Alexalyn Ulyssa Velouetté.
De zo herkenbare lach van Ezequiel klinkt uit zijn mond, wanneer ik hem aanspreek op het feit dat hij me weer eens 'Snorlex' noemt. Zijn lach heeft ervoor gezorgd dat mijn donkerbruine poelen hem nog strakker aankijken dan dat ik al deed en de vermakelijke blik in zijn ogen maakt het er niet beter op. Ik heb er een hekel aan wanneer Ezequiel mij als 'vermakelijk' bestempeld op de momenten waarop ik een serieuze opmerking maak, omdat ik weet dat hij me niet serieus neemt en dat werkt mijn frustratie op. Dit keer heb ik dit echter al geuit door hem een stomp tegen zijn schouder aan te geven, waar hij toch geen last van zal hebben zoals gewoonlijk en ik geloof niet dat dit komt door het feit dat ik hem zacht stomp, want dat is zeker niet zo. Voor mij is het in ieder geval geen zachte stomp, maar Ezequiel zal daar vast anders over denken.
'Het was eerder iets dat ik had opgemerkt; dat noemen ze een opmerking, Alex. Geen bevel of uiting van kritiek.' De betweterige toon die zich in zijn stem bevind, bevalt me niet, maar ik ga er niet op in, omdat hij zich al genoeg heeft vermaakt naar mijn mening. 'En ik die dacht dat je de slimste van ons tweeën was, wat een teleurstelling.' De kleine glimlach die opspeelde op zijn net nog humeurige gezicht verraad hem. Mijn lippen vormen een speelse grijns na het zien van zijn glimlach, aangezien dat betekent dat hij me nog wel degelijk de slimste van ons tweeën vindt en dat zijn slechte humeur aan het verdwijnen is.
'Hij is een verloren zaak-,' 'Vertel me eens iets nieuws.' Onderbreek ik hem half lachend, waarna ik hem uit laat praten. 'Zelfs een slag tegen zijn neus doet hem nog niet eens ophouden laat staan wakker worden. Ik denk dat ik ermee zal moeten leren leven...' De brede glimlach die eerst op mijn gezicht stond, wordt smaller, maar toch schenk ik hem die glimlach. Ik kan hem namelijk niet laten merken dat ik sommige opmerkingen van hem nog niet helemaal op dezelfde manier interpreteer als hij. Ik zou er nu vanuit kunnen gaan, doordat hij dit gezegd heeft, dat hij Eros eens in zijn slaap op zijn neus heeft geslagen, maar dat doe ik liever niet. Onbewust blijf ik deze opmerkingen van hem onthouden, maar ik heb hem er nog nooit op aangesproken en als het aan mij ligt, ben ik dat ook niet van plan.
Na een tijdje de bus rond te hebben gekeken met het gevolg dat de afgetrapte rode allstars op mijn netvlies blijven staan, begint Ezequiel over de muziek die nu door onze oren klinkt door te vragen of ik het nummer van Wiz Khalifa speciaal voor hem op mijn iPod heb neergezet. Terwijl zijn mondhoeken lichtjes omhoog kropen, ik denk om het feit dat ik mijn muziek als 'Slaapmuziek' bestempel, echter was dat enkel en alleen omdat hij dat eens eerder had gedaan, blijven mijn donker kijkers hem serieus aankijken. Hij mag zijn eigen mening hebben en zijn eigen smaak daar ben ik juist blij om , maar ik zal het nooit accepteren wanneer hij of iemand anders mijn smaak bekritiseerd, aangezien iedereen zijn eigen smaak heeft en ik die van hem ook accepteer.
