toen was mijn huiswerk af en was er niets te doen.”
“Klinkt saai...”
“Ach, ik kon altijd nog naar het bos gaan en kijken hoe de vogels van me wegvlogen.”
De jongen lachte. “Dat klinkt echt heel triest!”
“Weet ik.” Ik lachte terug. “En jij?”
“Niets...”
“Dylan! Toe nou...”
“Nee.”
Het was een poosje stil en ik dacht echt dat dit het einde van het gesprek zou zijn. Ik verwachtte dat hij zich zou omdraaien en weg zou lopen, maar dat gebeurde niet. Hij ging verder en ik snapte meteen waar hij het over had, al was het voor mijn idee al tijden geleden dat ik het erover had gehad. In werkelijk was het maar… hoe lang geleden? Een uur? Een paar uur?
“Wat bedoelde je met ‘deze keer niet’?”
“Nou, ik heb eindelijk een spreuk gedaan die geslaagd was.”
“Dat is verrassend.”
“Dylan... bedoelde hij ook mij toen hij het had over ‘de personen waar hij geen naam voor had’?”
“Ik denk het wel. Jij stond erbij, dus ik ga met je om... Ik snap niet waarom dat...” Langzaam ging het belletje bij hem rinkelen. Ik was er blij om, want ik had geen zin om uit te leggen hoe ik me voelde.
“O... natuurlijk maakt dat wat uit...”


“Meria.”
Ik keek verbaasd om. Al snel zag ik wie mijn naam zei. De enige waarvan ik dat eigenlijk kon verwachten.
“Ik heb weer een klacht ontvangen...” De woorden klonken ernstig, maar de paarsharige vrouw stond er zo rustig bij, dat ik gewoon niet geloofde dat ik echt in de problemen zat. Misschien kwam het doordat ik haar nog niet boos had meegemaakt, of door haar ogen of...?
“Ik wou de jongen straffen, maar het bleek dat jij me al voor was. Ik vond hem in zijn kamer. Hij was een broek aan het zoeken?”
Ik grinnikte en knikte. Ik kon het niet helpen. De toon waarop ze het zei was zo droog, en misschien was ik stiekem gewoon een beetje trots op mezelf.
“Aangezien hij al gestraft was, hoefde hij alleen nog maar op gesprek te komen, en hij kreeg natuurlijk een waarschuwing. Ik zou het bij jou ook bij een waarschuwing houden, gezien de omstandigheden, maar laat het straffen voortaan over aan het personeel, oké?”
Ze glimlachte lichtjes en gaf me een knipoog. Ik voelde dat ik begon te blozen – voor het eerst in lange tijd. “Oké...” wist ik uiteindelijk uit te brengen.
De vrouw liep weer weg. Ik fronste. Waarom gingen al mijn gesprekken niet zo? Als zij nou bij mijn vorige misstap was geweest...


Wat hij daar deed, wist ik niet. Maar wist hij wat ik daar deed?
Natuurlijk wist hij wat ik daar deed. Ik kon weer niet slapen en dacht aan Star. Ik begon te lopen. In de vakantie ging het vrij goed, maar nu school begonnen was, kon ik niet ontspannen. Misschien kwam het door de drukke dag – die zelfs voor een eerste schooldag druk was. Misschien kwam het door Star of door de rustige vakantie. In elk geval, ik begon te lopen en eindigde bij de kamer van Star. Geen idee hoe ik het wist – soms wist ik gewoon dingen. Ik had de neiging om aan te kloppen en om te vragen of alles goed was. Om te vragen hoe zij haar dag beleefde. Misschien om te helpen. Misschien om meer. Ik wilde haar waarschuwen voor Livius. Meer vertellen over hem. Maar daar zou zij vast niet op zitten wachten. Zeker niet na dit einde. Bovendien was ze al gewaarschuwd en had ik mijn diensten al aangeboden. Wilde ze echt herhaling, en dan ook nog in het midden van de nacht? Hoewel... ik was hier toch niet voor niets?
Of was de reden echt zo duidelijk? Was ik echt zo doorzichtig als Dylan zei?
Voor Livius duidelijk wel. Ik kon wel door de grond zakken – al wist ik niet eens of het waar was, en al was het waar, dan was het niet iets waar ik me voor hoefde te schamen. Maar zo voor Livius, de populairste van alle personen, was mijn lichaam het niet met me eens. Ik voelde me zwak, een loser, alles wat hij – en waarschijnlijk de hele school – van me vond. Ik begon zelfs weer te stotteren. Het enige positieve was dat ik daardoor de kracht vond om me los te rukken uit zijn greep en dat hij wegging. Al voelde ik me alles behalve gerustgesteld. Die blik die hij me gaf, die glimlach... Hij zou dit moment nooit vergeten. Ik was nog niet van hem af.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen