De 100e Hongerspelen - 187

Maar als u op televisie, voor heel Panem, de daden van uw zoon afkeurt en ons steunt, kan hij niet anders dan zich overgeven.”

“Stel dat ik het doe, wat win ik daar bij?”
“U heeft al gewonnen door uit die gevangenis te komen. Maar u bent oud en u bent al ter dood veroordeeld in de vorige opstand, we houden u niet lang meer in leven, want dat is wat die spuit doet.”
“Dus je vermoordt me gewoon, als dank?”, spotte hij.
“Ik ben alleen eerlijk met u”, zei Katniss kalm. “Ja, u zal sterven, maar gezien uw leeftijd is dat alleen maar natuurlijk. Ik denk dat sterven veel menselijker is dan wat u de voorbije vierentwintig jaar moest doormaken. Maar Adriënne heeft me verzocht u nog een aantal gunsten te verlenen, als u meedoet, om toch nog een soort van mooie oude dag te hebben, voor de tijd die u nog rest.” Snow knikte bedenkelijk.
“Wat voor gunsten dan?”
“Daar valt over te onderhandelen.”
“Goed”, hij zuchtte. “Ik wil mijn kleindochter spreken, onmiddellijk. Als zij me kan overtuigen dat dit het beste is, doe ik mee. Maar als ze dit zelf niet wilt, kunt u mijn hulp vergeten.”
“Akkoord, ik laat haar halen”, stemde Katniss in. Ze glimlachte even. “Hadden we niet afgesproken niet tegen elkaar te liegen? Adriënne wilt dit.” Ze stond op en liep naar de gang om iemand te roepen die Adriënne kon brengen, zich niets aantrekkend van Snows verwarde gezichtsuitdrukking.

Het duurde niet lang voor Peeta de kamer in kwam, met Adriënne in zijn armen. Katniss nam meteen een stoel zodat Adriënne kon gaan zitten.
“Je grootvader wil je spreken”, zei ze kalm. Adriënne keek Katniss aan.
“Doet hij mee? Anders wil ik hem niet zien.” Katniss glimlachte.
“Hij wil dat jij hem overtuigd.”
“A-adriënne?”, stamelde de oude man. “Wil, wil jij het echt?” Adriënne keek hem aan.
“Ja, ik wil het echt. Vader mishandelt me als ik weiger hem te helpen, en u weet hoezeer ik die verdomde Spelen haat.” Snow staarde haar een tijdlang aan.
“Je bent veranderd.”
“Ik ben ouder geworden en ik heb intussen ook heel wat meegemaakt.”
“Je hebt meegedaan aan de Spelen, volgens de Spotgaai…”