• Je verzint een vraag en een tijd wanneer je dit aan iemand vraagt, het liefst zo laat of zo vroeg mogelijk. De volgende geeft antwoord hoe hij/zij op dat moment zou antwoorden en bedenkt dan weer een nieuwe vraag+tijd.

    Voorbeeld:

    Piet: 5:36 Wat is 5 x 5?
    Jan: 100, 2:30 Hoe heet je?
    Klaas: Klaas Vaak, 6:00 Wat is je hobby?
    etc.

    Ik begin:
    3:30 Welke sport beoefen je?


    *insert philosophical cringe expression here*

    Huh? Wat? :S

    22:59 Ook een stukje pizza?

    NEE:| Neuh, nu nokke

    2:00 HIIIIIIIIIIIIII :D Ben je nu wakker? (A)


    ~ You're original, cannot be replaced ~