Een pot met onweer,
Snel de deksel erop.
Laat het niet ontsnappen,
Gooi er een slot op.
Boos vanbinnen,
Wikkel een papiertje om te pot.
Teken er een glimlach op,
Wie let er nu op?
Verdriet vanbinnen,
De storm gaat hevig tekeer.
Maar aan de buitenkant niets te bekennen,
Daar is het mooi weer.
Gebrul vanbinnen,
Alle donder en bliksem nog aan toe!
Maar aan de buitenkant een zonnetje,
En hoe!
Het papiertje om de pot,
Een nep-etiket.
Om te laten zien wat men zien wil,
Want wie wil er nu echt?
De storm in de pot wordt groter,
Het houdt zich niet in.
Maar buiten de pot blijft de glimlach,
Nog even breed lachen.
En niemand heeft iets door.
Snel de deksel erop.
Laat het niet ontsnappen,
Gooi er een slot op.
Boos vanbinnen,
Wikkel een papiertje om te pot.
Teken er een glimlach op,
Wie let er nu op?
Verdriet vanbinnen,
De storm gaat hevig tekeer.
Maar aan de buitenkant niets te bekennen,
Daar is het mooi weer.
Gebrul vanbinnen,
Alle donder en bliksem nog aan toe!
Maar aan de buitenkant een zonnetje,
En hoe!
Het papiertje om de pot,
Een nep-etiket.
Om te laten zien wat men zien wil,
Want wie wil er nu echt?
De storm in de pot wordt groter,
Het houdt zich niet in.
Maar buiten de pot blijft de glimlach,
Nog even breed lachen.
En niemand heeft iets door.
• It is often the biggest smile, that is hiding the saddest heart. •