Die ochtend stapte ik de muffe autogeur tegemoet. Ik zou naar een internaat gaan en daar mijn klas van aankomend schooljaar ontmoeten.
Mijn vader sleepte mijn koffer in de kofferbak. Hij stapte naast mij in en startte de auto. Een vermoeide zucht rolde over mijn lippen. Ik had de hele nacht liggen woelen en draaien. Slapen lukte niet, ik piekerde teveel over mijn nieuwe klas. De vraag die zich altijd in mijn hoofd wurmde kwam weer eens een kijkje nemen. Zou dit jaar leuk worden, zonder pesterijen en dergelijke?
Ik schrok op van de radio die ineens een een druk nummer liet horen. Ik grinnikte zacht. Een speelse glimlach verscheen op mijn gelaat.
‘Goedemorgen,’ hoorde ik een vrouw, die iets van tien meter van de auto afstond, zeggen. Terwijl ik blijkbaar in mijn gedachten was verzonken waren we al op het vliegveld aangekomen. Zo snel als ik dat in de gaten had, had ik gemerkt dat ik nog in de auto zat. Snel als ik kon stapte ik uit en smeet de autodeur met een harde klap dicht. Nog net op tijd voor de vrouw die me haar hand toestak. Verlegen glimlachte ik naar haar. Ze begroette mijn vader en begon over iets te praten met hem. Wat ze bespraken kreeg ik niet mee, doordat ik werd afgeleid door het prachtige uitzicht.
De mooie zee en het strand, de lucht die spectaculair lichtblauw weergaf met witte wolken. En dan had ik het nog niet eens over de mooie restaurants, en dan te bedenken dat we nog op het vliegveld van Italië stonden. Ik keek mijn ogen uit, wauw het leek net een droom.
‘Hallo, Meike. Let even op.’ De strenge stem van mijn vader klonk.
‘Euh, ja. S-sorry,’ stotterde ik verward, nog altijd verbluft van het uitzicht hier.
Ik kon nog geen mensen van mijn leeftijd vinden. Mijn blik gleed van hot naar her, heen en weer en weer terug. De vrouw – waarvan ik de naam niet wist – had mijn blik gevolgd en zei: ‘We moeten eerst met het vliegtuig een uurtje reizen, als we daar zijn even met een taxi. Daarna zul je – je leeftijdsgenoten vanzelf wel vinden.’ Ik knikte snel begrijpend, mijn gedachten waren al weer op volle touren bezig en probeerden een beeld te creeën van hoe het er daar uit zou zien.
Ik gaf mijn vader een knuffel en liep achter de vrouw aan.
‘Vind je het spannend?’ Spannend vond ik het zeker. Ze probeerde duidelijk een gesprek aan te knopen, maar daar had ik geen behoefte aan om deze tijd.
Een duw krijg ik in mijn rug zodra we uit de taxi zijn gestapt. Verbaasd kijk ik om me heen, ik rol met mijn ogen als ik zie dat de vrouw haar hand uitsteekt. Ik pakte de hand niet aan, maar liep langs haar en ga richting het grote gebouw.