• Het is 1961 in Massachusetts, locatie het St. Dymphna Catholic Asylum. Deze loopt al een tijdje goed sinds hij geopend is een paar jaar geleden, er zitten patiënten in en alles loopt op rolletjes. Het gebouw is oud al al vaak genoeg voor andere dingen gebruikt. Nu is het omgedoopt naar St. Dymphna, de patroonheilige voor mentaal zieken. Ze kunnen bidden wat ze willen naar de heilige of naar hun God, er is niemand die luistert. Eenmaal door de voordeur kom je er vaak niet meer uit. Er gebeuren allerlei dingen die niet horen, ouderwetse therapieën, nieuwere, experimentele dingen, mysterieuze verdwijningen en doden. Dat is niet het enige, want er zijn genoeg klachten over intimidatie en geweld die nooit behandeld worden, zelfs de nonnen wuiven het weg. Is er iemand die hier tegen opstaat of blijft iedereen braaf hun medicijnen innemen en gelooft iedereen dat hij ook echt gek is? De medicijnen zorgen er enkel voor dat je gekker word, terwijl niemand gelooft wat je zegt omdat je toch gek bent.


    Het gebouw
    Begane grond:
    Daar loopt een trap naar alle verdiepingen, de énige trap in het hele gebouw. Hier zijn eveneens de kantoren en het speciale lab en behandelkamer van de psychiater.
    Eerste verdieping:
    De dagkamer waar je verschillende dingen kan doen. Muziek luisteren, tv kijken of spelletjes doen. Hier spendeer je het grootste gedeelte van je dag. Ook is hier de ziekenafdeling en een paar speciale kamers voor onder andere shocktherapie en een keuken.
    Tweede verdieping:
    Hier zijn de slaapkamers. De ene vleugel voor de vrouwen, de ander voor de mannen. Iedereen slaapt per twee in een stapelbed en heeft iedereen eigen kastje voor spullen die regelmatig doorzocht word op verboden dingen. In het midden zijn de slaapplekken voor het personeel, die hebben ieder een eigen kamer, met bed, bureau en een kast. Aan het einde van de vleugels vind je een douche.
    Derde verdieping:
    De gevreesde eenzame opsluiting, oftewel isoleercellen. Ze zijn klein, er past alleen een bed in en dichtgemetseld raam. Er staat een emmer voor je behoeftes.
    De kelder:
    Daar bevind zich het Mortuarium. Doden zijn niet zeldzaam hier. Eveneens is hier een crematorium.


    Regels
    - Graag zoveel mogelijk een balans houden tussen de jongens.
    - Per post is er een minimum van 300 woorden.
    - 16+ is toegestaan
    - Perfect karakters(Mary Sue's en Gary Stu's) worden niet goedgekeurd.
    - Maximaal twee rollen in variatie.
    - Enkel ik open nieuwe topics.
    - Naamsveranderingen graag doorgeven.
    - Offtopic in het praattopic voor de overzichtelijkheid.
    - Zorg voor een goede interpunctie, spelling, grammatica en gebruik van leestekens.


    Informatie
    Het is voor de patiënten niet toegestaan om veel in hun bezit te hebben en het moet goedgekeurd zijn. Dit mogen geen scherpe voorwerpen zijn. Ze dragen grijze kleren, voor de mannen een broek en een shirt, voor de vrouwen een jurk tot op hun knieën. Ze hebben veterloze schoenen. Eten doen ze vaak in hun kamer of in de slaapkamer. Deze deuren zitten enkel op slot als ze iets gedaan hebben, de meeste deuren door het complex heen zijn gewoon open. Het grootste gedeelte van de dag zijn ze vrij om ergens heen te gaan, tot een personeelslid anders besluit. De hoofdnon, pastoor en de psychiater zijn altijd de leidinggevenden. Psychiaters mogen ook chirurgische taken uitvoeren en nonnen hebben een EHBO-diploma.


    Rollen:

    Hoofdnon [max 1]
    - Maria Augustina Livington || 25 || Barbarossa

    Pastoor [max 1]
    - Michael Jones || 34 || Eternamente

    Psychiater [max 2]
    - Owen Garzia || 28 || Cashby
    - Alexander Matthew Somerhalder || 33 || Calipso

    Patiënten [onbeperkt]
    - Raelin Amarante Vartanian || 18 || Stemmen || Infano
    - Kathleen Nancy Lewis || 23 || Homoseksueel || Eternamente
    - Evelynn Diana Limentine || 20 || Dissociatieve identiteitsstoornis || Calipso
    - Emelie Vluchthove || 21 || Psychoses, depressie || Asmodeus
    - Morthus Ghost || 22 || Schizofrenie, gespleten persoonlijkheid, psychopatische trekjes, satyriasis || Metalizer
    - Chester King || 21 || Catatone schizofrenie || Twist
    - Graydon Thomas Hemmings || 20 || Ziet 'geesten' || AtticusM

    Nonnen [max 5]
    - Tamara Victoria Hyland || 19 || Teixeira
    - Fifine Lagodia || 16 || Ivoryskin

    Beveiliging [max 2]
    - Dante Qualls || 27 || Morticia

    Rollentopic

    Begin:
    Het is een gewone ochtend. Er zijn net sigaretten uitgedeeld aan de patiënten en het ontbijt is al geweest, de medicijnen zijn uitgedeeld. Iedereen start zijn of haar dag en is op andere plekken bezig. Psychiaters regelen hun afspraken, die ze zelf mogen bepalen. 's Nachts is er iemand gestorven (David), de pastoor en de hoofdnon hebben deze persoon laten cremeren en onder de patiënten die het door hebben heerst een lichte verbazing omdat niemand weet hoe het gebeurd is.

    [ bericht aangepast op 13 okt 2013 - 18:24 ]


    Eternamente, everlastingly, for all time

    | M.T. |


    Michael Jones || Pastoor

    Ik ben om zeven uur alweer opgestaan, hoewel ik de halve nacht op was voor een patiënt die plotseling gestorven was. De vastgestelde doodsoorzaak was zelfmoord en daar twijfel ik niet aan. De patiënt was dan ook depressief. Ik voltooi mijn ochtendritueel, kleed mezelf aan en ontbijt alleen. Hierna ga ik op mijn ochtendwandeling door de gangen heen. Ik begin bij de slaapzalen waar ik kijk of iedereen al wakker is. Van sommige weet ik dat ze er lang over doen om op te staan, anderen zijn allang weg. Het is vooral om te controleren of alles nog hetzelfde is als altijd. Bij het uitdelen van de medicijnen ben ik niet, tegen die tijd zit ik op mijn kantoor te werken op de begane grond.
    Het is mijn taak om de familieleden van de overledene op de hoogte te stellen. Ik typ een brief op mijn typemachine, onderteken hem dan met zwarte inkt en steek hem in een zware enveloppe. Ik betuig namens iedereen mijn innige deelneming, maar weet ook dat de familie deze persoon toch liever kwijt dan raak was. Het was het zwarte schaap in de familie. De brief word verzonden samen met wat persoonlijke spullen die er nog waren. Ik vind het moeilijk en heb dan ook voor deze patiënt gebeden. Ik heb de laatste sacramenten niet kunnen geven omdat ik er niet bij was, vandaar dat de persoon gecremeerd was en niet begraven.
    De patiënt had niet erg veel bezittingen, waardoor ik alles in een grote enveloppe kan schuiven en naar het postloket breng in het gebouw. Daar komt de post binnen en gaat de post uit. Het meeste word eerst gecontroleerd door mij. Als ik dit allemaal gedaan heb ga ik via de trap naar boven. Hoewel het 's ochtends is, is het toch al zo druk als altijd. Patiënten lopen overal, ik begroet er een aantal op mijn weg naar boven waar ik naar de dagkamer ga om te kijken hoe het is en of mijn hulp hier nodig is. Ook kijk ik gelijk rond of ik Maria ergens zie.

    Kathleen Nancy Lewis || Patiënte

    Ik word altijd wakker voor iedereen, zodat ik als eerste alleen kan douchen. Ze zijn veel te open en bloot en het is ook niet raar als er ineens een man binnen loopt. Aan een douche hecht ik veel waarde, of hechtte ik in ieder geval. Sinds ik hier zit is het toch minder geworden, de meeste douchen niet elke dag. Toch ben ik elke keer als ik het wel doe erg opgelucht. Ik droog mezelf snel af erna, trek mijn grijze, vormloze jurk aan en loop ik op mijn blote voeten terug om mijn sokken aan te doen en mijn schoenen. Dan ga ik naar de dagkamer, waar ik het meeste van mijn tijd doorbreng. Ik eet er en wacht op de medicijnen. Langzaam loopt de kamer vol, op de achtergrond hoor ik hetzelfde, zachte deuntje als altijd. Ik droom er vaak zelfs over.
    Ik laat mezelf in een rode leunstoel ploffen en steek een sigaret op terwijl ik de rest bestudeer. Ik snap nog steeds niet waarom ik hier zit, ik ben echt niet ziek! Ze proberen me op de meest vreemde wijzen te genezen, maar meestal laten ze me gewoon mijn gang gaan. Dat houd in dat ik de hele dag onder verdoofde geneesmiddelen hier zit te roken en stil ben. Ik heb nog maar met weinig mensen gepraat, de meeste lijken me niet 'sane' genoeg om een gesprek mee te onderhouden en ik vertrouw niemand meer sinds iedereen me verraden heeft door me hierheen te sturen. Ik verlang enkel naar huis, naar mijn eigen appartement.
    Mijn eigen plek, die ik zelf ingericht heb en onderhouden met mijn eigen baan. Het huisje die ruikt naar een combinatie van vanille en een kooklucht als ik weer eens bezig ben geweest in de keuken. Waar ik op de televisie mijn eigen programma's kon kijken, in plaats van hier altijd hetzelfde keek. Ik neem een langzaam, diepe trek van mijn sigaret en blaas de rook traag uit als ik wat dieper in de rode stoel wegzak. Ik heb hem een beetje opgeëist als mijn stoel, ik zit hier altijd, als ik niet aan één van de tafels zit.


    Eternamente, everlastingly, for all time

    [Mijn topics]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    [Mon topics]


    -Hi, I'm Andy, also freaking out- Andy Gallagher

    Maria Augustina Livington ~ Hoofdnon
    Ik was al lang in de weer. Midden in de nacht moest ik alweer in de kleren schieten omdat er een of andere patiënt plots overleden was. Crematie moest geregeld worden, heet de poespas. Ik was best opgelucht toen het achter de rug was en had me meteen weer terug getrokken in mijn kantoortje zodat ik even alleen kon zijn. Zogezegd deel van het ‘rouwproces’ ook al vond ik alle patiënten maar enge mensen, toch moest ik alles wat me in het klooster geleerd was uitvoeren. Bidden voor hem, voor een plaats in de hemel en alle andere dingen. Ik wist niet eens of patiënten wel meteen naar de hemel gingen. Ik geloofd ook niet dat ze rechtstreeks naar de hel gingen, natuurlijk. Maar volgens mij gingen ze eerst een tijdje naar het vagevuur om daar al hun zonden kwijt te werken.
    Door mijn onderbroken slaap, was ik in slaap gevallen boven mijn bureautje en had ik het vroege ontbijt gemist. Niet echt ‘gemist’, maar het uur waarop ik altijd at in het klooster was voorbij en het feit dat het al erg genoeg was dat ik in slaap gevallen was, was nog niet zo erg als dit. Ik kon het ontbijt beter gewoon overslaan.
    Ik wreef vermoeid de slaap uit mijn ogen en stond alweer recht, om daarna in kaarsrechte houding en met hooggeheven hoofd het kantoor uit te lopen richting de dagkamer. Het was zo licht in de gangen. Mijn ogen hadden er een tijdje moeite mee om eraan te wennen en mijn het zichtbare deel van mijn gezicht zag er vermoeid uit. Ik had al zo weinig slaap omdat het avond gebed niet al te vroeg was en het ochtendgebed was ook niet al te laat. Als ik daarbij ook nog eens gewekt werd tijdens mijn al korte slaapje, dan zag ik er dus uit zoals ik er nu uit zag. Met dikke ogen.
    Nog steeds kaarsrecht, met mijn kleed dat zacht langs mijn benen streelde, opende ik de deur en begroette met een stralende glimlach een paar patiënten.
    “Goede ochtend,” begroette ik Michael, beter bekend als ‘pastoor Jones.’


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    > Mijn topics.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Tamara Victoria Hyland ~ Non
    Vandaag gaat vast weer zo'n saaie dag worden als andere dagen hier. Af en toe gebeurd er wel iets spannends, een patiënt die compleet door draait of iets dergelijks, maar dat is de laatste tijd niet echt gebeurd, helaas. Het enige wat een dag nog een beetje dragelijk maakt is als er tussen uit kan glippen met een patiënt of als ik 's avonds op mijn kamer wat kan roken of drinken. Misschien kan ik vanmiddag ook wel de kastjes controleren, dat is ook nog wel eens interessant. Eerst moeten echter de saaie dingen gebeuren, zoals de medicijnen uitdelen. Ik let niet altijd even goed op als ik dat doe. Het maakt toch niet zoveel uit als ze het verkeerde medicijn krijgen, ze zijn toch al compleet gestoord, het maakt niks meer uit.
    Ik heb al gedoucht en moet me nu alleen nog aankleden, met het verschrikkelijke gewaad. Het enige wat het wat leuker maakt, is dat ik weet wat ik er onder draag. De andere nonnen, broeders en de pastoor zouden waarschijnlijk een hartverzakking krijgen als ze het zouden weten en dat maakt het alleen maar leuker. Maar ik ben niet de enige die weet wat ik er onder draag, aangezien er enige patiënten zijn die me zonder het afschuwelijke gewaad gezien hebben.
    Wanneer ik me heb aangekleed begeef ik me naar de dagkamer. Ik zie dat ik de medicijnen uitdelen niet meer hoef te doen, maar ik let wel op of er niet iemand mist. Een frons verschijnt op mijn gezicht als ik zie dat er eentje mist, een mannelijke patiënt. Volgens mij heet hij David. Hmm. Mijn blik valt op de dichtstbijzijnde patiënte en ik loop naar haar toe. 'Kathleen, heb jij David gezien?' Ze heeft een sigaret in haar hand en het is erg verleidelijk om zelf ook een sigaret te pakken, maar dat zou niet zo verstandig zijn. Ik moet wachten tot ik pauze heb of tot vanavond.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Graydon Thomas Hemmings|| Patiënt

    Ik zat half te slapen in de dagkamer. Als ik vanacht niet een aantal keer was wakker geschrokken was ik nu misschien een beetje bij zinnen, maar nee hoor het moest weer anders af lopen. Het liefst had ik hier uberhaupt niet gezeten. Ik merkte nog geen verschil dan voordat ik hier zat.
    ''Kop op, zo erg is het niet.'' hoorde ik mijn broertje zeggen. Het enige wat ik kon doen was voor me uitstraren.Uit ervaring wist ik dat als ik er niet op reageerde mensen me niet raar aan zouden kijken. Er naar luisteren kan soms nog vermakelijk zijn, zolang het de juiste mensen zijn. Sommige kunnen beangstigend zijn.
    ''Je doet net alsof het mijn schuld is.'' Hoorde ik mijn broertje weer. Ergens was het misschien ook zijn schuld. Als ik al die dingen nooit had gehad, had ik hier ook niet gezeten en kon ik misschien is een keertje fatsoenlijk slapen. In plaatste daarvan van kreeg ik neerkijkende blikken van mijn familie en hadden ze me hier naartoe gestuurd. Als ik ooit met iemand anders zijn leven kon ruilen had ik dat zo gedaan. Alles is beter dan hier zitten.
    ''Graydon alsjeblieft. Ik..'' ''Hou een keertje je kop!'' Snauwde ik, maar hield mijn volume daarna weer laag. '' Als je niet wilt dat ik nog gekker lijk dan ik al ben, hou je dan alsjeblieft even stil.'' Met een zucht wrijf ik mijn handen. Ik hoop echt dat die medicijnen werken en ik hier snel van af was. Hoe fijn ik het soms ook vond om met mijn weer met mijn broertje te kunnen comminuceren, dit werd te veel.
    ''Ik begrijp het. Ik zie je later wel weer.'' ''Sorry.'' Mompelde ik nog zachtjes met licht schuldgevoel.
    Ooit zou dit voorbij zijn, dat wist ik gewoon.

