De laatste tijd als ik mijn hoofdstukken teruglees van een verhaal van mij, vindt ik die echt slecht geschreven. Dus vraag ik me af wat jullie van dit hoofdstuk vinden, of dat jullie misschien tips hebben voor mij?
Ik trilde. Mijn ademhaling was onregelmatig. Ik was zenuwachtig. Ik hoorde voetstappen dichter naar me toe komen, ze klonken steeds harder. Ik hoopte dat hij het niet was, maar ik had hem toch zelf uitgenodigd om hier heen te komen. “Leslie.” Sprak zijn stem schor uit. Ik drukte de envelop dichter tegen mijn borstkast aan. Ik verzamelde in snel tempo mijn moed bij elkaar, en draaide me om. We keken elkaar recht in de ogen aan. Ik vond hem eng.
“Heb je het geld?” Ik knikte. Zijn blik viel op de envelop in mijn
handen. Ik kon het niet. Ik kon het niet aan hem geven. Hij had dit geld niet verdiend. Of toch wel? Hij stook zijn hand uit, als teken dat ik het aan hem moest geven. Ik deed niets. Hield de envelop dicht tegen me aan. Veilig. Hij begon zich te ergeren aan mijn gedrag, dit merkte ik vooral door zijn ogen die anders gingen staan. Ook bewoog zijn lichaam ongeduldig op en neer.
Onverwachts trok hij de envelop met alle macht uit mijn handen. Geschrokken keek ik hem aan. Hij opende het en haalde het geld eruit. Hij knikte tevreden. Een zucht van opluchting verliet mijn mond, omdat het goed genoeg was. Hij stopte het geld weer terug en borg het op in zijn jas zak. Toen keek hij mij weer aan. Hij stapte een stap dichter naar me toe. Hij legde zijn koude kille hand op mijn wang neer. “Ik mis je.” Ik keek opzij. Hij grijnsde. “Wil je niet dat ik dat zeg?” Ik hoorde de plagerige toon in zijn stem. Niet de grappige plagende stem. Nee, de kille toon die me nog meer deed rillen. “Waarom wil je dat niet?” ging hij verder. “Ben je bang voor mij?” Ik reageerde nog steeds niet.
Hij pakte mijn kin vast en draaide mijn hoofd, zodat hij mijn gezicht kon zien. Hij dwong me. “Waarom reageer je niet?” Ik haalde mijn schouders op. Hij glimlachte. “Je weet toch dat je gewoon mag reageren als ik je iets vraag. Je hoeft niet bang te zijn?” Wat probeerde hij te doen? “Heb je het koud?” Ik schudde mijn hoofd. Hij deed toch zijn jas uit en hing het over mijn schouders heen. Verontwaard keek ik hem aan. Ik snapte hem niet.
“Kom je mee naar mijn huis?” Ik schudde overtuigend mijn hoofd. “Waarom niet?” hij keek me met een pruillipje aan. “Ik wil niet.” Klonk mijn stem. “Ik hou van je.” Glimlachte hij. “Je houdt niet van mij, David. Je liegt.” “Waarom zou ik liegen!” “Omdat je altijd liegt!” Ik legde mijn handen op zijn borstkast neer en duwde hem een stukje naar achteren. Zijn gezicht liet vanaf nu alleen maar kwaad zien. “Jij!” schreeuwde hij. “Jij gaat nu met me mee!” en pakte mijn polsen in een beweging strak vast. “Nee! Laat me met rust! David, laat me met rust!”
<3