Calder Alistair Gold~24~Witch~In het bos
Voetstap voor voetstap zette ik vooruit, niet echt oplettend waar ik liep.
Met mijn handen in mijn zakken liep ik fluitend tussen de bomen van het bos door, iets wat ik graag deed als ik me verveelde.
Oylevin was weer eens weg, hij had na een dag en nacht aan constante onderzoek genoeg informatie gehad om weer iets op het spoor te zijn, wat hij binnen drie tot zes dagen dacht te hebben bemachtigd, wat zo maar eens kon.
Mensen kijken naar films als Indiana Jones, mensen die denken dat ze het allemaal snel kunnen, maar wij, wij kunnen het pas snel en het zou me dan ook niets verbazen als hij binnen nu en een uur alweer voor mijn neus zou verschijnen terwijl hij nog maar twee dagen weg was, op zoek naar een waardevol object op het eiland Fiji.
Half verdorde bladeren knisperden onder mijn voetzolen terwijl ik nonchalant verder liep en het deuntje dat ik floot veranderde van ‘Do you hear the people sing.’van de menselijke musical Les Miserable naar een deuntje van de evenals menselijke film Hanna ‘The devil is in the Details.’
Ik hou gewoon van menselijke films, hoe ze de special effects voor elkaar krijgen, de soundtracks eronder.
Als een groep heksen een film gaan maken zijn de special effects saai, ook al zien ze er spectaculair uit, maar je weet dat ze echt zijn en dat het gewoon simpele trucjes zijn die sommige peuters al gewoon kunnen binnen de gemeenschap.
Mijn mobiel trilde en het bekende getingel zorgde voor een grijns op mijn gezicht.
Daar zul je hem hebben hoor.
“Oylevin, wat is er ?” ik moest mijn lach inhouden toen ik aan de andere kant het kenmerkende gezucht hoorde van mijn beste vriend, hij vond het nooit grappig als ik hem bij zijn volledige naam aansprak, hij had veel liever Vin, of Oy.
“Ik heb het beeld van Khalisha gevonden, het beeld is zwaarder dan ik ingeschat had, weegt zeker rond de vier kilo, massief goud waarschijnlijk, en…”
Maar ik kapte hem halverwege af. “Kom gewoon naar huis, dan bespreken we het daar wel.”
Een goedkeurend geluid aan de andere kant. “Dan is er een grote kans dat je me alweer treft met het avondeten.” En zonder verder nog iets te zeggen hing hij op.
Nu geheel in mijn nopjes liep ik verder, nog steeds fluitend.
Het pad voor mijn voeten begon steeds duidelijker te worden, wat erop wees dat ik de omgeving begon te naderen die wees op de naderende buitenkringen van het dorp.
Er kwam rook uit het karakteristieke huis dat gebouwd was uit lagen steen, met vakwerkmetselwerk en een rietendak, dat er met zorg was opgehesen en bevestigd.
De deur stond al uitnodigend open, alsof ze al op me aan het wachten waren.
Het was weer eens tijd om een bezoek aan mijn familie te brengen.
Zoals gewoonlijk rook het er weer eens heerlijk, naar vers gebakken appeltaart, de kruidige geur van kaneel hing nog als een damp in de lucht, alsof de stenen zelf die geur op wouden nemen in diens materiaal en zo het huis voor altijd zou laten ruiken naar dat specifieke specerij.
Mijn twee broers zaten samen op de bank, zoals gewoonlijk tegen elkaar te gamen, één of ander menselijk schietspel genaamd Call of duty en de stemmen van mijn ouders hoorde ik in de keuken.
Ik prevelde een klein bezwerinkje wat zicht uitte in een ophoping van stof wat een vogeltje vormde dat met diens ruisende stofvleugels de keuken in vloog en op het aanrecht neerzeeg.
Direct draaide mijn moeder zich om. “Calder, wat een aangename verrassing!”
Met z’n allen en de appeltaart gingen we in de woonkamer zitten en moeder snerpte de jongens al snel toe dat ze dat gewelddadige spel toch eens aan de kant moesten leggen en erbij moesten komen zitten omdat ze me toch al niet zo heel erg vaak meer zagen omdat zij altijd ergens anders druk me waren, wat ik hen niet kwalijk nam.
We praatte over van alles en nog wat, hoe het ging met mijn bedrijfje, al was het voor velen geheim, want het ging niet iedereen aan wat voor een bedrijf Oylevin en ik hadden, voornamelijk niet wat zich allemaal in onze zeer magisch uitgebreide kelder bevond.
De tijd ging sneller voorbij dan dat me in eerste instantie lief was en met een knuffel en een kus voor mijn moeder liep ik weer naar buiten.
De zon was van hoog aan de lucht tot lager gezakt en ik stak mijn handen in de zakken van mijn jas.
Al snel hoorde ik het vertrouwde geluid van de knisperende bladeren onder mijn voeten toen ik me verruimde tot het centrum waar een aantal winkeltjes waren.
De bakker met diens overheerlijke koekjes, velen magisch, velen niet.
Met een grijns op mijn gezicht murmelde ik iets binnensmonds en voor ik er erg in had, had ik de marsepeinen muizen op een taart tot leven geroepen, die zich nu een weg baanden door de cakelaag heen en om elkaar heen drentelden.
De verrukte kreten van de bakker waren duidelijk te horen terwijl ik me omdraaide om mijn weg naar huis weer te vervolgen, ik had daar nog een goed boek liggen dat ik echt uit wou lezen.
Credendo Vides