Foto bij 044 Eleanor

Het is moeilijk om in slaap te geraken, aangezien Daimon zijn stem steeds doorheen mijn hoofd klinkt. Soms krijg ik een verwijten, soms probeert hij gewoon te praten en soms negeert hij me gewoon. Als de zon langzaam op komt, besluit ik om uit bed te gaan. Dit doe ik voorzichtig, zodat ik Thorin niet wakker maak en kleed me snel om. Ergens lijkt het me verstandiger dat Thorin niet mee gaat, aangezien hij en mijn vader niet de beste vrienden blijken te zijn. Ik sla een mantel om me heen, waarna ik stilletjes de kamer verlaat. Ik kan enkel hopen dat Thorin me dit niet te kwalijk gaat nemen, dat ik zonder hem weg ben.

Het blijkt erg koud te zijn, als ik buiten ben. Uit de stallen van Erebor heb ik een van de pony's mee genomen, zodat ik zo snel mogelijk Mirkwood zal bereiken. Ik heb wat eten en een zwaard mee, aangezien ik niet weet wat ik onderweg allemaal tegen zal komen.
'Waar ga je heen?' klinkt een vrouwenstem achter me. Als ik me omdraai, zie ik Dis staan en even voel ik schaamte op komen.
'Ik moet even weg.' antwoord ik haar slechts, niet in staat om te gaan liegen of te misleiden.
'Weet Thorin hiervan?' het klinkt wantrouwend, wat ik kan begrijpen.
'Grotendeels,' antwoord ik slecht. Ik bestijg de pony, terwijl Dís me aan blijft kijken. 'Vertel Thorin dat ik snel terug zal zijn.' zeg ik, waarna ik de pony aanspoor om richting Mirkwood te gaan.

De weg erheen lijkt lang, maar ik weet dat ik er rond het avondeten er zal zijn. Natuurlijk moet ik eerst over het water, maar een passerende veerboot neemt me mee tegen een vergoeding. Als ik eenmaal de andere kant bereikt heb, duurt het niet zo lang meer voor ik tot Mirkwood ben en daar blijf ik even aan de rand staan. Het voelt raar aan, alsof het woud op het randje van leven en dood hangt. Aarzelend stap ik op het pad het woud in, maar al snel steigert de pony en raakt los, zodat het weg kan lopen van het bos. Dat voorspelde ook niet veel goeds.

Na een tijdje het pad te hebben gevolgd, lijk ik het wel benauwd te krijgen. De lucht in het woud lijkt bedrukkend en het maakt dat ik even naar adem moet happen. Uiteindelijk bereik ik veilig en wel het kasteel. Nog nooit was ik hier eerder geweest en ik moet zeggen dat het er indrukwekkend uitziet.
'Wie ben jij?' vraagt een van de bewakers die naar buiten was gekomen. Al snel volgen er verschillende en zonder op antwoord te wachten, nemen ze me mee naar binnen.
'Heer, we vonden deze vrouw net aan de poorten...' verder komt de bewaker iet, aangezien Thranduil haast recht springt van zijn troon.
'Laat haar los, gekken. Dit is mijn dochter, Eleanor.' zegt hij wat kwaad en meteen wordt ik vrij gelaten. De bewaker buigt diep, terwijl hij verschillende keren zijn excuses aanbied en vervolgens naar buiten rent om een zware straf te ontlopen.
'Onwetendheid is soms al een straf genoeg voor sommige elven, maar ik denk niet dat je daarvoor hier bent.' zegt Thranduil en stapt naar me toe. Ik glimlach naar hem, om hem vervolgens te knuffelen.
'Ik ben blij je terug te zien, vader.' zeg ik hem. Even lijkt hij van slag te zijn, aangezien hij niets doet of zegt. Als ik mijn greep wat losser maak om hem aan te kijken, zie ik hem verrast naar me kijken.
'Ik heb een vraagje, over mijn moeder.' zeg ik hem waarna ik hem los laat. Hij lijkt zichzelf weer te herstellen en kijkt me oprecht geïnteresseerd aan.
'Kom mee, dan zetten we ons even neer.' zegt hij en neemt me mee in een andere zaal. Verschillende banken staan er, elk stuk voor stuk prachtig uit hout gesneden. Hij kijkt me afwachtend aan als we eenmaal neer zitten.
'Ik heb een probleem, ik heb...' ik heb het moeilijk om het gewoon zo te zeggen. Ergens verwacht ik dat hij me gaat uitlachen of gaat denken dat ik hem voor de gek hou.
'Een tegenbeeld?' klinkt zijn stem. Ik kijk hem verrast aan, ik had niet verwacht dat hij daar zelf mee zou afkomen.
'Inderdaad en een lastig een.' zeg ik hem, met nog steeds een verrast gezicht. 'Ik ben enkel lastig door jou toedoen.' Ik negeer de stem in mijn hoofd en richt mijn ogen naar Thranduil.
'Je moeder had er ook een, Maidon noemde hij dacht ik. Ze heeft hem met een spreuk in een spiegel vast gezet en ik heb er daarna nooit meer iets van gehoord, maar ik heb kort daarna je moeder ook een tijd niet meer gezien.' vertelt hij.
'Zou je mij dan ook kunnen helpen dat te doen?' vraag ik hem. 'Nee, je gaat me toch niet opsluiten in een spiegel? Zo erg ben ik nu toch ook niet?'
'Natuurlijk, maar weet we dat dit niet onomkeerbaar is. Eenmaal hij in de spiegel zit, kan hij niet meer terug naar jou.' vertelt Thranduil. 'Dat ga je me toch niet aandoen he? Eleanor antwoordt mij, ga je me weer buitensluiten?'
'Ik ga ermee akkoord, ik wil van die stem vanaf. Het maakt me soms gek, zo gek dat ik alles wil stuk slaan. Het spijt me Daimon, maar ik heb het gewoon te lastig met jou erbij. Ik kan het zo niet verder aan en ook wil ik een beter leven, met Thorin aan mijn zijde.' vertel ik. Thranduil kijkt me even aan, maar staat dan op en mompelt wat tegen een wachter. Hij draait zich vervolgens terug om en kijkt me strak aan.
'We gaan alles klaar leggen, fris jij me maar wat op en eet eerst wat. Je bent snel uit Erebor vertrokken, niet waar?' zegt hij, met een glimlach op zijn gezicht. Die lijkt wel zeldzaam, aangezien die even snel verdwijnt als die er gekomen was.
'Inderdaad, ik wist niet dat het zo opviel.' zeg ik wat verlegen. Ik pak een pluk haar vast en zie dat die nog erg kroezelig uit ziet, waarschijnlijk doordat ik niet eens de moeite had genomen om het de kammen.
'Kom, dan beginnen we aan de voorbereidingen.' zegt hij en steekt zijn hand uit. Ik neem zijn hand aan en samen stappen we de zaal uit, een stap dichterbij naar de verlossing.

Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen