En nu ik hem gezegt heb van ; Je had beter toch een nachtje bij mij kunnen slapen? Kun je mij ook nog zien.
Zegt hij :
Dus ik zeg: Maarja het is maar wat je zelf wil.
En toen zei hij niks meer en zegt ie gauw: Maar ik kom nu naar je toe.
Ik zo : Ja lul je er maar overheen. Doei.
En hij: ('k)