Duits is een harde taal, zegt hij, en ik weet dat hij Duits niet kent. Duits is een blije taal als mijn oma ons begroet. Duits is een bijna Nederlandse taal als mijn opa plat spreekt. Duits is een bekende taal als mijn moeder tijdens het strijken zingt over 99 Luftballons. Duits is een dappere taal als mijn vader zich ondanks zijn grammaticafouten in gesprekken mengt. Duits is een magische taal als mijn tante me mijn eerste Harry Potter boek geeft. Duits is een bittere taal als mijn oom weigert op te komen dagen voor de familiefoto. Duits is een taal van onstuitbaar enthousiasme als het buurmeisje van mijn grootouders op bezoek is. Duits is een sombere taal als mijn opa vertelt over zijn zieke broer. Duits is een rustgevende taal als mijn grootouders horen dat we weer veilig thuis zijn aangekomen. Duits is een bange taal als mijn oma vertelt over vluchten voor bommen toen ze klein was. Duits is een maar half herinnerde taal als ik aan mijn overgrootmoeder denk. Duits is een trotse taal als mijn neefje met Down een zelfgeschreven postkaart stuurt. Duits is een bezorgde taal als ik verhalen hoor over mijn tante die in scheiding ligt. Duits is een grappige taal als we testen of Haribo drijft in bubbeltjeswater. Duits is een indrukwekkende taal als mijn opa en oma vijftig jaar getrouwd zijn. Duits is een lieve taal als mijn moeder tegen haar Eisbär en alte Möre en Schweinchen praat. Duits is niet hard. Duits is de zachtste taal die ik ken als mijn moeder zegt dat ze van ons houdt. Duits is een harde taal, zegt hij, en ik weet dat hij Duits niet kent.
[ bericht aangepast op 13 april 2015 - 14:00 ]
"Just words." "But good words. That's where ideas begin." - Star Trek, The Wrath of Khan