Amy is klein, koppig, vurig, heeft een grote mond en ze kan geweldig goed dansen.
Finn is groot, vriendelijk, lief, emotioneel en als het op dansen aan komt kan hij er niets van.
Maar een ding hebben ze allebei gemeen; Hun stemmen klinken als bovennatuurlijke wonderen.
Als Finn opeens haastig door de gangen raast en haar perongeluk tegen de kluisjes duwt begint Amy hysterisch te roepen. ‘Wie denk je wel dat je bent? Mongool!’ Klinkt haar heldere stem door de inmiddels bijna lege gang. Finn draait zich om en kijkt in haar groene ogen. ‘Kun jij zingen?’ Mompelt hij. Ze schud haar hoofd terwijl ze eigenlijk hard zou moeten knikken, maar ze was even van slag door zijn mooie, bruine ogen.
Nou?
all I want is the taste that your lips allow