    (I know it sucks. Ben gewoon niet goed in inspringen.)


    I don't have time to worry if it's right or wrong, you can't hope for a horror story with a happy ending!

    Morthus Ghost - Patiënt

    Het was stil in mijn hoofd. Een gevoel van verdriet overschaduwde mijn neppe halve glimlach terwijl ik een wolk van rook uitblies. Ik zat hier al zo'n twee uur, onder toezicht.Een hysterisch gevoel overschaduwde me, toen Pastoor Michael semi-hysterisch de slaapzaal in rende en de persoonlijke spullen die David had in een envelop schoof. Veel was dat niet; slechts wat aantekeningen en foto's, maar ik wist wat er aan de hand was als ze spullen ophaalden. Ik deed alsof ik sliep toen, maar ik wist donders goed dat er iets aan de hand was met David. Het was algemeen bekend dat dat het protocol was, mocht er iemand sterven. Ik kende David. Stil, teruggetrokken, suïcidaal. Ik zag Zuster Tamara in mijn ooghoek; ze zag er een beetje wanhopig uit, en dat kon twee dingen betekenen: Ze had 'verboden middelen' nodig, of ze was weliswaar bezig met iets gerelateerd aan David's verdwijning. Ik drukte mijn sigaret uit, stak een nieuwe op, en slenterde naar de Zuster. 'Zuster, heeft u enig idee waar David is?', vroeg ik met een gebroken stem. 'David..', herhaalde ik nogmaals, terwijl een vreemd gevoel me bekroop. 'Morthus.. MORTHUS, ze gaan je vinden!'. Ik excuseerde me snel. 'Sorry, Zuster Tamara, als u meer weet, u weet me te vinden'. Met een glimlach die snel brak, liep ik de toiletten in, ging zitten en haalde mijn handen door mijn vuurrode haar. 'Wie gaan me vinden?', vroeg ik hardop. 'ZIJ', antwoordde de stem terug. Zuchtend stond ik op. 'Stop', mompelde ik, en knalde tegen een broeder aan. 'Excuses', zei ik beleefd, terwijl ik weer terug liep naar de dagkamer.


    (USER WAS BANNED FOR THIS POST)

    [mijn topics]


    "Do you believe monsters are born or made?"

    Alexander Matthew Somerhalder - Psychiater

    Met één hand wuifde ik de jonge non weg die de medcijnen naar m'n kantoor had gebracht en bleef treuzelen om wat te vragen. Ik wist niet wat ze op haar stok had, maar het interesseerde me precies niks. Rook liet ik ontsnappen uit mijn neusgaten en glipte tussen mijn lippen vandaan, wanneer het meisje na 10 seconden nog steeds niet was verdwenen keek ik met een opgetrokken wenkbrauw op. Ik klemde de zwartglimmende telefoonhoorn tussen mijn kaak en schouder, mijn blauwe ogen schoten in haar richting. "Wat?" vormden mijn lippen geruisloos, waarna ik nog een trek nam van mijn sigaret.
    "David is overleden," meldde het meisje. Ik keek haar een paar seconden aan met een gezicht die niks vertelde, tot ik hoorde dat de verbinding werd verbroken. Met een vloek legde ik de hoorn op de haak, terwijl ik de peuk in de asbak uitdrukte keek ik weer naar het meisje. "Wie?"
    "Eén van uw patiënten."
    Ik rolde met mijn ogen, griste mijn jasje van de stoel en trok die aan. "Nou, fijn om te weten. Ga nu maar weer." Het nonnetje knipperde een paar keer met haar blauwe poppenogen, om zich vervolgens uit de voeten te maken. Ik streek de donkergrijze stof onwillekeurig glad, griste een dossier uit een lade en opende die. Aha, die David. Nou die had toch nooit een kans gehad. Ik krabbelde er wat bij met een pen, om vervolgens mijn kantoor te verlaten.
    Ik streek met mijn handen even over mijn donkere haar, om vervolgens de gangen door te lopen naar de algemene ruimte voor het personeel. Meestal was er wel iemand, maar hij was nu compleet uitgestorven. Jammer, dan moest ik zelf koffie zeten.