'Dan denk je verkeerd, want slaapverwekkend is juist waarmee je je muziek kan beschrijven. Behalve... wacht even...' Voor ik het weet heeft mijn hand tot mijn ergernis alleen nog maar een hoopje lucht in bezit. Mijn spullen vertrouw ik niet zo maar tot iemand toe en ondanks dat Ezequiel en mijn vader dicht bij me staan, zal ik ze nooit of te nimmer met mijn spullen uit het zicht kunnen laten gaan. Het is in de jaren echter wel verminderd, maar ik ben nog altijd erg gesteld op mijn persoonlijke eigendommen, wat naar mijn mening vrij logisch is. Ik zal me dan ook nooit fijn voelen op het moment dat er iemand meekijkt op mijn scherm, zowel mijn mobiel als iPod en computer.
'Deze' is het eerste woord wat uit zijn mond komt, nadat hij een nummer op heeft gezet, waarvan ik de eerste klanken niet herken en mijn wenkbrauwen schieten verbaasd omhoog. Vandaar dat ik mijn donkere poelen naar het scherm van mijn iPod laat gaan en al snel zie ik 'Are you satisfied' van Reignwolf op het scherm staan. Het is dat Ezequiel dit nummer op had gezet, anders zou ik me niet meer herinnerd hebben dat hij er laatst nog een nieuwe afspeellijst op had gezet, omdat mijn muziek hem niet beviel en hij, zoals ik het zag, vrijwel altijd te lui is om zijn eigen oortjes en mobiel erbij te pakken. Ik denk zelfs dat hij zijn oortjes al niet eens meer meeneemt, omdat hij er van overtuigd is dat hij toch wel mag meeluisteren. Dit gegeven kan ik dan ook niet met zekerheid ontkennen.
'En dit, mijn lieve Alexalyn Ulyssa Velouetté, noemen ze pas echte muziek' Mijn handen schieten in een reflex omhoog zodra mijn ogen mijn iPod in de lucht hebben gesignaleerd. Echter bereikt mijn iPod eerder mijn schoot dan dat mijn vingertoppen het ook maar een keer aan hebben kunnen raken. 'Het is dat ik mezelf voor schut zal zetten wanneer ik jou volledige naam uit spreek, maar anders had je die zo vaak te horen gekregen dat je wenste om een nieuwe naam,' ik hou niet van mijn eigen naam, behalve mijn achternaam, aangezien deze naar mijn vader verwijst. Er zijn echter wel periodes dat ik trots ben op zowel mijn voornaam als tweede naam, maar vaak voel ik me prettiger bij de naam Alex Velouetté. Zo draag ik alsnog een deel van mijn moeders naam bij me, maar niet precies dezelfde.
'Wanneer gaan we trouwens vertrekken, want ik heb honger.' Ezequiel werpt me een onschuldige blik en dit verraad hem vrijwel meteen. Na de vele uren die ik met Ezequiel heb doorgebracht, weet ik hem echt wel te doorgronden. 'Geen tijd gehad om deze ochtend te eten.' 'Het verbaast me dat je mij nog niet hebt opgegeten of jezelf. Je hebt namelijk altijd honger,' Mijn poelen kijken hem met een ongelovige blik aan, maar ik leg al snel mijn hand op de leuning om mezelf vervolgens overeind te duwen.
De motor van de bus is al gaan ronken, wat betekent dat we zo zullen vertrekken, maar voordat iemand ook maar de kans zal krijgen om mij op het feit aan te spreken dat ik nu midden in het gangpad sta, heb ik mijn handtas al te pakken om vervolgens een blik over mijn schouder te werpen naar de mensen achterin de bus. Net wanneer ik me voornam om weer te gaan zitten, blijven mijn donkere poelen in die van Aurelian haken. Hij lijkt een van de enige te zijn die comfortabel en relaxt op het bankje lijkt te zitten, maar dat zou ook kunnen komen door de brede grijns die hij op zijn gezicht heeft staan.
