Het leger met school. (5)

Je doet je ogen open en stapt zacht uit bed. Je kijkt naar de andere en dan op je horloge. Het is pas 5 uur. Je rekt je uit en kleed je aan. Je loopt naar buiten en begint met joggen. Je ziet een paar mensen maar negeert ze. Na een half uur zie je een paar jongens van jouw school. ‘heei’ roep je en zwaait. Ze lopen naar je toe en een vraagt ‘wat doe je hier zo vroeg?’ je kijkt hem aan en zegt ‘ik kan hetzelfde vragen’ ze lachen en zeggen ‘wij moesten iets op halen voor onze “commandant” het is echt een eikel. We moeten echt van alles doen.’ Je lacht even en zegt ‘ik ben aan het joggen en die ik heb is niet veel beter’ je neemt afscheid van ze en rent verder. Je ziet nog meer jongens maar reageert niet op ze. Als je eindelijk weer bij de slaapzaal bent fris je jezelf even op en begint met schrijven. Na een tijdje hoor je iemand op de gang en kijk je weer op je horloge. ‘goedemorgen Haswell’ zeg je als hij bij de deur staat. ‘goedemorgen, soldaat Raven’ zegt hij terug. Die dag gaat snel voorbij. Iedereen werkte als team samen en Haswell was trots op jullie. Dat gaat een paar dagen lang zo door. ‘oke vandaag is de dag dat wij het tegen een ander team op nemen’ zegt Haswell ’s ochtends. Je lacht en zegt ‘en wie zijn het?’ Haswell lacht ook en zegt ‘dat zie je wel raven.’ Als jullie bij de hindernisbaan staan zie je een aantal jongens groep staan. ‘heei Eagle, wat doe je hier met je girlyclub’ zegt de commandant van de groep jongens. ‘heei jongens’ zeg je als je naast ze staat. ‘dit wordt makkelijk’ gat hun commandant door. Je kijkt hem geïrriteerd aan en zegt zacht ‘he’s not going to be happy’ de meeste die het hoorde beginnen te lachen. ‘Wat zei jij?!’ zegt hij boos tegen je. Je kijkt hem rustig aan en kijkt naar Haswell. Hij knikt en zegt ‘zullen we beginnen?’ hij knikt en zegt ‘op 3 starten jullie’ iedereen gaat klaar staan en op 3 rent iedereen. Je staat als eerst bij de kleine klimmuur en gaat er tegen staan. ‘oke iedereen snel’ roep je. alle meiden klimmen een voor een op jouw handen en schouders tot de laatste is geweest. Je neemt een aanloopt en springt tegen de muur. Je kunt net bij Elles haar handen en je klimt er over heen. Je ziet dat er een paar jongens achter blijven en lacht even ‘ze werken anders’ roep je naar de ander. Alle meiden helpen elkaar en zo zijn jullie over de eind streep gekomen. ‘wij hebben gewonnen’ roept de ander commandant ‘ik denk het niet’ zegt Haswell ‘niet de hele groep is over de streep’ maakt hij zijn zin af. Haswell loopt naar jullie toe en zegt ‘goed gedaan soldaten en omdat iedereen 16 is gaan we vanavond gezellig uit’ jullie beginnen te juichen en lopen weg.
Die avond.
‘kom we gaan’ zegt Haswell. ‘uh…commandant?’ vraagt Elles. Hij kijkt haar aan en zegt ‘noem me Aaron’ ze knikt en zegt ‘Aaron moeten we niet wachten tot iedereen klaar is’ hij kijkt de groep rond zegt ‘Waar is soldaat Raven?’ de meeste beginnen te lachen en hij loopt naar binnen. Hij ziet je voor de spiegel staan en je draait je om. Hij kijkt recht in je gezicht en zegt ‘je ziet er leuk uit’ je begint te blozen en zegt ‘Thanks, zullen we gaan?’ hij knikt en jullie lopen met z’n alle naar de taxi. Als jullie weer naar huis gaan zie je een groep jongens staan. Je blijft op ze letten en ziet dat ze naar binnen gaan. Niemand is dronken maar er zijn er wel een paar aangeschoten. Je lacht er om. ‘daar zijn ze’ hoor je achter je. Je draait je om en ziet nu een grote groep jongens staan. Je kijkt Haswell aan en hij houd zijn hand voor jullie. ‘ik help ook’ sis je naar hem. ‘hij schud zijn hoofd en zegt ‘je moet met de meiden weg. Ik hou ze wel tegen’ je knikt met tegen zin en loopt naar de taxi. ‘jullie ga naar huis ik kom zo’ zeg je. Je rent naar de groep jongens en ziet dat ze Haswell in elkaar aan het slaan zijn. Je roept naar ze en nu komen ze achter jou aan. Je rent naar Haswell en jullie vechten het samen uit. Je belt een taxi. Als jullie bij de slaapzalen zijn merkt je dat Haswell heel langzaam loopt en je kunt hem net ondersteunen voor hij Knock-out gaat. Je brengt hem naar zijn kamer en legt hem op bed. Je trekt zijn shirt uit en ziet een wond zitten. ‘ga maar slapen’ zegt hij zacht. Je lacht en zegt ‘nee, ik verzorg je wond’ hij lacht moeilijk en laat je je gang gaan. Na ene tijdje ben je klaar en is hij in slaap gevallen. Je loopt naar de slaapzaal en valt zelf ook in slaap.