    Evelynn Diana Limentine - Patiënte

    Ik was weer eens wakker geworden met de deur op slot. Terwijl ik mijn hoofd in mijn handen liet rusten, vroeg ik me af wat Charlene deze keer weer had uitgespookt. Hoe lang zat de deur al op slot? Mijn geheugen liet me in de steek, wat uiteraard niet zo gek was. Ik was waarschijnlijk de afgelopen dagen afwezig geweest, aangezien het een groot, zwart gat leek.
    Na een minuut of tien hoorde ik hoe het slot los werd gedraaid, waarna ik achterdochtig opkeek. De deur bleef dicht, ik wachtte even voor ik deze voorzichtig open duwde. In het vakje zaten de medicijnen voor vandaag, maar het was meer dan anders. Ik haalde de bovenste strip met pillen eruit, wierp een blik in het bakje. Nog twee strips. Blijkbaar was ik al twee dagen opgesloten.
    Mijn zachtgroene ogen keken naar de helderwitte strip tussen mijn vingers, ik drukte er twee uit en nam die zonder nadenken in. Een zucht ontglipte me, ik sloeg mijn armen over elkaar en leunde tegen de deurpost. Mijn bruine haar hing over mijn schouders, begon weer vies te worden aangezien het al een tijdje geleden was dat ik me had mogen wassen.
    Vanuit mijn ooghoek zag ik Pastoor Jones een slaapkamer in lopen, bedenkelijk deed ik een stap naar voren om te kunnen zien wiens kamer het was. Van David. Hij kwam al snel terug met een envelop, verdween weer. Ik liep naar de ruimte, wierp een blik naar binnen. Een onopgemaakt bed, zijn weinige spullen waren weg gehaald.
    Gedachten raasden door mijn hoofd. Dood. David was dood. Ik beet op mijn onderlip, proefde al snel bloed. Charlene had met hem gepraat, iets wat ik me om de één of andere reden vaag voor de geest kon halen. "Ik wil niet meer." "Nou, dan maak je er toch een einde aan?" Misschien was Charlene de reden dat hij er een einde aan had gemaakt, misschien was hij wel gewoon plotseling mee genomen.


    "Do you believe monsters are born or made?"

    Chester King || Patiënt

    Mijn hand wreef in mijn vermoeide ogen om ze weer een beetje wakker te krijgen. Een grom verliet mijn lippen toen het zonlicht door mijn raam naar binnenkwam. Van de nacht schrok ik wakker toen ik gehaaste voetstappen door de gangen hoorde. Ik probeerde me er niet al te veel vragen bij te stellen. Dingen afvragen is hier nutteloos, want je kreeg hier toch haast nooit een antwoord op je vragen, of in ieder geval geen duidelijk antwoord. Daarnaast had ik er waarschijnlijk ook bitterweinig mee te maken. Hierdoor viel ik maar moeilijk weer in slaap en had besloten om na het ontbijt nog even op mijn bed te liggen. Hopend op een droomloze slaap. Droomloze slapen waren de beste. Liever een slaap zonder dromen, dan een slaap die overloopt van de slechte nachtmerries. Het zou fijn zijn om voor altijd te kunnen slapen. Niet het slapen als in de dood, want de dood geeft je niet het zalige gevoel om wakker te worden, je om te draaien en verder te slapen.
    Ik trok me overeind en strekte mijn armen in de lucht. Mijn gewrichten kraakten van verluchting en liet mijn armen waar langs mijn zij vallen. Loom, door de medicijnen die ik elke dag verplicht door mijn strot moest drammen, sta ik op van mijn bed en loop richting de toiletten. In de spiegel bekeek ik mijn bleke gezicht voor ik er water in spetterde. Het frisse water maakte me meteen aandachtiger en nuchterder. Als ik niet beter wist, zou ik denken dat het water de pillen uit mijn systeem hadden gespoeld. Mijn hand reikte naar de papieren handdoeken en veegde me droog om me vervolgens naar de dagkamer te begeven. In de kamer zag ik een jongen en een meisje zitten die ik al een aantal keer had zien rondlopen, maar had nooit aandacht aan hen besteed. Ik keek de twee niet langer dan een paar seconden aan en liet me in één van de stoelen aan de tafels zakken.


