Hoofdstuk 38
‘Fuck…’. Hoofdpijn. Ze bracht een hand naar haar hoofd. Haar extensions zaten nog in haar haar. Ze opende haar ogen, maar kneep ze al snel weer dicht tegen het felle licht. ‘Maroon’. Haar vader legde een hand op haar schouder. Ze opende haar ogen weer en zag dat hij naast haar op de bank zat. Ze keek even om zich heen. Zelf lag ze op een bank in één of andere kamer waar ze nog nooit geweest was. Sheng zat op de salontafel naast de bank. ‘Wat is…’. Maroon stopte met praten toen ze zich herinnerde wat er net gebeurd was. Ze ging met haar handen door haar gezicht. Haar make-up zat er nog op. ‘O, god…’, mompelde ze. ‘Je kreeg een paniekaanval en daardoor viel je flauw’, vertelde haar vader. Haar wenkbrauwen vertrokken in een diepe frons.
‘Ik zei het je nog!’, riep ze naar hem. Hij wendde zijn blik af. ‘Ik wou niet optreden! Je hebt me gedwongen! Het is allemaal jou schuld!’. Hij zei niks terug. Hij wist niks te zeggen. Zelf wist hij ook wel dat hij haar te ver gepushed had dit keer. Sheng legde een hand op haar armen. ‘Blijf even rustig, Maroon, er komt zo een ambulance’. Maroon keek naar haar om. ‘Waarom?’, vroeg ze, al wist ze het antwoord eigenlijk al wel. ‘Je gaat even mee naar het ziekenhuis, gewoon voor controle’. Ze schudde haar hoofd. ‘O, echt niet’. Sheng knikte. ‘Jawel, we willen er gewoon zeker van zijn dat alles goed met je gaat’. ‘Ik heb gewoon een paniekaanval gehad, dat is alles, het is nergens voor nodig om me naar het ziekenhuis te brengen’. Geen denken aan dat zij mee ging. Straks kwamen er nog achter dat ze drugs had gehad. Haar vader zou woedend zijn en ze was nog bang dat hij haar geen geld meer zou geven.
Ze duwde zichzelf rechtop. ‘Maroon, het is echt het beste als je gewoon even-‘. ‘Nee!’, onder brak ze haar vader. Ze stond op van de bank. Haar hakken had ze nog aan. ‘Kijk, ik kan gewoon weer staan’. Ze begon de kamer door te lopen. ‘En ik kan ook al weer lopen’, voegde ze toe. ‘Er is niks aan de hand’. Haar vader schudde zijn hoofd en zuchtte. ‘Je kunt ook nooit eens naar iemand luisteren…’. Ze sloeg haar armen over elkaar en keek hem uitdagend aan.
De deur van de kamer werd geopend en twee ambulancebroeders stapten naar binnen. ‘Dit meen je niet…’, mompelde Maroon. Ze ging met een hand door haar gezicht en draaide zich om. ‘Goedendag, meneer, wij komen voor Maroon Murray’. ‘Hallo, ja, ik ben haar vader, maar ik betwijfel of jullie haar mee krijgen’. Maroon draaide zich om. ‘Ik ga echt niet mee!’. Haar armen nog steeds over elkaar geslagen. De eerste man was even sprakeloos. ‘Tja…’, mompelde hij, niet wetend wat hij moest doen, aangezien ze er verder wel goed uitzag.
De tweede man liep de kamer in en sloot de deur achter hen. ‘Wat is er precies gebeurd?’. Maroon zuchtte. ‘Ik kreeg een paniekaanval, maar omdat ik geen medicijnen had, viel op een gegeven moment flauw’, legde ze uit. De eerste man knikte. ‘Heb je die vaker?’, vroeg hij. ‘Ja, ik heb vaker paniekaanvallen en ja, dit is eerder gebeurd, dus ik snap ook niet waarom iemand een ambulance heeft gebeld’. Bij het laatste deel keek ze naar haar vader. ‘Er lopen hier zoveel mensen rond, ik weet zeker dat er wel tien mijn zijn die gebeld hebben’, bracht hij tegen haar in. De tweede man liep naar Maroon toe en legde een hand op haar schouder. Hij keek haar even aan. ‘Nee… Je hoeft inderdaad niet mee’, concludeerde hij.
‘Zei ik!’, riep ze naar haar vader, die zijn armen over elkaar sloeg. ‘Of je moet mee willen, dat kan altijd, hoor, maar het is niet noodzakelijk’, grapte de man. Ze zette een neppe glimlach op. ‘Dan blijf ik toch liever hier’. De man knikte en liep weer terug naar de deur. De eerste man liep achter hem aan. ‘Doeg’. ‘Nog bedankt!’, riep Sheng hen na. Rick keek naar zijn dochter. ‘En nu?’. ‘Wanneer vertrekt het eerste vliegtuig terug naar Phoenix?’.
Reageer (1)
Als ze mee zou zijn gegaan
1 decennium geleden(Is dit een goede Nederlandse zin?)