Mijn kamer was altijd een stort, en ik heb één keer met mijn moeder alles weggegooit wat in de weg zat en heb alles mooi opgeruimd en sindsdien hou ik het wel proper en ruim ik elke week mijn kamer op.
Ik ruim het niet op,
of nou ja soms dan.
zo gaat het dan ongeveer;
moeder: ruim je kamer op, stephanie!
ik: nee.
moeder: en waarom dan wel niet?
ik: je ziet nu toch dat er in geleefd word, of niet dan?
moeder: opruimen mag ook wel.
ik: ik ga voor de optie 'er word hier geleefd'
moeder: ruim op!
ik: stephanie is momenteel in gesprek, probeer het later nog eens.
Mijn kamer is altijd een systematische chaos. Ik kan gewoon niet werken als mijn kamer helemaal netjes is. Ik weet niet wat het is.
Ik heb geen tips voor je, sorry!