De glimlach die ik hem schenk, verdwijnt niet geheel, maar zwakt wel af, zodra ik Matthew in mijn vizier krijg. Ik vind het niet fijn voor mijn vader en zijn moeder dat wij het niet goed met elkaar kunnen vinden, maar ik ga niet doen alsof, want dan zou ik op een gegeven moment ontploffen van frustratie. De manier waarop hij kijkt, loopt, praat en handelt staan me niet aan en als ik het niet verkeerd heb is dit geheel wederzijds, dus hoef ik ook niet aardig tegen hem te doen. Hier op school valt hij nog te vermijden, maar bij hem thuis is dat een stuk moeilijker. Enkel op de momenten dat we met zijn vieren aan tafel zitten, Nilles, Carol, Matthew en ik, weet ik me in te houden voor Nilles en Carol.
'Alexalyn, ' De vrij lage stem van mevrouw Hansel, wie jammer genoeg tot mijn mentor is aangesteld dit jaar, wordt overstemd door de bus die nu in beweging is gaan komen. Op de plotselinge beweging van de bus was ik echter niet voorbereid waardoor ik mijn evenwicht verlies en op de grond terecht zou zijn gekomen als ik niet in een reflex met mijn andere hand een stoelleuning had vastgepakt. Het zal er vast belachelijk uit hebben moeten zien en wanneer ik mijn redding in mijn gedachte van een afstandje bekijk, stoot ik een lach uit om vervolgens weer naast Ezequiel te gaan zitten met mijn handtas op mijn schoot.
'Hier heb ik nog wel wat voedsel in zitten,' zeg ik, terwijl ik mijn tas overhandig aan Ezequiel en een brede glimlach laat zien.
De bus neemt een scherpe bocht naar links, waarna het gele gevaarte op en neer hobbelt. Zodra ik naar buiten kijk, worden mijn vermoedens bevestigd. De bus hobbelt en schommelt door de kiezelsteentjes waar het zich nu op begeeft. Het pad van kiezelstenen ziet er niet uit alsof het vaak wordt gebruikt, door de lichte kleur die het bevat, daardoor valt het erg op in vergelijking met de donkere en natuurlijke kleuren van de bomen waar we door omringd worden.
Het bos is een onbekende plek voor mij en omdat ik hier zelden te vinden ben, geniet ik alleen maar meer van de omgeving die voor ieder ander waarschijnlijk als 'normaal' wordt bestempeld. Enkele keren ben ik hier gekomen met mijn vader, maar omdat het zowel fijne als minder fijne herinneringen bij hem oproept, gaat hij hier liever niet of alleen naar toe.
Het grote gele gevaarte hobbelt en schommelt niet meer, dat is het moment waarop ik er achter kom dat we tot stilstand zijn gekomen en ik half over Ezequiel heen hang om naar buiten te kijken. Mijn donkere poelen kijken hem even aan, omdat ik wacht op een reactie. Het zou echt iets voor Ezequiel zijn om op zijn droge manier te vragen of ik het goed kan zien of dat ik met mijn neus tegen het raam aan moet leunen om het te kunnen zien. Echter heb ik al te lang stil gezeten om hier op zijn reactie te wachten en de buitenlucht bereikt mijn neus zodra de chauffeur de gammele deur heeft geopend.
Voor ik het weet sta ik, nadat ik mijn pennyboard onder mijn arm heb gevestigd en mijn handtas over mijn schouder heb gegooid, in de deuropening van de bus. Mijn donkere irissen glijden over de open plek die niet alleen fel groene grassprieten bevat, maar ook vol staat met madeliefjes en op enkele plaatsen bedekt is met de bladeren van meerdere soorten bomen. Echter zijn er ook plekken te vinden met dood gras en liggen er vrij veel takken. Ook is er veel schaduw door het feit dat de open plek wordt omringd met bomen, hoge bomen, die de zonnestralen tegenhouden. Dit maakt deze ideale plek niet zo ideaal meer. Het beekje is echter wel weer iets wat naar mijn wens is, aangezien ik erg van water hou en dan vooral het geluid van stromend water. Ik denk dat ik me de komende week wel ga vermaken.
'I don't want to leave her just because she makes me a better person.'