Sneeuwfuga
Grote scherven porselein
ze vallen en vallen met bakken aaneen
vallen kapot tot snippers van steen
de kleintjes dwarrelen nog rond met het stof
We gaan helpen, vertellen we onszelf
we pakken de scherven en lijmen ze
we helpen haar en we plakken haar
want het vallen houdt ooit wel weer op
Ze zit op de grond in het porseleinen gruis
drinkt water, altijd water, zeeën aan water
zoals Hemel heeft gezegd drinkt zij de wolken
en de barsten staan in haar porseleinen buik
en haar armen brokkelen langzaam af
dus maakt ze een mozaïek met de stukken in sneeuw
en noemt ze het de schoonste kunst
Grote scherven porselein
vallen kapot met bakken van stof
vallen en vallen en snippers dwarrelen
zijn klein en zo groot, veel en groot
We helpen, vertellen we onszelf
we plakken de scherven en lijmen ze
we plakken haar en plakken en plakken
en zij blijft vallen en valt maar houdt ooit op
Ze zit in haar gruis en drinkt en drinkt
maakt mozaïek van haar buik en de stukken
in sneeuw maakt zij de Hemel en brokkelt
brokkelt in stukken en maakt de wolken
van haar porseleinen armen en ze noemt
ze noemt het de schoonste kunst
niet al het druppende bloed kleurt sneeuw rood
Grote scherven porselein
zo groot ze vallen en snippers ze vallen
zijn groot en met bakken van steen
vallen eindeloos en aaneen
kleintjes dwarrelen met sneeuw en sneeuw valt
valt al een eeuw achtereen
We vertellen dat we haar verhelpen
we plakken haar we plakken we lijmen
nooit houdt het vallen meer op en we helpen
we lijmen de de scherven en helpen onszelf
Ze ligt in haar gruis en drinkt de sneeuw
altijd sneeuw, nooit meer water, alle sneeuw
de Hemel is afgebrokkeld zoals ze bedoeld heeft
niet al het druppende bloed kleurt sneeuw rood
soms maakt het een mozaïek van haar buik en haar armen
in de sneeuw van de hemel van porselein
en zij is de schoonste kunst
Grote scherven porselein
ze vallen en vallen met bakken aaneen
vallen kapot tot snippers van steen
de kleintjes dwarrelen nog rond met het stof
We gaan helpen, vertellen we onszelf
we pakken de scherven en lijmen ze
we helpen haar en we plakken haar
want het vallen houdt ooit wel weer op
Ze zit op de grond in het porseleinen gruis
drinkt water, altijd water, zeeën aan water
zoals Hemel heeft gezegd drinkt zij de wolken
en de barsten staan in haar porseleinen buik
en haar armen brokkelen langzaam af
dus maakt ze een mozaïek met de stukken in sneeuw
en noemt ze het de schoonste kunst
Grote scherven porselein
vallen kapot met bakken van stof
vallen en vallen en snippers dwarrelen
zijn klein en zo groot, veel en groot
We helpen, vertellen we onszelf
we plakken de scherven en lijmen ze
we plakken haar en plakken en plakken
en zij blijft vallen en valt maar houdt ooit op
Ze zit in haar gruis en drinkt en drinkt
maakt mozaïek van haar buik en de stukken
in sneeuw maakt zij de Hemel en brokkelt
brokkelt in stukken en maakt de wolken
van haar porseleinen armen en ze noemt
ze noemt het de schoonste kunst
niet al het druppende bloed kleurt sneeuw rood
Grote scherven porselein
zo groot ze vallen en snippers ze vallen
zijn groot en met bakken van steen
vallen eindeloos en aaneen
kleintjes dwarrelen met sneeuw en sneeuw valt
valt al een eeuw achtereen
We vertellen dat we haar verhelpen
we plakken haar we plakken we lijmen
nooit houdt het vallen meer op en we helpen
we lijmen de de scherven en helpen onszelf
Ze ligt in haar gruis en drinkt de sneeuw
altijd sneeuw, nooit meer water, alle sneeuw
de Hemel is afgebrokkeld zoals ze bedoeld heeft
niet al het druppende bloed kleurt sneeuw rood
soms maakt het een mozaïek van haar buik en haar armen
in de sneeuw van de hemel van porselein
en zij is de schoonste kunst
Even weer totaal iets anders en voor velen waarschijnlijk veel te lang, maar nadat we op school de Todesfuge hebben behandeld, wilde ik het zelf ook een keer proberen. Ik geloof dat ik inmiddels de regels van een normale fuga een beetje overhoop heb gegooid, maar ok. :W
(Dit is overigens een voorbeeld van hoe een fuga klinkt; het is eigenlijk gewoon een muziekstuk waarin variaties op hetzelfde thema worden gemaakt en waar meerdere stemmen aan meedoen, heel kort door de bocht gezegd.)
Wat vinden jullie ervan? En kennen jullie die Todesfuge? (En wat vonden jullie daar dan weer van?)
Ik kijk uit het raam, naar de lucht en de zon, ik loop naar buiten en flikker van het balkon.