Tom pov:
Ik zucht zachtjes, als enige ben ik nog wakker, ik kan niet slapen. Ik heb toch niks fout gedaan? Ik was van plan om haar wakker te maken voor het eten en ineens was ze weg, verdwenen. Ik zucht nog een keer en schuif mijn gordijn een stukje opzij. Een zwarte auto staat voor ons huis stil. Ik vraag me af wat een auto daar midden in de nacht doet, maar ik denk er verder niet meer aan. Ik doe mijn gordijn weer dicht en kijk mijn kamer rond. Het is een bende, maar opruimen ho maar! Daar doe ik niet aan, dan kan ik mijn spullen nooit meer vinden!
Er klinkt getik op mijn raam. Het lijken wel steentjes, en dit, dit lijkt op een scène uit een film. Ik doe mijn gordijn weer open en glimlach even als ik haar daar zie staan. Ze maakt weer gebaren met haar armen, ik moet naar beneden komen, ik knik. Ik ren als een gek naar beneden maar probeer wel stil te doen.
“Waar was je?!” breng ik uit als ik buiten sta. Ze zegt niks en houdt me alleen maar vast. Rustig sla ik mijn armen om haar heen. “Kom maar” fluister ik en ik neem haar weer mee naar binnen. Met betraande ogen kijkt ze me aan. Ze opent haar mond om iets te zeggen maar bedenkt zich dan weer. “Je mag best praten hoor” zeg ik, ze knikt maar houdt haar mond gesloten, geen geluid, geen woord, enkel stilte. Ik ga voorzichtig naast haar zitten, bang om haar weg te jagen.
Never forget the things that make you smile