Ow dat kan ik wel uitleggen:
Dit is alles wat ik nu heb gehad, dus mocht er wat missen, dan heb ik dat gewoon nog niet gehad.
Wwg - werkwoordelijk gezegde
Nwg - naamwoordelijk gezegde
Ond - onderwerp
Lv - lijdend voorwerp
Mv - meewerkend voorwerp
Bwb - bijwoordelijke bepaling
Bijst - Bijstelling
Bvb - bijvoeglijke bepaling
Wwg zijn alle werkwoorden in de zin. Zit er niet in als er een nwg inzit.
Nwg zit er misschien in als er een van de volgende werkwoorden inzit: Hebben, worden of blijven. Het moet dan iets zeggen over het onderwerp. Bijv: wespen zijn soms gevaarlijke beestjes. Het nwg is dus zijn gevaarlijke beestjes, omdat gevaarlijke beestjes in deze zin hetzelfde is als wespen.
Ond. Dat is de hoofdpersoon in deze zin. Als je vraagt: wie(of wat) +wwg/nwg. Dat is het onderwerp. Bij een gebiedende wijs, zit deze er niet in (ga zitten)
Lv is: wat + wwg/nwg+ond. Als deze er niet inzit, zit de mv er ook niet in.
Mv: aan wie/voor wie+wwg+ond+lv. Deze hoeft er niet in te zitten.
Bvb: pak de zelfstandige naamwoorden. Dan is eerst alles van dat zinsdeel wat erachter staan een bvb en mocht er een bijvoeglijk naamwoord voor staan, dan is dat ook nog een bvb.
Bijst. Alles wat tussen komma's staat.
Bwb: alle overige stukken zit die nog niet gebruikt zijn.
Een voorbeeld zin:
Mijn broer, een leuke knul, heeft voor zijn knappe vriendin gisteren in Amsterdam om drie uur een gouden ring gekocht.
Wwg - heeft gekocht
Nwg - er staat niks in de zin wat wat over mijn broer zegt. Zit er niet in
Ond - Mijn broer, een leuke knul,
Lv - een gouden ring
Mv - voor zijn knappe vriendin
Bijst - een leuke knul
Bvb - mijn>broer leuke>knul knappe>vriendin gouden>ring
Bwb. Gisteren, In Amsterdam, om drie uur
Of bedoelde je woordsoorten benoemen?
And don't forget, Elvendork! It's unisex!