Een kille wind streelde mijn opengehaalde wangen, ik wilde mijn ogen niet opendoen.
Ik wilde haar angstige blik niet ontmoeten. Ik wilde de woorden die ze zei niet horen, wilde niet zien hoe er tranen over haar wangen stroomden.
Ze moest niet huilen om mij. Ik had haar zo vaak pijn gedaan, zo vaak geprobeerd haar van me te laten houden door haar geliefde te breken, maar nu was dat te laat. Ze hield niet van me. En nu, nu het al te laat was, huilde ze toch om me.
Was het omdat haat en liefde zo dicht bij elkaar liggen, of kon het haar niks schelen? Deed ze maar alsof, om me niet meer pijn te doen vanbinnen?
'Isabel?' fluisterde ik. Ik opende mijn ogen en vond die van haar. Haar blauwe ogen waren gevuld met tranen, het vocht kleefde aan haar lange zwarte wimpers, als dauw aan gras.
'Kay.' zei het meisje, streelde mijn inktzwarte haren uit mijn gezicht. 'Waarom deed je dat? Ik heb je zo vaak pijn gedaan!'
Ik verzamelde mijn energie en probeerde te zitten, zodat ik mijn armen niet hoefde te strekken om haar tranen weg te vegen.
'Omdat ik van je houd.' antwoordde ik met moeite. 'Ik heb altijd van je gehouden, Isabel, zelfs nu ik dood ga, zal ik van je houden,'
'Maar dit is mijn schuld!' riep Isabel overstuur. 'Als ik had geweten dat dít zou gebeuren, had ik je nooit zo behandeld!'
'Ik ga niet echt dood,' fluisterde ik. 'Ik sterf pas echt, wanneer je me vergeten bent.'
En dat was de laatste keer dat ik haar donkerbruine haren zag, de laatste keer dat ik in haar heldere ogen kon kijken.
De laatste keer dat ik haar stem hoorde, voor mijn wereld voorgoed zwart werd.
Mijn laatste geschenk aan Isabel, het meisje om wie ik het meeste gaf in de hele wereld. Zelfs nu ik ben opgestaan, is ze uit mijn leven verdwenen.
De herinnering wil niet uit mijn hoofd verdwijnen, al is het zolang geleden. Isabel. Het meisje waar ik mijn leven aan gaf.
Ik had nooit gedacht ooit weer dezelfde fout te maken als toen, ik had al besloten nooit meer verliefd te worden.
Maar dat was voor ik haar zag.
Mira Mellathorn.