Foto bij 1.

Dikke regendruppels vielen door de bladeren van de bomen en bereikte de drassige grond. De zwarte Andalusiër Keano stapte stevig door. Ethir, zijn ruiter, klopte hem belonend op zijn doorweekte hals. Met elke stap gingen zijn benen ver omhoog. De modder was erg diep. Met iedere stap die hij zette was het moeilijker om door te gaan. Toch was er geen drang om op te geven. Al de dagen dat ze hier samen reden was die drang er niet, want het ging zo al dagenlang. Al dagenlang reed Ethir met haar paard door deze modderige gebieden, door het bos. Het liefst deed ze dit iedere dag. Ze wilde de wereld beter leren kennen. Dat was de reden dat ze hier was, zo ver van huis. Het was niet erg vrouwlijk, en het werd ook niet helemaal gerespecteerd door iedereen, maar dit was wat ze wilde. Haar eigen avontuur. Geen mannen verzorgen die gewond terugkwamen van hun eigen avontuur, daar lag haar hart niet. Ze wilde zelf leven, maar dit werd nooit toegelaten, iets waar ze een eind aan had gemaakt. Het gaf haar een zelfvoldaan gevoel in haar lichaam.
Ze was nu al een paar dagen vertrokken uit Rivendell. Natuurlijk was het haar huis en lagen haar herinneringen, maar haar hart lag ergens anders. Waar wist ze niet, maar in ieder geval niet in Rivendell. Ze moest daar weg, erop uit. Met een zwakke glimlach dacht ze terug aan haar jeugdplaats, aan heer Elrond die haar altijd als zijn eigen dochter had behandeld. Kort vulde haar lichaam zich met een schuldgevoel, alsof ze hem had verraden, maar ze was met zijn toestemming gegaan. Wel had dat een hele tijd geduurd, waarin ze het hem keer op keer opdrong, maar hij had haar uiteindelijk wel laten gaan. Hij had haar enkel op haar hart gedrukt voorzichtig te zijn, en heelhuids terug te keren, maar niks daarvan heeft ze hem kunnen beloven.
Haar glimlach werd iets groter. Mooi dat ze daar niet zomaar wegkwam. Eerst kreeg ze een hele dag een soort hoe-niet-dood-te-gaan-cursus. Dromerig dwaalde haar blik af naar de bomen. Eerste regel : bij gevaar meteen de bomen in. De zorgen die Elrond toen allemaal had uitgesproken, en hoe lang hij wel niet had gepraat over het vermijden van orks en wargs. ''Als je er een hoort verstop je je waar niemand je kan vinden, en wacht je tot een uur nadat je het geluid niet meer hebt gehoord.''
Haar gedachtes verzonken langzaam in de herinneringen aan Rivendell, en met die herinneringen viel ze achterover in slaap. Liggend op de rug van haar paard, die door bleef gaan. Daar viel ze in slaap, in de stortregen, met enkel een kap over haar hoofd heen als afscherming.

Zachte geluiden wekte Ethir. Wat slaperig kwam ze overeind, en pakte de teugels van Keano weer op, om hem te laten stoppen. Beide spitsten ze hun oren. Ze hoorden voetstappen. Niet zomaar voetstappen. Het waren pony's, Ethir kon het horen aan het scherpe randje aan de klanken. Sowieso hoeven. Ook kon ze gepraat horen, bovenal gemopper, het was een grote klaagzang. En toen hoorde ze een bekende stem. Ze wist precies wie het was.
'Kun je het horen Keano? Het is Gandalf,' fluisterde ze tegen het paard, die meteen zijn oren meteen naar voren deed. Nu moest ze oppassen, of.. Te laat.
Het paard schoot vooruit, en liet het inmiddels gevallen meisje voor dood achter. Ze belandde in de diepe modder. Diep zuchtend stond ze op. Dat was te verwachten. Keano was immers niet altijd haar paard geweest. Ooit was hij van Gandalf, tot de dag dat de tovenaar het paard aan haar had geschonken.
Keano had de oude man inmiddels al bereikt, en werd met open armen ontvangen.
'Keano! Wat een verrassing! Waar is je baasje gebleven?' klonk de tovenaar zijn stem.
'Die heeft hij in de modder gedropt,' zei Ethir, en kwam uit de schaduw van het dicht begroeide bos. Meteen werd ze met van alles onder schot gehouden. Bijlen, pijl en boog, zelf een schattig katapultje. Het waren dwergen die haar met deze wapens bedreigde, uit hun schrik. Maar toen ze doorkregen dat het meisje van top tot teen onder de modder zaten schoot het grootste deel van de dwergen in de lach. Ook een ander wezen.. Zeker geen dwerg, hij was kleiner. Ze kende zijn soort niet, maar ook hij kon zijn lach niet helemaal inhouden. Gandalf lachte niet. Hij leek eerder verbijsterd. Waarschijnlijk had hij verwacht dat Keano gewoon was uitgebroken, zoals hij wel vaker deed, hoewel hij dan nooit zo ver zou gaan.
'Ethir?'
'Jup, dat is mijn naam. Je hebt trouwens nog heel wat uit te leggen.' Gandalf keek haar verbaasd aan. Ethir wenkte naar de groep achter hem. 'Op avontuur zonder mij, hoe durf je?'
De tovenaar schoot spontaan in de lach. 'Altijd weer op de tijd vooruit lopen hé? Geen gedag, niet een tovenaar op zijn oude dagje even laten bijkomen van de schrik van een paard voor zijn neus en een oude bekende die in Rivendell hoort te zitten. Bovendien heb jij volgens mij al een avontuur achter de rug.' Hij wierp een snelle blik op haar kleding, die helemaal onder de modder zat. Ook een lelijke snee was over haar armen gelopen, en nog wat krasjes. Gelukkig waren die niet te zien door de cape die haar armen bedekte.
'Tja, ik kom meteen met de deur in huis vallen. Bovendien, met Keano word alles een avontuur.' Het paard brieste tevreden bij het horen van zijn naam. 'Vooral omdat hij nog steeds te groot is.' Glimlachend liep ze naar het paard toe en klopte hem op zijn schouders. Vervolgens sprong ze er weer behendig op. Tevreden keek ze nu naar de dwergen. Zo zag ze het allemaal stukken beter. Een van de dwergen reed naar voren en stopte voor haar. Zijn gezicht stond niet erg vrolijk.
'Genoeg bijgepraat, wie ben je en wat doe je hier?' Hij keek haar met een grove dwergenblik aan. Blijkbaar was hij niet erg gesteld op het onverwachte bezoek, of manieren, zoals een nette begroeting. Het deed Ethir licht grijnzen.
'Is het een elf?' vroeg een van de dwergen. Een jonge blonde, met leuke vlechtjes in zijn haar. 'Ze is net zo lenig.'
'Ik zie geen puntoren,' zei een ander. Dit keer was het een dwerg met een katapultje. Hij oogde niet erg slim, maar wel erg grappig.
'Ik ben geen elf,' maakte ze duidelijk. 'Ik ben Ethir. En wat ik hier doe is een avontuur zoeken.' Opeens schoot er haar een idee te binnen. Even twijfelde ze, maar als ze het niet zou proberen zou ze sowieso niet meegaan. 'Als het kan zou ik jullie graag willen vergezellen op jullie reis.' Ze keek het groepje beleefd rond, maar het enige wat ze te zien kreeg was een stel te trotse dwergen. Te trots om een vrouw mee op reis te nemen.
'We hebben geen hulp nodig,' mompelde de dwerg die nog steeds voor haar stond. Waarschijnlijk was hij de grote baas onder de dwergen, want hij voerde steeds het leidende woord. 'Zeker niet van een vrouw,' vervolgde hij.
'En heeft deze vrouw dan haar hulp aangeboden meester dwerg?' vroeg ze hem bijdehand. 'Zover ik kan kijken vroeg ik u alleen of ik mee zou mogen reizen.'
Ondertussen raakte het geduld van het kleine mannetje die net nog zo hard had gelachen ook op. 'Laat haar gewoon meegaan. Hoe meer zielen hoe meer vreugd. En kunnen we nu doorgaan want het weer word er echt niet beter op!' Alle ogen gingen naar hem. Ze waren stuk voor stuk stomverbaasd dat hij zijn mond open had getrokken. Waarschijnlijk zagen ze hem meer aan voor het brave kereltje die niks durfde te zeggen. Zo zag hij er ook uit, maar nu zag hij er alleen nog maar erg geïrriteerd uit. 'Kunnen we nu gaan?'
'Goed punt Bilbo. Laten we gaan.' Gandalf keek het mannetje, die dus Bilbo heette, vriendelijk aan, en knipoogde toen even naar Ethir. Dankbaar keek ze de twee aan.
'Zij gaat niet m-'
'Bespaar me je koppigheid Thorin. In deze tijden kunnen we alle hulp aangrijpen, en ik kan je verzekeren dat deze vrouw je de beste hulp kan aanbieden die er bestaat.'
'Goed dan,' mompelde Thorin. Zijn humeur was nog meer verpest dan ooit tevoren. 'Dan mag ze haar positie hier gaan bewijzen, maar ik kan je dit verzekeren Gandalf : Het enige recht van vrouwen is het aanrecht.' Thorin nam nors de leiding in de groep. De kleine pony waar hij op zat maakte snelle kleine pasjes, en je kon het dier al naar paar secondes horen hijgen van het harde doorstappen, om Gandalfs en Ethirs grote paarden voor te blijven. 'Kijk nou toch. Norse, stoere man op een kleine, schattige pony. Perfecte combinatie.' Paar dwergen achter haar schoten in de lach.
'En toch mag ik haar niet,' mompelde een van de dwergen. Een grote, lange, die bovenop zijn hoofd kaal was.
Ethir deed net of ze het niet hoorde, en gaf haarzelf een plaats achterin de groep. Gelukkig gaven de dwergen verder niet erg aandacht aan haar, dus kon ze hun gedrag wat gaan inspecteren en ze inschatten.
'En toen liep ik achter een groep dwergen.. Dit word nog een interessante rit.'

~
Ik weet het.. Het is nog niet zo goed enzo, maar ik ben pas net weer begonnen, dus ik moet weer wat in het verhaal komen. Hope you guys like it. Enneh, de volgende hoofdstukjes zullen waarschijnlijk niet zo lang worden als deze
See you later
(17-12-2014)

Reageer (3)

  • Nanor

    THORIN doe niet zo debiel

    Fijn zo'n paard dat op hol slaat als ie gandalf opmerkt xD
    Ik vind btw je omschrijving van Ori echt geniaal
    gewoon
    precies
    dat is Ori xD

    echt leuk

    9 jaar geleden
  • Glorfindel

    hahaha! je krijgt Thorin en Gandalf heel goed in tekst. Mij lukt dat maar niet...

    1 decennium geleden
  • Ringwraith

    I love it! Al kan ik me niet zo goed inbeelden dat Elrond haar leert om een boom in te vluchten voor een ork, haha.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen