even dat jullie het weten Ginny heeft in dit verhaal en trauma aan "het leger Duistere Teddyberen!"
en Nathalie heeft zich in het vorige hoofdstuk voor gesteld aan George dus vandaar...
veel plezierrr!
7e hoofdstukjeee :)

De arme afgewezen Lucius schraapte zijn keel en hervond zijn spraakvermogen.
‘Heb je wel enig idee wie ik ben, vrouw?’ vroeg Lucius aan het, voor hem, minderwaardige wezen, maar ook het meisje van zijn dromen. ‘Je zou me moeten smeken om in mijn hoofd te blijven!’
‘Sorry, maar ik ga in niemands hoofd zitten!’ protesteerde Narcissa.
‘Maar… maar…’ Lucius trok een pruillip. ‘Je moet er blijven! Ik kan niet niet aan je denken!’
Opeens kwam er een meisje de hoek omgelopen. Lucius kende haar. Ze zat bij hem in de klas. Haar naam was Gabriëlle, al beweerde ze vaak Nat-Halie te heten. Ze kwam hen voorbij gelopen en groette Lucius. Narcissa kende ze niet.
‘Hoi, Gabriëlle,’ zei hij terug.
‘Gabriëlle? Wie is Gabriëlle? Je hebt het tegen Nat-Halie, hoor! Jeetje, ze leren het ook nooit!’ Mopperend liep Gabriëlle – of was het toch Nat-Halie? – verder.
Narcissa keek grijnzend naar Lucius. ‘Je weet niet eens hoe je klasgenoten heten?’
‘Echt wel! Ze doet alleen vaak alsof ze een of andere Nat-Halie is. Volgens mij is ze schizofreen ofzo,’ zei Lucius.
‘Yeah right,’ zei Narcissa en ze ging verder met poetsen.
‘Maar, Cissy…’
‘Noem me niet zo!’
Lucius hoorde voetstappen en vreesde het ergste.
‘Alleen Bella mag me zo noemen,’ zei Narcissa en ze keerde Lucius de rug toe.
‘Cissy!’ Het was een stem die Lucius liever niet hoorde. Wat hij vreesde werd werkelijkheid… Het was Bellatrix. ‘Valt deze jongen je lastig?’
‘Ja,’ antwoordde Narcissa en ze keek hem met een koude blik aan.
‘Wat doet hij?’
‘Hij zegt dat ik in zijn hoofd zit en er niet uit mag, terwijl hij eerst vroeg of ik dat wel wilde doen. Maar ik wil helemaal niet in zijn hoofd zitten.’
‘Viezerik!’ schreeuwde Bellatrix met een hysterie die alleen zij kon toepassen. ‘Laat mijn zusje met rust. Als zij zegt dat ze niet in je hoofd wil zitten, dan moet je daar maar genoegen mee nemen.’
‘Maar…’
‘Geen gemaar! Scheer je weg, of ik gebruik Crucio!’ Voor de verhaallijn haalde Bellatrix een bezem achter haar rug vandaan en rende achter Lucius aan. Dit was nog de zachte aanpak van Bellatrix, misschien was ze in een goede bui.

Bij Nathalie en George

Nathalie had George meegesleurd naar Zweinsveld om daar samen met hem een Boterbiertje te drinken in de Drie Bezemstelen. Het was er erg rustig aangezien het een doordeweekse dag was en de leerlingen van Zweinstein er nu niet mochten komen. Maar daar had Nathalie geen boodschap aan.
‘Je slurpt te hard,’ zei George toen Nathalie een slok had genomen.
‘Sorry,’ zei ze en ze veegde haar mond af. ‘We moeten elkaar beter leren kennen. Ik zal eerst iets over mezelf vertellen en daarna mag jij.’ Ze schraapte haar keel. ‘Ik ben dus Nathalie, een rasechte Zwadderaar. Ik ben volbloed, dat daar geen twijfels over ontstaan. Samen met Moss, die je echt eens moet ontmoeten, maak ik lessen onveilig. Ik veracht Grifjes, behalve Morgan. Die is wel stoer. Volgens mij is ze diep van binnen ook een Zwadderaar! Goed. Mijn favoriete vakantieland is Noorwegen en ik ben gek op eten! Ik ben sinds kort, een maand of acht, bij een psychiater, vanwege mijn aangeboren angst voor pollepels. Hij vindt het een goed idee als ik dag en nacht een pollepel bij me heb om van de angst af te komen. Wat vind jij? Ik had vroeger een puppy, maar hij kon niet zwemmen.’ Nathalie haalde haar schouders op. ‘Die dingen gebeuren. Mijn moeder moet je ook eens ontmoeten! Ze kan heerlijk koken! En mijn vader, tja, die leest alleen maar de krant. Er is niemand zo up-to-date als hij is! Mijn favoriete sport is Zwerkbal. Niemand is zo goed als ik ben! En nu jij. Hoe is jouw leven?’
‘Goed.’
‘Hm.’ Nathalie dacht even na. ‘Oké… favoriete kleur?’
‘Oranje.’
‘Daar werken we nog wel aan,’ besloot Nathalie. ‘Favoriete vakantieland?’
‘Thailand.’
‘Veel te ver weg. Leeftijd?’
’17.’
‘Wanneer ben je jarig?’
‘3 augustus.’
‘Mooi, dan ben je ouder dan ik. Favoriete vak?’
‘Toverdranken.’
‘Niet slecht, niet slecht. Favoriete professor?’
‘Anderling.’
‘Ben je gek geworden?’ Nathalie sprong op uit haar stoel. ‘Ze is onze vijand!’
‘Ga zitten,’ beval George.
‘Ja, meneer.’ Nathalie gehoorzaamde meteen. ‘Favoriete eten?’
‘Lasagna.’
Nathalie knikte half-goedkeurend. ‘Het is lekker vullend.’
‘Stop de ondervraging,’ zei George.
‘Natuurlijk,’ zei Nathalie. ‘Wat zou je dan willen doen?’
George bleef stil.
‘We zijn gemaakt voor elkaar!’ zei Nathalie dromerig.

