Hoofdstuk 1

De zonnestralen schenen door het raam van Katja's kamer en de wekker naast haar ging af waardoor Katja wakker werd. Ze herinnerde het bos, de jongen, en alles nog. Ze merkte dat het een droom was en stond op van haar bed op de witte houten vloer van haar kamer, nadat ze haar wekker had uitgezet. Het was maandag, een januari, 2014, zag ze op de kalender die daar hing. De meeste mensen gebruikten hiervoor de computer, iPad of mobiel, maar Katja was anders. Ze keek haar kamer rond. De kamervloer was wit en van hout. De muren waren groen-zwart achtig, net als haar haar en ogen. Haar bed was een gewoon bed en haar zwarte kat met groene ogen, lag erop te slapen. Katja woonde in een simpele nieuwe stad in Nederland, dichtbij Sneek. Het heette Spotfield. Waar ze al haar hele leven woonde met haar broer, Cyan, haar moeder en vader, haar kat, Spotje, en Cyan's hond: Bruno, een Jack-russel. Ze zuchtte en maakte zich klaar voor school, terwijl ze de hele ochtend dacht aan wat de jongen in haar droom zei; 'Je bent speciaal,' maar het kon niks betekenen, het was een droom, meer niet.
Op school was het ook zoals normaal. Ze had daar veel vrienden, Sascha was haar beste vriendin. Allys kwam aan. Allys was de meest populaire, en ze was vaak gemeen tegen mensen die anders dan haar waren. 'Nog steeds zo lelijk? Ik dacht dat je naar me zou luisteren dit jaar!' Zei Allys toen Katja dichtbij haar kwam. 'Rot op,' zei Katja. Sascha kwam er ook aan. 'Wat moet je, Allys?' zei ze. 'Dus konijntje is er ook?' ging Allys verder. 'Hou op of anders sla ik je..' begon Sascha maar er kwam een jongen bij staan. Ook een pestkop, alleen deze was sterk en beschermde Allys meestal en hij vocht vaak. Hij heette Demon. Rare naam hé? Nou het is zijn naam, hij heette eerst Ed, maar dat vond hij niks. 'Demon, Allys, rot op,' zei Katja. Ze was misschien niet sterk en vocht daarom meestal niet. Maar als ze het wel was. 'Kittentje en Konijntje,' zei Demon. Hij en Allys werkte vaak samen en ze noemden hun Kittentje en Konijntje. Demon duwde Katja omver, en Sascha werd ook omvergeduwt door Allys. 'Als ik ooit sterker word..' Begon Katja, ookal trainde ze nooit. 'Dan zul je spijt hebben.' Een leraar kwam toevallig net langs lopen en hoordde dat. 'Spijt, ja!' zei Sascha en zag toen pas dat de leraar het had gehoord. 'Sascha en Katja nablijven.' zei hij en liep weg. 'Haha.' zei Demon. 'En we zijn heel bang hoor voor dat ''spijt'',' zei Allys maar ze meende het natuurlijk niet, wat ze liet zien. Ze duwde Katja en Sascha nog eens om, omdat ze al weer stonden. Toen renden ze weg. 'Ooit krijg ik ze te pakken,' fluisterde Katja. 'Ooit krijgen WIJ, ze te pakken Kat.' Zei Sascha. 'Inderdaad,' zei Katja.