• Ik voelde niets. En ik voelde alles. Pijn. Opluchting. Woede. Angst. En zelfs ... zelfs een klein beetje hoop. Hoop op dat alles beter zou gaan - of zelfs normaal -, nu hij weg was. Weg. Onbewust verscheen het beeld van zijn lach in mijn hoofd. De lach die ik nooit meer zou zien. Nooit meer wilde zien; zei ik tegen mezelf. Ik staarde naar de diepte van het meer. Naar de diepte van het meer dat niet bestond, onzichtbaar was voor het oog. Net als ik, die onzichtbaar was voor hem. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Waarom had ik ooit maar gehoopt dat hij me écht leuk zou vinden? Ik probeerde te roepen, maar vond de energie niet. Helemaal uitgeput viel ik op de grond in een zwart gat...

    wedden?


    life's a roller coaster, you can either scream every time you hit a bump or you can throw your hands up and enjoy it.