    Take me to wonderland

    Evelynn Diana Limentine - Patiënte

    Onwillekeurig draaide ik me om toen ik merkte dat iemand naderde. Vreemd genoeg wist ik alle namen van elke patiënt, elke non, elke psychiater. Het was waarschijnlijk een deel van het geheugen dat ik met de anderen deelden, vooral Donna was veel socialer dan ik.
    Ik streek mijn bruine haar naar achteren, slikte ongemakkelijk toen ik opmerkte dat er nog iemand in de buurt stond. Mijn omgang met mannen was vooral iets waar nog veel aan te doen viel, maar ik voelde me er niet toe geroepen. Mannen waren eng. Ze gebruikten vrouwen enkel, om te krijgen wat ze zelf wilden. Om hun genot te vervullen, zonder om te kijken of de vrouw in kwestie het er mee eens was. Ik liet mijn hoofd zakken, een rilling ging door mijn lichaam.
    "Het komt wel goed, ik ben er." Ik hoorde hoe ik de woorden zelf zacht zei, maar vervolgens zonk ik even weg. Mijn ogen vielen dicht, mijn bruine haar gleed over mijn schouders naar voren en hield mijn gezicht weg van degenen die om me heen stonden. Heel even verslapten mijn armen, vielen zacht naar beneden.

    Ik knipperde even met mijn ogen, gooide het donkerbruine haar naar achteren. Met mijn zachtgroene ogen gleed ik de ruimte even door, mijn mondhoeken krulden enigzins omhoog in een lichte glimlach. Evelynn was nerveus geworden, ze vond mannen altijd eng. Ik snapte niet waarom, ze waren makkelijk. Simpel te bespelen, ze hadden geen enkele wil als het om een vrouwenlichaam ging. Nu was Evelynn dan ook de heilige maagd maria haarzelf.
    Ik liet mijn blik over de twee mannen gaan, waarna ik naar een stoel liep en er rustig in ging zitten. Ik sloeg mijn lange benen over elkaar, leunde bedenkelijk naar achteren.


    "Do you believe monsters are born or made?"

    Owen Garzia

    Zachtjes fluitend baande ik me een weg tussen de verschillende patiënten door terwijl ik hier en daar wat medicijnen uitdeelde. Het was niet altijd mijn taak om dat te doen, maar als ik het zelf deed kon ik ook zien of ze de pillen echt innamen en niet zomaar aan de kant gooiden. Ik wist uit ervaring dat dat wel eens kon gebeuren en ik wilde het zoveel mogelijk vermijden. Mijn lichtbruine ogen fonkelden vrolijk toen ik me terug richting mijn kantoor begaf nadat alle medicijnen die ik had waren uitgedeeld. De uitdeling van de sigaretten liet ik wel aan iemand anders over aangezien ik het niet echt zo had op die dingen. Ik had vroeger genoeg mogen horen hoe slecht het was om te roken en doordat ik al gewoon een erg slechte gezondheid had, raakte ik er ook nooit eentje aan. Zelf nu voelde ik me op sommige momenten nog best slecht en vertelde mijn gewicht al genoeg dat ik nog altijd niet volledig genezen was. Ik probeerde eraan te werken, maar op de een of andere manier kwam ik geen gram bij, hoeveel ik ook at.
    De dood van een van de patiënten had me ergens best wel geraakt, maar aangezien het niet echt specifiek om een van mijn patiënten ging, ha dik het al snel achter me gelaten. Het was spijtig dat hij zelfmoord had gepleegd ja, maar verder had ik er niets mee te maken gehad dus was het ook niet erg belangrijk. Zo’n dingen gebeurden nu eenmaal, zeker in een instelling als deze. De mensen waren gek, konden vanalles raar gaan doen als je niet oplette.
    De grijns waar ik om bekend stond verscheen rond mijn lippen toen ik de ‘woonkamer’ voor het personeel binnenkwam en merkte dat Alexander al aanwezig was. Een vrolijke “Goedemorgen,” verliet mijn lippen waarna ik neerplofte op een van de banken en mijn voeten op het lage tafeltje liet rusten. “Is het al bekend waarom David juist zelfmoord heeft gepleegd?” Ik kreeg nooit echt veel mee over zo’n gebeurtenissen, probeerde me er zo weinig mogelijk van aan te trekken omdat ik wist dat het anders helemaal de verkeerde kant op zou gaan. Life goes on, of je nu wilde of niet.


    -Hi, I'm Andy, also freaking out- Andy Gallagher

    Michael Jones || Pastoor

    De dagkamer lijkt zoals altijd te zijn. Niet rustig, maar er gebeurd ook niks wat zorgwekkend is. Iemand praat in zichzelf, anderen praten met elkaar, maar vaak zitten ze er maar in hun eentje bij. Dan gaan de deuren open en schrijd zuster Maria binnen. Ze heeft altijd een kaarsrechte houding die ik wel kan waarderen en haar standaard glimlach op haar gezicht. "Goede ochtend," begroet ze mij. Ik tover automatisch een glimlach op mijn gezicht, hoewel hij niet erg overtuigend is door het droevige nieuws van vannacht.
    "Goedemorgen," beantwoord ik haar groet, om mijn ogen van haar af te halen en toe te kijken hoe de psychiaters binnen komen en hoe Morthus snel langs ons heen loopt de deur uit. De kamergenoot van David, het valt nog mee dat hij zo rustig is na zijn dood, maar weet hij er wel van? Hij heeft namelijk een heel lijstje met aandoeningen. "Heeft u nog een beetje kunnen slapen?" vraag ik aan haar als ik weer kort naar haar kijk. "Na deze vervelende nacht. U leek nogal aangedaan te zijn en ik maak me een beetje zorgen." vervolg ik op een beleefde, maar ook bezorgde toon. Ik ben altijd echt bezorgd om mensen en wil het beste voor ze. Sommige kan ik niet het beste geven, maar haar wel als ik dat wil.
    Ik open de deur naar buiten zodat we buiten gehoorsafstand zijn voor de meeste mensen. Ik laat Maria voorgaan, waarna ik zelf op de gang stap en de deur weer sluit. Niet iedereen hoeft het te horen en de meeste zijn nogal luistervinkjes hier. Zodra de deur dichtgaat worden we afgesloten van het drukke geroezemoes en het zachte muziekje uit de kamer. Als ik een drukke dag heb kan ik er echt hoofdpijn van krijgen, het is altijd een heerlijke rust als ik die ruime verlaat.

    Kathleen Nancy Lewis || Patiënte

    "Kathleen, heb jij David gezien?" vraagt de non aan mij die op me af komt. "Kat," verbeter ik haar, waarna ik haar met een bedenkelijke blik aankijk. "Het gerucht gaat dat hij zelfmoord gepleegd heeft." antwoord ik. Tamara is één van de weinige die ik een beetje vertrouw. Ze is anders dan je zo kan zien, wat ik ervan gezien heb tenminste. Een keer kwam ik per ongeluk een ruimte binnen en toen was ze iets aan het doen wat een non niet hoort te doen met een patiënt. Ze droeg ook iets, wat ik onder haar opgetrokken habijt uit kon zien steken, wat nonnen niet horen te dragen. Ik weet hoe het is om je anders voor te doen dan je bent en ik vraag me af in hoeverre zij de keuze heeft. Daarom veroordeel ik haar niet gelijk en ben ik aardig. Ik heb het tegen niemand vertelt en volgens mij weet zij niet dat ik haar gezien heb.
    Ik neem een traag trekje van mijn sigaret als ik Morthus aan zie komen. Ik vind hem eng, hij lijkt altijd zo dwingend te zijn. "Zuster, heeft u enig idee waar David is?" vraagt hij schor aan haar. "David..." herhaalt hij alsof hij er niet helemaal bij is en ik trek mijn wenkbrauw iets op. "Sorry, Zuster Tamara, als u meer weet, u weet me te vinden." Hij verdwijnt met een glimlach tussen de pastoor en de hoofdnon door. "Morthus sliep toch op de kamer met hem?" vraag ik fronsend. Ik bestudeer de mensen hier altijd en hij is niet één van mijn favoriete personen. David was wel iets anders, maar ik mocht mannen op zich niet zo. "Je zou toch verwachten dat hij het wel weet."


    Eternamente, everlastingly, for all time