Je loopt van de trap af. Wanneer je de kamerdeur opendoet kijken je ouders je bezorgt aan. Je gaat op de bank zitten. 'Amira...Het ziekenhuis belde.' 'Ow. En?' 'Je...je MRI scan die je hebt gehad. Die is niet goed. De tumor is op andere plaatsen gaan zitten. We moeten nu je spullen in gaan pakken, en naar het ziekenhuis.' Je voelde hoe de tranen achter je netvlies vloeiden. 'Oh, oke...Dan ga ik mijn tas maar klaarmaken.' Je ouders knikten. Je liep naar boven. Naar je kamer. Je voelde je niet goed...