Hoofdstuk 2

Ik word langzaam wakker door een fel licht, ik herriner me dat ik naar school moet. ARG, daar heb ik geen zin in. Ik sta op en open de gordijnen, het is al best licht voor zo vroeg in de ochtend. Wacht.... Hoe laat is het? Snel kijk ik op de klok die in mijn kamer hangt, WAT?! Bijna te laat! Ik race naar de woonkamer, er is een briefje en er staat op dat me ouders zijn aan het werken. Vreemd, meestal word ik vroeg wakker en hoeven m'n ouders me niet wakker te maken. Daarom deden ze het nu ook niet. Ik was snel m'n gezicht met water in de keuken en kleed me aan. Ik pak m'n tas en ren het huis uit terwijl ik een appel mee neem voor onderweg.

Een tijd later ben ik op school, de gangen zijn leeg; iedereen is al op school in de klas dus. Ik loop door de gangen en kijk door het raam van een klaslokaal; de lichten zijn uit. Vreemd, misschien zijn ze in de gymzaal? Ik zie dat alle lichten uit zijn en loop dus naar de gymzaal, maar daar is het ook leeg. Ben ik te vroeg? Nee het was vreselijk licht toen ik wakker werd. Ik hoor een raar geluid, nooit eerder gehoord, het was best lang en eng en lawaai, na drie seconden stopt het dus ren ik de gymzaal uit. Wat ik dan zie is vreselijk raar, de gangen zijn vol! Iedereen is er. Ik kijk op de klok, 9 uur. Iedereen gaat naar een klaslokaal als ze de bel horen, ik vind het echt raar dit is niet normaal, percies toen dat geluid.. Nee nu moest ik naar de klas wat als het geluid weer kwam? Ik schud de gedachten weg en ga in mijn klas zitten. Dit is niet normaal meer.