Foto bij Nurmanon - 7

Hij had geen andere keus dan zich af te sluiten voor de smeekbedes van zijn zusje en zich te concentreren op het gevecht.

Hij merkte dat zijn uithoudingsvermogen langzamerhand de overhand kreeg. De drank en het luilekkerleven begonnen zijn broers parten te spelen.
Toen zag hij een kans. Hij liet zijn stok vallen en dook onder de speren door. Hij lichte Archibald voetje en greep tegelijkertijd Siebes wapen vast en rukte het uit zijn handen. Onmiddellijk liet hij het draaien en hard neerkomen tegen de achterkant van Siebes knieën. Hij stampte Archibalds speer uit zijn handen en ving die behendig op. Het resultaat was dat hij nu twee wapens had en zijn broers op hun rug tegen de grond lagen, een speerpunt op een vingerbreedte van hun keel.
“Jullie wilden mij dood hebben!”
“Nee, we wilden alleen…” begon Archibald.
“Waag het niet te ontkennen. Jullie hebben me altijd geminacht en bespot. En nu blijkt dat ik beter ben, willen jullie mij dood, terwijl ik jullie nooit iets misdaan heb. Ik wilde niet met jullie vechten, jullie vielen mij aan. Jullie wilden mijn bloed zien! Dat geeft me het recht op jullie bloed, maar dat neem ik niet, want door mijn aderen stroomt hetzelfde bloed.” Hij brak de speren op zijn knie in tweeën. Daarna draaide hij zich om en rende naar zijn kamer. Nog voor zijn broers overeind gekomen waren, had hij zijn spullen gepakt, zijn paard gezadeld en was hij de poort uitgereden.
Pas toen het helemaal donker was, hield hij halt en probeerde hij te bedenken wat hem te doen stond. Hij had altijd geweten dat hij niet thuis zou kunnen blijven wonen. Daarom had hij lang gleden al het plan bedacht om van zodra hij tot ridder geslagen was in dienst te gaan bij een rechtschapen heer. Als hij zo naam gemaakt had, zou er vast wel een meisje bereid zijn hem te huwen en een gezin te stichten. Het was allemaal duidelijk geweest, voor de hand liggend. Veel jongste en bastaardzonen hadden het hem al voorgedaan. Nu stond hij hier mooi. Hij was geen ridder, hij had geen flauw idee waar hij heen kon gaan en hij had slechts een handvol gespaarde munten op zak, die hij meteen zou moeten besteden aan proviand. Hij had niet eens een korst brood bij zich!

Reageer (1)

  • Heronwhale

    oei oei! das pech luilekker leventje weg!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen