Chapter 3.

Ik word haast gek van de stilte. 'Kan iemand me horen?'roep ik. De deur gaat open, en Edward stapt naar binnen. 'Ga je mee naar buiten, even wandelen?' Ik spring overeind, en knik. Even wat frisse lucht. Ik volg hem naar buiten toe. 'Je huis is echt prachtig.' Terwijl we de trap aflopen zie ik nog twee andere meiden staan. Beiden kijken vriendelijk naar me. 'Waarom ben ik hier?' Hij negeert mijn vraag, en loopt door naar buiten. Overal om ons heen zijn bossen. 'Waar ben ik?!' Hij legt zijn hand op een boom, en draait zijn hoofd naar me toe. 'In Forks' Ik trek mijn wenkbrauwen op. 'Oké' Ik heb geen flauw idee waar dat ligt, maar blijkbaar niet dicht bij mijn huis. Plots kijkt Edward verschrikt achter zich. 'Ga weg'roept hij kwaad. Ik rol met mijn ogen. 'Eerst ontvoer je me, en dan moet ik weg?' Meteen nadat ik dat heb gezegd hoor ik een gegrom. Een andere jongen stapt uit het donker, en loopt naar me toe. Hij loopt even rondjes om me heen, terwijl Edward toekijkt. 'Leuk meisje heb je bij je, Cullen' Edward loopt naar me toe, en komt voor me staan. 'Laat haar met rust Jacob' Ik duw Edward aan de kant. 'Ik kan voor mezelf zorgen, hoor'roep ik wat bot. Ik bekijk Jacob even. 'En wie ben jij nou weer?'