Op het Zwerkbalveld

De teams waren gekozen. Morgan was Zoeker van Griffoendor, Ginny en Lieke waren Drijvers. Tot grote ergernis van Morgan was Andromeda een van de Jagers. De rest van de functies waren weggegeven aan amateurspelers, zoals Morgan hen noemde.
Moss was Zoeker geworden van het team van Zwadderich. ‘We zijn aan elkaar gewaagd,’ had ze tegen Morgan gezegd. Gabriëlle en Narcissa waren Drijver geworden. En Bellatrix en Lucius waren een van de Jagers. De rest zullen we niet bij naam noemen.
Nathalie kwam met George het veld opgelopen en ging bij het team van Zwadderich staan.
‘Uhm, jongedame, ik weet niet wat u denkt, maar de teams zijn al gekozen,’ zei professor Smalhart.
Nathalie reageerde niet, ze dacht dat hij het tegen iemand anders had. Tot ze besefte dat iedereen naar haar keek. ‘Pardon?’ vroeg ze.
‘De… teams… zijn… al… gekozen…,’ zei Smalhart langzaam en duidelijk. ‘Jij… hoort… daar… niet… bij.’
‘Ik was al Drijver voor jullie begonnen!’ zei Nathalie beledigd. ‘Ik kon al Zwerkbal spelen voordat de meeste van jullie konden lopen!’ Ze haalde voor de verhaallijn een pollepel uit haar gewaad en richtte zich tot Narcissa. ‘Jij daar, wat voor functie heb jij?’
‘Ik… ben Drijver,’ stotterde Narcissa.
‘Dat is mijn functie! Bij deze neem ik je plaats in. En ik zou maar oppassen, want ik heb een pollepel en ik ben niet bang hem te gebruiken,’ dreigde Nathalie (met een e).
Ondertussen keek George goedkeurend toe.
Bang zette Narcissa een stap achteruit.
‘Cissy, je moet de plaats van iemand anders overnemen,’ fluisterde Bellatrix. ‘Zo werkt dat nou eenmaal. Dit is een goed leermoment waarbij, als het nodig is, je Crucio kunt gebruiken. Mocht je dat eng vinden, wil ik het wel voor je doen.’
‘Dat is een Onvergeeflijke Vloek!’ zei Narcissa geschrokken.
‘Ik zie het probleem niet,’ zei Bellatrix schouderophalend. ‘Mamma en pappa zullen trots op je zijn, ik weet het zeker!’
Narcissa haalde diep adem en keek rond wie ze als slachtoffer kon nemen. ‘Die daar,’ mompelde ze en ze wees naar een meisje dat in het derde jaar zat. Ze zag er nogal verlegen uit, dus een makkelijk doelwit. Narcissa rechtte haar rug en liep arrogant op het meisje af. ‘Jij, wat voor functie heb je?’
‘Ik ben Jager,’ antwoordde het meisje.
‘Dat is een redelijke functie. Die neem ik.’
‘Hoezo?’
‘Gewoon, zo werkt dat nou eenmaal. En ik zou maar weggaan als ik jou was, want ik heb een zus die de spreuk Crucio beheerst en ik ben niet bang haar te gebruiken.’
Bang rende het meisje weg.
‘Wat een watje. En dat noemt zich een Zwadderaar?’ zei Bellatrix afkeurend.

‘Wat spannend!’ zei Gabriëlle. ‘Eindelijk zitten we in het team, Nat-Halie! Ik zei toch dat het ons zou lukken dit jaar!’
De andere teamspelers keken met perfect opgetrokken wenkbrauwen naar het arme schepsel dat tegen zichzelf sprak. Was er nog hoop voor haar?
‘Wat is er?’ vroeg Gabriëlle aan haar medeleerlingen.
‘Waarom praat je tegen jezelf?’ vroeg een meisje dapper.
‘Tegen mezelf? Pardon? Oh, ik heb jullie Nat-Halie nog niet geïntroduceerd, maar natuurlijk. Iedereen, dit is Nat-Halie!’ Ze wees naar de plek naast haar, waar niemand stond.
‘Maar…’
‘Ssst,’ zei Ginny. ‘Dat moet je niet zeggen. Dan beledig je haar. Ik weet wat zij heeft.’
‘Ja, ik ook! Ik heb daar over gelezen, meerdere keren zelfs. Ze is schizofreen,’ voegde Lieke er fluisterend aan toe.
‘Waar bemoeien jullie je mee, you filthy little halfbloods?!’ vroeg Bellatrix hysterisch.
Lieke veegde een paar speekselspetters van haar gezicht. ‘Bah, die heeft zeker nooit van hygiëne gehoord,’ mompelde ze.
De andere Griffoendors keken geïnteresseerd naar Gabriëlle, of Nat-Halie. Ze hadden nog nooit iemand gezien die schizofreen was.

Ergens in een duister tevens gezellig hoekje van het duistere tevens gezellige Zweinstein zat een duistere tevens gezellige – oh nee, niet dat laatste – jongeman

Voldemort – Ah, dat mag je niet zeggen! – zat eenzaam in een hoekje toe te kijken naar de Zwerkbalselectie, waar hij overigens veel te goed voor was.
‘Ik heb je huiswerk gemaakt,’ zei een andere jongen en hij kwam met een stapel boeken naar Marten gelopen.
‘Oh, mijn God, Theodoor, je hebt mijn gedachten verbroken.’
‘Uhm, ik prefereer Noot.’
‘Oh, mijn God, Theodoor, als je bij de club wilt horen mag je mij niet zo maar verbeteren.’
‘Sorry, Heer.’
‘Kijk, dat klinkt al beter. Ik hoop voor je dat je alles goed hebt gemaakt, anders zwaait er wat.’
‘Er is geen kans dat ik het fout heb gemaakt, ik heb namelijk het huiswerk van die Ginny gejat. Er gaan geruchten de ronde dat zij heel slim is.’
‘Van een Griffoendor? Oh, mijn God, Theodoor, hoe diep kun je zinken?’
‘Maar ik heb daarna haar huiswerk verstopt, zodat ze het moeilijk terug kan vinden.’
‘Daar maak je het enigszins goed mee,’ zei Marten.

Bij Ginny

Opeens werden alle gesprekken op het veld overstemd door een sirene, afkomstig uit het gewaad van Ginny.
‘Mijn huiswerk-alarm!’ zei ze, gelijk in alle staten. ‘Ik moet het gaan beschermen met mijn leven!’ Ze sprong op haar bezem en verdween met een noodvaart – een rookwolk achterlatend – de school in.
Enkele onschuldige leerlingen werden aangevlogen, maar de bloeddoorlopen ogen van Ginny zagen maar één ding; haar geliefde huiswerk in levensgevaar.
Ze vloog door het portret van de Dikke Dame – wat een bloedbad opleverde – en met een klap kwam ze tegen de muur aan. Ze krabbelde snel overeind en keek naar de tafel waar ze haar huiswerk in goede orde had achtergelaten. Ze had zelfs een rood kruis getekend van waar het hoorde te liggen!
Ze gilde en gilde en gilde en gilde. ‘Mijn huiswerk! Verdwenen! Alles gemaakt en… poef!’ Dramatisch gooide ze haar armen op de tafel. Uiteindelijk raapte ze al haar energie bijeen en met nog steeds bloeddoorlopen ogen ging ze iedereen in de leerlingenkamer af. Met een dreigende stem vroeg ze aan haar medeleerlingen of zij iets gezien hadden of zelf gedurfd hadden het te jatten. Maar iedereen ontkende.
Ginny ging terug naar de plek des onheils. Ze ging met haar neus langs de tafel – haar familie stamde af van speurhonden – en ze rook duisterheid, onraad, onrein – o nee, dat is iets anders, of had de dief zijn handen niet gewassen na een toiletbezoek en daarmee haar huiswerk nog meer bezoedeld? – en een vleugje domheid. Dit moest een Zwadderaar zijn geweest, maar een niet al te snugger type.
Ze stapte met een dramatisch gebaar op haar bezem en vloog opnieuw door de Dikke Dame, die net een herstelperiode achter de rug had van 4 minuten, 23 seconden en 11 honderdste.
Weer ging Ginny de hele school door, steeds verder omlaag, naar de leerlingenkamer van Zwadderich.
Ze zag de muur die toegang bood, mits je het wachtwoord wist. Ze knalde er in sneltreinvaart tegenaan en viel van haar bezem. Binnen no-time was Ginny hersteld en ze bonkte op de muur.
‘Doe open en wel onmiddellijk!’ schreeuwde ze kwaad.
Haar huiswerk-alarm was nog steeds te horen en nieuwsgierige leerlingen kwamen de leerlingenkamer uit om te kijken waar dat duivelse geluid vandaan kwam. Ginny maakte hier gebruik van – of misbruik? – en ze glipte de kamer in.
Ginny kon ruiken dat de geur die ze bij de plaats delict had geroken steeds sterker werd. Uiteindelijk eindigde ze bij een duister, tevens gezellig hoekje waar twee jongemannen stonden. Ze gromde naar de kleinste van de twee.
‘Jij! Jij hebt mijn huiswerk gestolen. Geef het terug!’ schreeuwde ze. Ze kwam alleen niet boven het geluid van haar sirene uit, dus de jongen keek haar niet-begrijpend aan.
‘En als je niet gauw doet wat ik zeg, haal ik je afdelingshoofd erbij! Ja, ik zou maar bang worden als ik jou was!’ Toen drong de niet-begrijpende blik van de jongen tot haar door en besefte ze dat hij niets had verstaan van wat ze had gezegd. Vlug drukte Ginny op het uit-knopje en begon opnieuw met haar preek.
‘Ik weet van niets,’ ontkende Theodoor.
‘Maak dat de kat wijs. Ik kan het ruiken. Jij was het!’
‘Ja, hij was het!’ zei Marten, die dolgraag Theodoor afgeranseld wilde zien worden door een Grifje.
Nu kwam er rook uit Ginny’s neusgaten en ze liet haar tanden zien. ‘Goed, je hebt twee keuzes. Of je laat me vrijwillig zien waar je mijn huiswerk hebt gelaten, of je wordt meegesleurd door mijn leger.’
Theodoor begon te lachen. ‘Leger van wat? Ik zie niets.’
‘Mijn leger Duistere Teddyberen,’ antwoordde Ginny met een duistere grijns.
Nu begon Marten mee te lachen met Theodoor.
‘Ja, lach maar.’ Dramatisch wees Ginny met haar toverstok in de lucht en mompelde een paar onheilspellende toverspreuken.
Plotseling hoorden de jongens vele kleine, donzige voetstapjes en verscheen er een leger Duistere Teddyberen aan de horizon (dit is voor de verhaallijn, voor degene die opgelet hebben: ze zijn nog steeds in de leerlingenkamer van Zwadderich).
‘Wat kunnen die pluchen beesten nou doen?’ vroeg Theodoor. ‘Komen ze ons doodknuffelen?’
‘Een interessante suggestie,’ vond Ginny en ze keerde zich tot het leger. ‘Mannen, knuffel!’
De Duistere Teddyberen sprongen allemaal bovenop Theodoor en alleen zijn schreeuw om genade was te horen, en de woorden: ‘Je huiswerk ligt in de Kamer van Hoge Noot!’ (Sorry, Nood, maar Noot zegt het).
‘Oké dan,’ zei Ginny. ‘Mannen! Breng hem naar de Kamer van Hoge Nood!’
De Teddyberen grepen Theodoor beet en ze namen hem mee naar de wc’s op de derde verdieping.
‘Stelletje malloten, niet die hoge nood!’ zei Ginny en ze moest even tot tien tellen om niet te vloeken en te tieren. ‘Die andere kamer!’
De Duistere Teddyberen sleurden Theodoor mee naar de echte Kamer van Hoge Nood en ze deponeerden hem de kamer in. Door de muur heen was er veel gegil te horen.

Uiteindelijk, na wat uren leek te duren (en wat ook uren waren geweest), kwam Theodoor kruipend, zijn kleding gehavend aan alle kanten, de Kamer van Hoge Nood weer uit, met het huiswerk van Ginny in zijn handen.
Wat voor gruwelijkheden zich hadden afgespeeld in de Kamer, zullen we nooit weten.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen