035 Eleanor
De lange gangen maken me verward, het complexe gebouw van Erebor maakt haast dat ik verdwaal. Gelukkig stuit ik onderweg op Bofur, die me met een glimlach begroet.
'Bofur, kun je me naar de schatkamer brengen? Ik weet helaas de weg niet en ik moet dringend met Thorin praten.' vertel ik, Bofur knikt naar me en begeleid me zonder problemen doorheen de gangen van Erebor. Ik ben kwaad op Thorin, waarom doet hij nu plots zo tegen zijn eigen neef? Daar zal ik zo meteen achter komen, aangezien we net aan de schatkamer aan komen. Ook al sta ik nog maar net aan de trap, het goud komt me zo al tegemoet.
'Hier is het.' zegt Bofur vrolijk, waarna die weer verder stapt naar zijn eigen bestemming. Ik stap voorzichtig naar beneden, niet wetend waar Thorin precies is. Ik hoor wat gevloek, dat ik volg tot het luider klinkt en Thorin komt langzaam tevoorschijn.
'En wat had allemaal te betekenen zonet? Sla jij je neef altijd zo als hij bezorgd is over iemand?' vraag ik aan Thorin, die verschrikt achter zich kijkt. Hij draait zich om en kijkt me even aan, een kleine zucht rolt over zijn lippen en hij lijkt even na te denken.
'Hij kon me dat evengoed ook hier vertellen, maar blijkbaar ben je al veel beter. Dus veel kon ik toch niet voor je betekenen.' vertelt hij. Ik kantel mijn hoofd een beetje, waardoor ik hem wat schuin aan kijk.
'Wat maakt jou zo, Thorin Oakenshield? Waar is de man gebleven waar ik zo van hou? Waar is de man die op een dag aan het meer stond terwijl ik alleen rondliep? Waar is de man gebleven die zo bezorgd om me was?' stel ik verschillende vragen aan hem, die hij even lijkt te verwerken. Hij dringt niet meteen tot hem door, maar plots vergroten zijn ogen en kijkt hij diep in mijn ogen.
'Je weet het weer allemaal, maar hoe?' hij zet een stap dichter naar me toe, maar ik hou hem tegen om nog dichter te komen.
'Je kan alles vragen en alles doen, als je weer bij je positieve bent. Ga je verontschuldigen bij je neef, je bent bruut tegen hem geweest. Ik hoor het wel als je beter bent, je zult mij sneller vinden dat ik jou.' deel ik hem mee, waarna ik me omdraai en terug naar buiten stap. Thorin blijft verbaasd achter, met een hele hoop vragen. Ik kan alleen maar hopen dat hij woorden in acht neemt en die snel volbrengt.
'Kom mee, we zullen gaan wandelen. Kili kent hier mooie plekjes buiten Erebor, ook al is er een deel verwoest.' vertelt Eliana, terwijl ze aan mijn arm trekt. Haar vrolijkheid en optimisme maakt dat een glimlach mijn gezicht siert en ik haar volg naar buiten. Ze is in de wolken, zeker als ze bij Kili is. Ze had vroeger vaak over hem gehad, maar nooit had ze vermeld dat hij een dwerg was. De meeste in onze familie haten dwergen en mensen, dus was het een wijze keuze van haar om dat nog even achter te houden. Eliana laat mijn arm los, om vervolgens Kili zijn hand vast te nemen in de hare. Ergens komt er een steek van jaloezie naar boven, wat zou ik dat ook willen doen met Thorin en dan kon ik samen met hem zo door de buitenlucht heen stappen. ik zucht en zet mijn blik op de omgeving, aangezien ik me wat weemoedig voel. Als Eliana en Kili op een afstand verder wandelen, draai ik me resoluut om en stap terug naar binnen. Ik stap doorheen de gangen, waar ik eerst een paar keren fout loop, om terug te keren naar de slaapkamer waar ik Fili heb achter gelaten. Als ik de deur open, zie ik hem nog steeds op het bed liggen. Hij draait zijn hoofd, zodat hij me ziet en kijkt me aan zonder iets te zeggen.
'Hij is een rotzak, die arkenstone wordt nog zijn dood.' zeg ik hem. Ondertussen zet ik me naast hem neer op een van de stoelen, met mijn ogen richting het raam. De zon staat hoog in de lucht, bijna geen wolkje is er te zien en een paar vogels zijn hoorbaar. In mijn ooghoek zie ik dat Fili iets wilt terug zeggen, maar hij wordt onderbroken door luid geklop op de deur.
'Kom binnen.' zeg ik, waarna de deurklink naar beneden wordt gedaan en de deur open gaat. In de deuropening zie ik Thorin staan, zijn ogen staan al wat zachter en uit zijn houding maak ik op dat hij zich schuldig voelt.
'Ik had me zo niet mogen gedragen, het spijt me en jou had ik zeker niet mogen slaan Fili.' klinkt zijn stem en hij gaat naar Fili toe. Hij zet zich naast Fili neer op zijn bed en neemt hem in een omhelzing. Ik sta recht en wil naar buiten gaan, zodat ze het kunnen uitpraten. Waar ga je heen? Straks gaan ze misschien vechten, dat wil je toch niet missen? Ik verstijf meteen en laat mijn hand van de deurklink glijden. Die stem, die had ik al sinds ... sinds Legolas en ik die bezwering van me ontdaan hebben. Die stem dat me naar Smaug wou leiden, maar gefaald heeft door mijn liefde voor Thorin. En Smaug is nu dood, nadat ik mede door hem mijn eigen dorp in brand gestoken heb. Tranen hopen zich op in mijn ogen, wat heb ik gedaan? Je hebt iedereen die je graag zag, vermoordt. Het zal ook nog gebeuren met Thorin, je zult alles kwijt geraken. ALLES! Ik schud heftig mijn hoofd heen en weer, in de hoop dat de stem ophoudt.
'Stop ermee, laat me met rust!' roep ik, waarna ik de kamer uitloop. Met mijn handen tegen mijn oren, hoop ik de stem niet te horen. Zoals ik al eerder zei, ik ben een deel van jou. Je kunt me niet zomaar opsluiten, zelfs niet je vader met zijn krachtige magie van hem. Niemand kan dat.
Reageer (3)
*sluit stem op*
9 jaar geledenomg nooooooooooooooes
1 decennium geleden